1.
Doe een eerste meting op het proefmonster.
2.
Verhoog of verlaag de snelheid als hierboven.
3.
Meet opnieuw. Verhoog of verlaag de snelheid
totdat de waarde op de display dezelfde is als de
werkelijke dikte van de proefmonster.
Kalibratie
1.
Druk op de CAL-knop.
2.
Druppel een beetje olie, vet of iets soortgelijks op
het proefblok dat rechts van het instrument wordt
geplaatst.
Druk de probe op het proefblok. Het ((●))
3.
pictogram verschijnt op de display en bevestigt het
contact tussen de probe en het materiaal. Op de
displays verschijnt 5,0.
4.
Druk nogmaals op de CAL-knop en bevestig.
De kalibratie wordt opgeslagen. Het is niet nodig vaak te
kalibreren. Enkel als het vermoeden bestaat dat de
nauwkeurigheid niet juist is.
Vervangen van de batterijen
Vervang de batterijen wanneer het batterijpictogram op
de display verschijnt.
Verwijder het dekseltje van het batterijvak aan de
achterzijde en stop er 4 nieuwe batterijen in van 1,5 V
type AAA.
Nederlands
24