Stihl RE 271 Manual De Instrucciones página 199

Reinigingsmiddel uit een apart reservoir
aanzuigen
De dop met de aanzuigslang op de
N
vulopening van de
reinigingsmiddeltank losdraaien
De vulopening van de
N
reinigingsmiddeltank met de dichte
dop afsluiten
De dop met de aanzuigslang op het
N
afzonderlijke
reinigingsmiddelreservoir
schroeven
De dop is voorzien van
standaardschroefdraad en past op alle
gangbare reinigingsmiddeltanks
(blikken).
De aanzuigslang zo ver mogelijk in
N
het reinigingsmiddelreservoir
schuiven
Het reinigingsmiddelconcentraat exact
berekenen, instellen
Bij enkele reinigingsmiddelen moet de
concentratie zeer nauwkeurig worden
ingesteld. In dit geval de waterdoorzet
en het reinigingsmiddelverbruik meten.
RE 271, RE 271 PLUS, RE 281, RE 281 PLUS
De stelknop op de sproeier op de
N
lagedrukstand instellen – zoals
hiervoor beschreven
Doseerknop voor het
N
reinigingsmiddel in de stand "0 %
(min)" plaatsen
Het spuitpistool in een hiertoe
N
geschikt, leeg opvangblik (> 20 l)
houden en exact 1 minuut
inschakelen
Wateropbrengst "Q" in het blik
N
meten
2 liter reinigingsvloeistof in de
N
voorgeschreven verdunning in een
hiertoe geschikt blik (met een
schaalverdeling van 0,1 l) vullen –
STIHL adviseert STIHL
reinigingsmiddelen te gebruiken
De aanzuigslang in het blik houden
N
De doseerknop voor het
N
reinigingsmiddel overeenkomstig
de gewenste concentratie instellen:
0 % (min) tot 5 % (max)
Het spuitpistool in een hiertoe
N
geschikt, leeg opvangblik (> 20 l)
houden en exact 1 minuut
inschakelen
Het verbruik aan reinigingsmiddel
N
"QR" aan de hand van de
schaalverdeling aflezen
Berekening van de werkelijke
reinigingsmiddelconcentratie:
QR
x V = concentratie
Q
QR = hoeveelheid verbruikt
–
reinigingsmiddel (in l/min)
Q = waterhoeveelheid zonder
–
reinigingsmiddel (in l/min)
V = voorverdunning van het
–
reinigingsmiddel (in %)
Als de werkelijke concentratie afwijkt
van de gewenste, de doseerknop
overeenkomstig verstellen en zo nodig
de meting herhalen.
Voorverdunning van het
reinigingsmiddel in % berekenen
Als de voorverdunning niet in
percentages wordt weergegeven, kan
deze met behulp van de volgende tabel
worden vastgesteld:
Verhoudingswaarde
1:1 = 50 %
1:2 = 33,3 %
1:3 = 25 %
1:5 = 16,6 %
1:10 = 9 %
Voorbeeld:
Berekening verhoudingswaarde 1:2
A = 1
–
B = 2
–
A
x 100 = waarde in %
(A + B)
1
x 100 = 33,3 %
(1 + 2)
Nederlands
197