Controleer de volgende punten alvorens onderhouds- of reparatiewerkzaamheden te verrichten.
Condensvocht achteraan op de binnenmodule.
• Dauwdruppels achteraan op de binnenmodule worden
automatisch verzameld en afgevoerd.
Binnen- of buitenmodule maakt een vreemd geluid.
• Bij sterke temperatuurschommelingen maakt de binnen- of
buitenmodule soms een vreemd geluid (tikkend of stromend
geluid) door het uitzetten/samentrekken van onderdelen of
variaties in de koelmiddelstroom.
Vreemde geur in de kamer.
De airconditioning geeft een slechte geur af.
• De geur is afkomstig uit muren, tapijten, meubelen, kledij e.d..
De buitenmodule bevriest tijdens het verwarmen.
Water wordt afgevoerd uit de buitenmodule.
• De buitenmodule bevriest soms tijdens het verwarmen.
Het toestel wordt dan automatisch ontdooid (gedurende
2 tot 10 minuten) om het warmvermogen intact te houden.
• Tijdens het ontdooien blazen binnen- en buitenmodule niet.
• Wanneer de koelmiddelstroom wordt omgeschakeld voor
ontdooiing is een sissend geluid hoorbaar.
• Water afkomstig van de automatische ontdooiingsfunctie tijdens
het verwarmen wordt afgevoerd uit de buitenmodule.
De luchtstroom varieert hoewel de FAN knop niet in de
AUTO stand staat.
• Wanneer de blaaslucht tijdens het verwarming minder warm
is, verandert of stopt de airconditioning automatisch de
luchtstroom uit de binnenmodule om het niet te kil te laten
aanvoelen in de kamer.
De buitenmodule produceert een witte mist van koude
lucht of water.
• Bij het koelen resp. ontdooien produceren de binnenmodule
resp. buitenmodule soms stoom.
Automatische werking van het verticale luchtblaasrooster.
• Wanneer de kamer- of buitentemperatuur tijdens het
verwarmen te hoog oploopt, wordt het verticale
luchtblaasrooster gesloten en vervolgens automatisch weer
in de uitgangspositie gebracht.
28
NL