NEDERLANDS
De gebruiksaanwijzing van dit apparaat bestaat uit een algemene en een speci-
fieke instructie en beide moeten vóor gebruik zorgvuldig worden gelezen. Let op!
Dit blad bevat slechts de specifieke instructie.
SPECIFIEKE INSTRUCTIES EN 1497:2007 / 1498:2006-B.
Deze nota bevat de informatie die nodig is voor het correcte gebruik van het (de)
volgende product(en): evacuatiedriehoek Rescue Triangle.
1) TOEPASSINGSGEBIED.
EN 1497:2007 - Reddingsgordels; EN 1498:2006-B - Reddingsriemen. Dit is
een Persoonlijk Beschermingsmiddel (PBM) die ontworpen zijn om te worden ge-
integreerd in evacuatiesystemen, zoals karabijnhaken en kabels en voldoet aan
verordening (EU) 2016/425. Let op! Voor dit product moeten de instructies van
EN 365 (algemene instructies/paragraaf 2.5) in acht worden genomen. Let op!
Voor dit product is een grondige periodieke inspectie verplicht (algemene instruc-
ties/paragraaf 8). Let op! De gebruiker (hulpverlener of te redden persoon) moet
de door de fabrikant geleverde informatie hebben gelezen en begrepen alvorens
het reddingstoestel te gebruiken.
2) AANGEMELDE INSTANTIES.
Zie de legenda in de algemene instructies (paragraaf 9/tabel D): M2, N3.
3) BENAMING (Fig. 2). A) Etiket met markering; B) Verbindingselement Modaliteit
kinderen; C) Verbindingselement Modaliteit volwassenen; D) Gordels; E) Afstelge-
spen gordels.
3.1 - Belangrijkste materialen. Zie de legenda in de algemene instructies (para-
graaf 2.4): 1 (verbindingselementen en riemen); 10 (riemen en naden); driehoek
in PVC.
4) MARKERING.
Nummers/letters zonder bijschrift: zie de legenda in de algemene instructies
(hoofdstuk 5).
4.1 - Algemeen (Afb. 3). Indicaties: 1; 2; 4; 6; 7; 8; 11; 12; 15; 17; 18; 30)
Pictogram dat toont hoe de afstelgespen dienen te worden gesloten en vastgezet.
4.2 - Traceerbaarheid (Afb. 3). Indicaties: T2; T8; T9.
5) GEBRUIKSWIJZE. Snel en eenvoudig aan te brengen. Kan op twee manieren
worden afgesteld, respectievelijk voor een kind of een volwassene: • Modaliteit
kinderen: verbind de verbindingselementen die zijn aangegeven met de letter
B (Fig. 2) op een karabiner EN 362 zoals aangegeven in fig. 5; • Modaliteit
volwassenen: verbind de drie verbindingselementen die zijn aangegeven met de
letter C (Fig. 2) op een karabiner EN 362 zoals aangegeven in fig. 7. Let op!
Koppel een verbindingselement van het type B niet met verbindingselementen van
het type C of andersom.
6) INSTALLATIE. Kies de gebruikswijze, volwassene of kind, door de betreffende
borstomtrek in de daarvoor bestemde tabel (Fig. 1) op te zoeken. Breng de
riemen van de driehoek via de beide armen aan op de te redden persoon. Stel,
indien nodig, de gordels af met behulp van de afstelgespen (Fig. 4). Neem het
onderste verbindingselement van de driehoek (B of C) en breng deze op de
hoogte van het borstbeen van de te evacueren persoon. Plaats een karabiner EN
362 in het linker verbindingselement, aan de onderzijde (B of C) en tenslotte aan
de rechterkant van de driehoek (B of C). Controleer dat de uitlijning van de drie in
de karabiner geplaatste verbindingspunten correct is. Let op! Controleer dat alle
drie de verbindingspunten in de karabiner zijn geplaatst (Fig. 5-7).
7) INSTRUCTIES VOOR HET GEBRUIK. Alvorens over te gaan op reddings-/eva-
cuatiehandelingen, dienen alle risicofactoren (gelijktijdig, voortvloeiend of m.b.t.
omgeving) in overweging te worden genomen.
7.1 - EN 1497:2007. De reddingsgordel is bedoeld om tijdens normale werk-
zaamheden te worden gedragen. De gebruiker moet op een veilige plaats een
ophangtest uitvoeren alvorens de reddingsgordel te gebruiken, om te controleren
of de maat goed is, er voldoende speling is en of de gordel comfortabel is voor
het beoogde gebruik.
7.2 - EN 1498:2006-B. 1) De reddingsriem is uitsluitend bedoeld voor reddings-
doeleinden. 2) De hulpverlener moet ervoor zorgen dat de te redden persoon niet
in gevaar komt door verschuiving van de reddingsriemen of door contact met de
verbindingselementen, bijvoorbeeld een karabiner die het hoofd van de te redden
persoon raakt tijdens een onopzettelijk incident, zoals een korte val.
7.3 - Extra waarschuwingen. 1) Het onbeweeglijk hangen in een gordel kan
leiden tot ernstige fysiologische letsels of de dood. 2) Houd rekening met de ef-
fecten van vocht en ijs, extreme temperaturen, scherpe randen, chemische stoffen,
elektrische geleidbaarheid, insnijdingen, schuren, UV-stralen, enz., daar deze
zaken de integriteit van de uitrusting kunnen aantasten. 3) Gebruik uitsluitend
verankeringspunten met een minimale weerstand van 12 kN die geen scherpe
punten hebben, en verticaal, tenminste ter hoogte van de riem, op de te redden
persoon zijn geplaatst.
8) SYMBOLEN. Zie de legenda in de algemene instructies (paragraaf 15): F1.
Climbing Technology by Aludesign S.p.A. via Torchio 22
15/28
IST52-7H123CT_rev.3 05-21
www.climbingtechnology.com
24034 Cisano B.sco BG ITALY