met een geopende deur voorkomt.
• voor activering van de automatische sluiting een extra
veiligheidsinrichting (veiligheidsstrip etc.) is gemonteerd.
• bedienen personen met beperkte fysieke, sensorische of
geestelijke vermogens of weinig ervaring en/of geen kennis
de deuraandrijving, dan moeten deze onder toezicht staan
van een een voor hun veiligheid verantwoordelijk persoon.
7 Veiligheidstips voor de montage
Laat de montage door opgeleid, deskundig personeel
uitvoeren.
Werkzaamheden aan de elektrische installatie mogen alleen
door geautoriseerd deskundig personeel worden uitgevoerd.
Het draagvermogen en de geschiktheid van de
steunconstructie van het gebouw waarin de deuraandrijving
moet worden ingebouwd, moet door deskundig personeel
worden gecontroleerd en bevestigd.
De deuraandrijving moet aan alle bevestigingspunten zeker
en volledig bevestigd worden. De bevestigingsmaterialen
dienen conform de steunconstructie zo gekozen te worden
dat elk van de bevestigingspunten minimaal tegen een
trekkracht van 900 N bestand is.
Als niet aan deze eisen wordt voldaan, bestaat het
gevaar van persoonlijk letsel en materiële schade door
een naar beneden vallende aandrijving of een
ongecontroleerd bewegende deur.
Bij het boren van de bevestigingsgaten mogen noch de
dragende delen van het gebouw noch elektrische leidingen,
waterleidingen of andere leidingen beschadigd worden.
Beveilig, na het omhoogtillen van de deuraandrijving tot aan
het plafond van het gebouw, de aandrijving tot aan de
volledige bevestiging met geschikte middelen tegen naar
beneden vallen. Zie afbeelding op pagina 166)
Houd u aan de betreffende arbo-voorschriften; houd kinderen
tijdens het inbouwen uit de buurt.
8 Veiligheidsvoorzieningen van de
deuraandrijving
De deuraandrijving beschikt over de volgende
veiligheidsvoorzieningen. Deze mogen niet verwijderd
worden en hun werking mag niet belemmerd worden.
• Automatische krachtuitschakeling in de functies "OPEN" en
"DICHT"
• Aansluiting voor fotocel / veiligheidsstrip / optosensor.
• Noodstopaansluiting: Aansluiting bijv. van een schakelaar
(optioneel) op een in de deur ingebouwde loopdeur.
• Noodontgrendeling (zie pagina 168 (J))
9 Veiligheidscontrole
Krachtuitschakeling controleren
De automatische krachtuitschakeling is een inklem- en
veiligheidsinrichting, die letsel door een bewegende deur
moet voorkomen.
De deur van buiten met beide handen op heuphoogte
stoppen.
Bij het sluiten:
De deur moet automatisch stoppen en even teruglopen als hij
op weerstand stoot.
Bij het openen:
De deur moet automatisch stoppen als hij op weerstand stoot
(als menu A7 = 001, volgt een korte terugloop).
Na het uitschakelen van de kracht knippert het
52 / 214
deuraandrijvingslampje tot de volgende impuls of het
volgende radiografische commando.
Noodontgrendeling
Controleren volgens de gegevens op pagina 168 (J).
Extra veiligheidsvoorzieningen
Controleren op correct functioneren volgens de
fabrieksgegevens.
10 Display en bedieningselementen
5
Toets Deur sluiten / Minus
6
Toets Menu / bevestiging (programmering)
7
Toets Deur openen / Plus
8
Lampje
8
Meldingen van het lampje (8)
Statusmeldingen
A Deur op eindstand OPEN
B Deur tussen de beide eindstanden
C Deur op eindstand DICHT
Toestandsmeldingen
Tijdens de deurbeweging in richting OPEN:
C => B => A...
Tijdens de deurbeweging in richting DICHT:
A => B => C...
L4 Instellen eindstand OPEN
L3 Referentierit DICHT en instellen eindstand DICHT
L2 Inleesrit OPEN (krachtwaarden)
L1 Inleesrit DICHT (krachtwaarden)
Err Fout en foutnummer (knipperend)
11 Aansluitingen
1
Noodstop (groen)
2
Fotocel (geel)
3
Functie programmeerbaar, zie Hoofdstuk 18, C4
4
1
N000925 12/2010
5
6
7
2
3
4
Magic 1000