5
Systeeminstallatie
<Bedieningsinstellingen>
Verwarmingswerking
Deze functie maakt het mogelijk de bedieningsinstelling van het bereik van de voorlooptemp. vanaf de Ecodan uit te voeren en ook het tijdsinterval in te stellen waarbij de
FTC gegevens voor de stand Auto aanpassing verzamelt en verwerkt.
Menu-ondertitel
Voorlooptemp. bereik
Min.temp.
Max.temp.
Kamertemp. regeling
Modus
Interval
Aanpass. versch. W/P thermo On/Off
Ondergrens
Bovengrens
Opmerking:
1. De minimum debiettemperatuur die werking van de warmtepomp verbiedt is 20 ºC.
2. De maximum debiettemperatuur die werking van de warmtepomp toestaat is gelijk aan de maximumtemperatuur die is ingesteld in het menu Bereik Voorlooptemp.
Anti-vries modus
Menu-ondertitel
Anti-vries modus
Watert
Buitentemperatuur
*1 Wanneer het systeem wordt uitgeschakeld, is de Anti-vries modus niet ingeschakeld.
*2 Watert is vast ingesteld op 20 ºC en kan niet worden gewijzigd.
<Simultaan-werking>
Gedurende perioden van zeer lage buitentemperaturen kan deze stand worden
gebruikt. Bij simultaan-werking kan zowel de SWW als de ruimteverwarming werken
doordat de warmtepomp en/of boosterverwarming worden gebruikt voor het leveren
van ruimteverwarming, terwijl alleen de dompelweerstand verwarming levert voor
SWW. Deze werking is alleen beschikbaar als er een SWW-tank MAAR OOK een
dompelweerstand in het systeem aanwezig is.
<Koudweerfunctie>
Wanneer bij een extreem lage buitentemperatuur de capaciteit van de warmtepomp beperkt is, wordt de verwarming of SWW alleen door de elektrische boosterverwarming
(en dompelweerstand, indien aanwezig) geleverd. Deze functie is alleen bedoeld voor gebruik in extreem koude perioden. Uitgebreid gebruik van ALLEEN directe
elektrische verwarmingstoestellen zal een hoger elektriciteitsverbruik tot gevolg hebben en kan de levensduur van verwarmingstoestellen en verwante onderdelen bekorten.
de buitentemperatuur hoger wordt dan de geselecteerde temperatuur voor
Vloerdrogingsfunctie
De vloerdrogingsfunctie wijzigt automatisch de doeltemperatuur van SWW in sta-
dia voor het geleidelijk drogen van beton wanneer dit speciale type van vloerver-
warming is geïnstalleerd.
Wanneer de werking is voltooid, stopt het systeem iedere activiteit behalve de
Anti-vries modus.
Voor de vloerdrogingsfunctie is de doeltemperatuur van het debiet van Zone1
gelijk aan die van Zone2.
Functies
Vloerdrogingsfunctie
Stap stijging
Debiettemperatuur
debiettemperatuur
(stijging)
Stijgingsinterval
Stap daling
Debiettemperatuur
debiettemperatuur
(daling)
Dalingsinterval
Start & Finish
Doeltemperatuur
Max. doeltemperatuur
Periode
maximumtemperatuur
33
Functie
Om het verlies door vaak AAN en UIT zo klein mogelijk te maken in seizoe-
nen met een milde buitentemperatuur.
De debiettemperatuur zo hoog mogelijk zetten afhankelijk van het type ver-
warmingstoestellen.
Instelling voor Kamertemp. regeling
In de stand Krachtig wordt de doeltemperatuur van het uitlaatwater hoger inge-
steld dan in de stand normaal. Daarmee wordt de tijd tot het bereiken van de
doeltemperatuur in de kamer bekort als de kamertemperatuur relatief laag is.*3
Selecteerbaar afhankelijk van het type verwarmingstoestel en de materialen
van de vloer (d.w.z. radiatoren, vloerverwarming -dik/dun beton, hout, enz.)
Om het verlies door vaak AAN en UIT zo klein mogelijk te maken in seizoe-
nen met een milde buitentemperatuur.
Verbiedt de werking van de warmtepomp tot de debiettemperatuur daalt on-
der de doeltemperatuur van het debiet plus de waarde van de ondergrens.
Staat de werking van de warmtepomp toe tot de debiettemperatuur stijgt bo-
ven de doeltemperatuur van het debiet plus de waarde van de bovengrens.
<Table 5.6.1> Verwarmingswerking (tabel Kamertemp.regeling)
Functie/Beschrijving
Een bedrijfsfunctie die voorkomt dat het watercircuit bevriest als de buitentemperatuur daalt.
De doeltemperatuur van het uitlaatwater bij het watercircuit als de anti-vries modus actief is. *2
Minimum buitentemperatuur waarbij de Anti-vries modus zal worden ingeschakeld,
(3 - 20 ºC) of selecteer**. Als u asterisk (**) kiest, wordt de Anti-vries modus gedeactiveerd. (d.w.z., er bestaat een risico dat
het water in het primaire circuit bevriest)
Symbool Beschrijving
Zet de functie op ON, schakel het systeem in met de hoofdbediening om
a
de droog-verwarmingsfunctie te starten.
b
Stelt de stap in waarmee de doeltemperatuur van het debiet stijgt.
c
Stelt de periode in dat dezelfde doeltemperatuur van het debiet wordt aangehouden. 1 - 7
d
Stelt de stap in waarmee de doeltemperatuur van het debiet daalt.
e
Stelt de periode in dat dezelfde doeltemperatuur van het debiet wordt aangehouden. 1 - 7
Stelt de doeltemperatuur van het debiet in bij het begin en het einde van de
f
werking.
g
Stel de maximum doeltemperatuur van het debiet in.
Stelt de periode in dat maximale doeltemperatuur van het debiet wordt
h
aangehouden.
de buitentemperatuur hoger wordt dan de geselecteerde temperatuur voor
Doeltemperatuur debiet
(°C )
(h)
45
(g)
40
35
(b)
(c)
30
(f)
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
Dagen
controle en buitenthermostaat los omdat anders de doeltemperatuur van het
debiet misschien niet zal worden gehandhaafd.
Bereik
Eenheid
Standaard
25 - 45
30
ºC
35 - 60
50
ºC
Normaal/
--
Normaal
Krachtig
10 ~ 60
min.
10
On/Off
—
On
-5
ºC
+3 - +5
+5
ºC
(d)
(e)
Optie/Bereik
Eenheid Standaard
On/Off
—
Off
+1 - +10
ºC
+5
dag
2
ºC
dag
2
25 - 60
ºC
30
25 - 60
ºC
45
1 - 20
dag
5