F
GB
D
E
I
P
OVERZICHT
1.
Aanzuigpompbal
2.
Chokeknop
3.
Brandstoftankdop
4.
Startkabel
5.
Gashendelontgrendelknop
6.
Aan/uit-schakelaar
7.
Gashendel
8.
Linker handgreep
9.
Gashendelvergrendelknop
10. Draaggordel
11. Buis (maaiboom)
12. Mesbeschermkap
13. Slagmes met 3 tanden
14. Afschermkap
15. Maaidraad
16. Stationaire stelschroef
17. Blokkeerschroef (HBC30SBS)
18. Opbergsteun (HBC30SBS)
19. Hoofdhandgreep met gashendel
MONTAGE
Zie afbeelding 2.
WAARSCHUWING
Mocht er een onderdeel ontbreken, gebruik dit
apparaat dan niet voordat u het betreffende
onderdeel heeft ontvangen. Niet naleving van dit
voorschrift kan ernstig lichamelijk letsel tot gevolg
hebben.
WAARSCHUWING
Probeer niet om veranderingen aan uw apparaat
aan te brengen of om accessoires toe te voegen
waarvan het gebruik niet wordt aanbevolen.
Dergelijke aanpassingen of wijzigingen vallen
onder verkeerd gebruik en kunnen gevaarlijke
situaties teweegbrengen die ernstig lichamelijk
letsel kunnen veroorzaken.
WAARSCHUWING
Koppel altijd de bougiekabel los als u onderdelen
monteert. Bij niet naleving van dit voorschrift
kan de machine ongewild in werking treden en
ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.
WAARSCHUWING
Monteer of verplaats de buis van het accessoire
nooit bij draaiende motor. Niet-naleving van
dit voorschrift kan ernstig lichamelijk letsel
veroorzaken.
960720001-01.indd 69
960720001-01.indd 69
NL
S
DK
N
FIN GR HU
Nederlands
69
CZ RU
RO PL SLO HR TR EST LT
WAARSCHUWING
Kijk voordat u het apparaat gaat gebruiken of
de blokkeerschroef goed is aangedraaid en
controleer tijdens het gebruik regelmatig of
de schroef nog steeds vastzit om gevaar voor
ernstig lichamelijk letsel te voorkomen.
BEDIENING
Lees de gebruikershandleiding, let op de
waarschuwingen en houd u aan de veiligheids-
voorschriften.
Draag een veiligheidsbril, gehoorbeschermers
en een helm.
Zorg dat omstanders, in het bijzonder kinderen
en dieren, minstens 15 meter verwijderd
blijven uit het gebied waar gemaaid wordt.
BRANDSTOF EN HET BIJVULLEN VAN DE TANK
VEILIG OMGAAN MET BRANDSTOF
Ga altijd voorzichtig om met brandstof; dit is een zeer
■
ontvlambare stof.
Werk altijd in de open lucht en uit de buurt van
■
v o n k e n o f v l a m m e n b i j h e t m e n g e n v a n
brandstofcomponenten en het bijvullen van de tank.
Adem geen benzinedampen in.
Voorkom aanraking met benzine of olie.
■
Voorkom vooral dat er benzine of olie in uw ogen spat.
■
Als er benzine of olie in uw ogen is gespat, moet u ze
onmiddellijk met helder water spoelen. Als ze geïrriteerd
blijven, dient u onmiddellijk een arts te raadplegen.
Veeg onmiddellijk eventuele sporen van gemorste
■
brandstof af.
(afb. 3)
BRANDSTOF MENGEN
Dit apparaat is voorzien van een tweetaktmotor die
■
loopt op een mengsel van benzine en synthetische
tweetaktolie. Vermeng de loodvrije benzine en de
synthetische tweetaktolie in een schone houder die
goedgekeurd is voor gebruik met benzine.
De motor werkt op loodvrije autobenzine met een
■
octaangehalte van 87 ([R+M]/2) of meer.
BEDIENING
G e b r u i k g e e n m e n g s m e r i n g z o a l s d i e b i j
■
benzinestations wordt verkocht voor motoren,
brommers, enz.
LV
SK BG
12/6/07 5:37:28 PM
12/6/07 5:37:28 PM