PMW60-B, PMW120-B, PMW240-B
3.
CONEXIONES
3.1 Criterios generales
Para un funcionamiento correcto del aparato es oportuno ajustarse
a unos criterios generales cuando se realizan las conexiones:
- evitar la colocación de cables y de micrófonos sobre el mueble
del aparato;
- evitar colocar las líneas de señal paralelas a las de la red
eléctrica; dejar una distancia de como mínimo 30/40 cm entre
ellas;
- colocar las líneas de entrada y las líneas de salida distantes
entre ellas;
- colocar los micrófonos fuera del ángulo de radiación de los
difusores sonoros a fi n de evitar el fenómeno de reacción
acústica (efecto Larsen).
3.2 Entrada/salida de línea
En el panel trasero hay disponibles las tomas XLR de entrada/
salida [10] para señales con nivel de línea (0 dB, 775 mV) de
la unidad de potencia; las tomas están conectadas en paralelo
para facilitar la conexión en cascada de varias unidades de
potencia. En la fi g. 3.2.1 se indican las conexiones a estas tomas.
La entrada del amplifi cador está balanceada electrónicamente;
para exigencias particulares como, por ejemplo, en caso de cables
de conexión largos y/o de fuertes campos electromagnéticos
perturbadores, es posible aislar galvánicamente la entrada del
amplifi cador mediante la tarjeta en opción TM92, provista de
trasladador de línea (ver párrafo 3.5.1).
3.3 Salidas de potencia
Las salidas de potencia para los difusores están disponibles en el
terminal de conexión para instalaciones de distribución con tensión
constante (50,70 y 100 V) [5].
En la tabla 3.3.1 se indican los valores nominales de impedancia
referidos a las tomas de salida con tensión constante.
Salida
PMW60-B
50 V
42
70 V
82
100 V
167
3.3.1
Ajuste del volumen
El ajuste del volumen de salida se puede efectuar simplemente
maniobrando el condensador de ajuste [11] situado en el lado
trasero del aparato. Girando con un destornillador pequeño en
sentido horario (hacia la derecha), se aumenta el nivel; girando
en sentido antihorario se baja el nivel.
3.3.2
Sistemas con tensión constante
En el caso de instalaciones con un gran número de difusores
y/o con distancias entre amplifi cadores y altavoces muy largas,
es mejor utilizar un sistema de distribución con tensión constante
(definido también como de alta impedancia). En este tipo
de instalación los difusores, provistos de transformadores de
adaptación de impedancia, están todos conectados en derivación
respecto a la línea (ver el ejemplo de la Fig. 3.3.2.1).
30
1: blindaje / afscherming
2: señal (lado caliente) / signaal (warme kant)
3: señal (lado frío) / signaal (koude kant)
PMW120-B
PMW240-B
20
10
40
20
84
42
Tabla 3.3.1
3.
AANSLUITINGEN
3.1 Algemene criteria
U dient bij het tot stand brengen van de aansluitingen enkele
algemene principes te volgen om een correcte werking van het
apparaat te garanderen:
- plaats geen kabels en microfoons op de kast van het
apparaat.
- leg de signaallijnen niet parallel aan met de lijnen van het
elektriciteitsnet; houd een afstand van minimaal 30/40 cm aan.
- plaats de ingangslijnen en de uitgangslijnen op de nodige
afstand van elkaar.
- plaats de microfoons buiten de stralingshoek van de
geluidsprekers om verschijnselen van akoestische reactie
(Larsen effect) te voorkomen.
3.2 Lijningang/uitgang
Op het achterpaneel van het apparaat bevinden zich de
XLR-ingangs/uitgangsbussen [10] voor signalen op lijnniveau
(0 dB, 775 mV) van de vermogenseenheid; de bussen zijn
parallel geschakeld om de cascade aansluiting van meerdere
vermogenseenheden te vergemakkelijken. Op afb. 3.2.1 zijn de
aansluitingen op deze bussen weergegeven. De ingang van de versterker
is elektronisch gebalanceerd; wanneer de installatie aan speciale eisen
moet voldoen, bijvoorbeeld in het geval van lange verbindingskabels
en/of sterke storende elektromagnetische velden, is het mogelijk
de ingang van de versterker galvanisch te isoleren met behulp van
de optionele kaart TM92, die voorzien is van een lijntransformator
(zie par. 3.5.1).
Fig./Afb. 3.2.1
3.3 Vermogensuitgangen
De vermogensuitgangen voor de luidsprekers bevinden zich op de
klemmenstrook voor distributiesystemen met constante spanning
(50, 70 en 100 V) [5].
In tabel 3.3.1 staan de nominale impedantiewaarden voor de
uitgangsbussen met constante spanning.
Uitgang
50 V
70 V
100 V
3.3.1
Volumeregeling
De regeling van het uitgangsvolume vindt plaats met behulp van
de hiervoor bestemde trimmer [11] die zich aan de achterkant
van het apparaat bevindt. Door de trimmer met een kleine
schroevendraaier met de klok mee te draaien, wordt het volume
verhoogd; door de trimmer tegen de klok in te draaien, wordt
het volume verlaagd.
3.3.2
Systemen met constante spanning
In het geval van systemen met een groot aantal luidsprekers
en/of met zeer grote afstanden tussen de versterkers en de
luidsprekers, verdient het te voorkeur een distributiesysteem met
constante spanning (ook wel gedefi nieerd als systeem met hoge
impedantie) te gebruiken. In dit type systemen zijn de luidsprekers,
die voorzien zijn van transformatoren voor aanpassing van de
impedantie, allemaal aangesloten door aftakking van de lijn (zie
het voorbeeld uit Afb. 3.3.2.1).
- PMS2000 System -
PMW60-B
PMW120-B
42
20
82
40
167
84
Tabel 3.3.1
Ref. 11/500-B
PMW240-B
10
20
42