5
Systeeminstallatie
5.3 Bedrading voor 2-zone-temperatuurregeling
1. Watercirculatiepomp 2 (Zone1 watercirculatiepomp) / Watercirculatiepomp 3 (Zone2 watercirculatiepomp)
Breng elektrische bedrading aan tussen de watercirculatiepompen 2 en 3 en de aansluiting van de betreffende
uitgangen. (Raadpleeg "Uitgangen" in 5.2.)
2. Debietschakelaar 2 (Zone1 debietschakelaar) / Debietschakelaar 3 (Zone2 debietschakelaar)
Sluit debietschakelaars 2 en 3 aan op de betreffende aansluitingen. (Raadpleeg "Signaalingangen" in 5.2.)
Stel Dip-schakelaars 3-2 en 3-3 in volgens de functie van de individuele debietschakelaars 2 en 3.
(Raadpleeg "Functies van Dip-schakelaars" in 5.1.)
3. Thermistor
Sluit voor het monitoren van de Zone1 debiettemperatuur de thermistor aan op de THW6-aansluitingen (TBI. 2-3 en 2-4).
Sluit voor het monitoren van de Zone1 retourtemperatuur de thermistor aan op de THW7-aansluitingen (TBI. 2-5 en 2-6).
Sluit voor het monitoren van de Zone2 debiettemperatuur de thermistor aan op de THW8-aansluitingen (TBI. 2-7 en 2-8).
Sluit voor het monitoren van de Zone2 retourtemperatuur de thermistor aan op de THW9-aansluitingen (TBI. 2-9 en 2-10).
De maximale lengte van de bedrading van de thermistor is 30 m. De lengte van de bedrading van de optionele thermistors
is 5 m. Houd u aan de volgende aanwijzingen als de bedrading moet worden gesplitst en langer moet worden gemaakt.
1) Soldeer de aansluitingen van de bedrading.
2) Isoleer elke aansluiting tegen stof en water.
4. Gemotoriseerde mengklep
Sluit drie draden die van de gemotoriseerde mengklep komen aan op de betreffende aansluitingen, raadpleeg
"Uitgangen" in 5.2.
Opmerking: Sluit de signaallijn naar open Poort A (warmwaterinlaatpoort) aan op TBO. 2-3 (Open), de signaal-
lijn naar open Poort B (koudwaterinlaatpoort) aan op TBO. 2-1 (Sluit), en de neutrale aansluitdraad
op TBO. 2-2 (N).
5.4 2-zone-kraan AAN/UIT-regeling
Openen/sluiten van het 2-wegventiel biedt een eenvoudige 2-Zone-regeling.
Debiettemperatuur is gelijk voor Zone1 en 2.
1. Leidingwerk
2. Dip-schakelaar
Zet Dip-schakelaar 3-6 op ON.
3. 2-wegventiel 2a (voor Zone1) / 2-wegventiel 2b (voor Zone2)
Sluit 2-wegventiel 2a en 2b elektrisch aan op de betreffende externe uitgangen. (Raadpleeg "Externe uitgangen" in 5.2.)
4. Aansluiting kamerthermostaat
Modus verwarmingswerking
Kamertemp. regeling
(Auto aanpassing) *3
Compensatiecurve of debiettemp. regeling
*3 Installeer de kamerthermostaat voor Zone1 in de hoofdruimte omdat de Kamertemp. regeling voor Zone1 voorrang krijgt.
*4 De draadloze afstandsbediening kan worden gebruikt als thermostaat.
5.5 Alleen binnenunit-werking (tijdens installatiewerkzaamheden)
Als SWW of verwarmingswerking is vereist voorafgaand aan aansluiting van de buitenunit, bijv. tijdens installatiewerkzaamheden, kan
een elektrische verwarming in de binnenunit (*1) worden gebruikt.
*1 Alleen model met elektrische verwarming.
1. Werking opstarten
2. Werking uitschakelen*
*Als de werking van alleen de binnenunit is beëindigd, controleer dan de instellingen nadat de buitenunit is aangesloten.
Opmerking:
Langdurig inschakelen van deze werking kan de levensduur van de elektrische verwarming bekorten.
21
3
1
4
2
Zone1
1. Zone1 2-wegventiel 2a (ter plaatse aan te schaffen)
2. Zone2 2-wegventiel 2b (ter plaatse aan te schaffen)
Zone1
3. Watercirculatiepomp 2 (ter plaatse aan te schaffen) *1
4. Omleidingsklep (ter plaatse aan te schaffen) *2
*1 Monteren in overeenstemming met het systeem ter plaatse.
*2 Om veiligheidsredenen wordt montage van een omleidingsklep aan-
bevolen.
Zone2
Zone2
Kamertemperatuurthermostaat (ter plaatse aan te schaffen)
N
L
FTC
3
1
2
TBO.2
Sluiten
N Open
naar Zone2
uit mengtank
verwarmingstoestel
A
Gemotoriseerde
mengklep
B
naar mengtank
van Zone2
verwarmingstoestel
ON is. Gebruik zo nodig een antivriesoplossing om
bevriezing te voorkomen.
2. Monteer een 3-wegventiel (OUT4) in het primaire
watercircuit als een mengtank en SWW-tank worden
geïnstalleerd.