Ga voor gebruik na of de testkabel en het toestel onbeschadigd zijn en
probleemloos functioneren. (bv. aan bekende spanningsbronnen).
Het toestel mag niet meer gebruikt worden als de behuizing of de
testkabels beschadigd zijn, als een of meerdere functies uitvallen, als er
geen werking meer wordt weergegeven of als u vermoedt, dat er iets niet
in orde is.
Als de veiligheid van de gebruiker niet kan worden gegarandeerd, moet
het toestel buiten bedrijf worden gezet en tegen gebruik worden
beveiligd.
Verwijder de batterij onmiddellijk zodra het batterijsymbool op het
schermpje verschijnt.
Schakel het toestel altijd uit voordat u het toestel opent om batterijen te
vervangen.
Verwijder het meettoestel nooit met afgenomen achterkantbedekking of
met open batterij- of zekeringenvak.
Gebruik het toestel niet in de buurt van sterke magneetvelden (bv.
lastranformator), omdat die de weergave kunnen vervalsen.
Gebruik het toestel nooit in open lucht, in een vochtige omgeving of in
omgevingen die aan sterke temperatuurschommelingen onderhevig zijn.
Gebruik het toestel nooit in een omgeving waar explosieve of
ontvlambare gassen, dampen of stof kan optreden.
Bewaar het toestel niet in rechtstreeks zonlicht.
Als u het toestel langere tijd niet gebruikt, verwijder dan de batterij.
Als het toestel aangepast of gewijzigd wordt, is de betrouwbaarheid niet
langer gegarandeerd. Bovendien vervallen alle garantie- en
aansprakelijkheidsvorderingen.
NL 4