2. Draai de knoppen los (
,
) zodat u de beschermkap/spaanderopvangbak
68
69
bovenste tafel kunt losnemen.
3. Schuif de beschermkap/spaanderopvangbak van de bovenste tafel.
4. Draai de beschermkap/spaanderopvangbak 180˚.
5. Houd de 2 externe stofpoortribben van de beschermkap/spaanderopvangbak tegenover
de 2 sleuven in het zijpaneel.
6. Schuif de beschermkap/spaanderopvangbak naar voren in de microschakelaar
7. Zet de beschermkap/spaanderopvangbak vast door de knoppen (
8. Breng de beschermkap
13
omlaag totdat deze contact maakt met de
spaanderopvangbak en zet vast met de hefboom
OPMERkIng: Als u stofafzuiging gebruikt, brengt u de bovenste tafel helemaal omlaag
en bevestigt u de adapter op de stofkoker en brengt u vervolgens de bovenste tafel weer
omhoog tot deze contact maakt met de adapter.
Aanpassing
WAARSCHUWING: Trek vóór de aanpassing altijd de stekker uit het stopcontact.
De langsgeleiding aanpassen (Afb. I1–I3)
De rechte hoek aanpassen (afb. I1)
De langsgeleiding heeft een verstelbare stop voor gemakkelijke aanpassing van de
rechte hoek.
1. Maak de klemhandgreep van de hoek los
2. Drukte langsgeleiding recht omhoog zodat deze volledig verticaal is en zet de
klemhandgreep vast.
3. Plaats een winkelhaak
41
op de tafel en tegen de langsgeleiding
4. Ga als volgt te werk, als aanpassing nodig is:
a. Draai de moer
42
enkele slagen los en draai de schroef van de stop voor de aanpassing
van de verticale positie
43
in of uit tot de langsgeleiding in een hoek van 90° staat ten
opzichte van de tafel zoals door de winkelhaak wordt aangeduid.
De afschuinhoek aanpassen (afb. I2)
1. Maak de klemhandgreep van de hoek los
2. Verplaats de langsgeleiding
8
langs haar lengteas zodat de gewenste hoek ontstaat.
3. Controleer dat de onderste rand van de langsgeleiding de bovenzijde van de tafel
4. Zet de klemhandgreep van de hoek vast.
De schaafbreedte aanpassen (afb. I3)
1. Maak de klemhandgreep van de langsgeleiding los
2. Verplaats de langsgeleiding
8
over de bovenste tafel
3. Zet de klemhandgreep van de langsgeleiding vast.
De beschermkap afstellen (Afb. J)
De beschermkap kan worden afgesteld op iedere vaste positie boven de tafel voor een
optimale afscherming.
WAARSCHUWING: Het is belangrijk dat u altijd de beschermkap afstelt op de
schaafbreedte en de hoogte van het werkstuk.
De breedte aanpassen
1. Draai de vergrendelknop
44
los.
2. Verplaats de beschermkap
naar de gewenste breedte.
13
3. Maak de afstelknop vast.
De hoogte aanpassen
1. Maak de klemhandgreep los
12
.
2. Verplaats de beschermkapbeugel
45
3. Zet de klemhandgreep vast.
De schaafdiepte aanpassen (Afb. K, L1–L3)
schaafstand (afb. k)
1. Draai de vergrendelring
46
los.
2. Pak de diepteafstelknop
vast en pas de schaafdiepte aan met behulp van de
10
schaal
47
.
-
Draai naar rechts als u de schaafdiepte wilt laten afnemen.
-
Draai naar links als u de schaafdiepte wilt laten toenemen.
3. Maak de vergrendelring vast.
Vandiktestand (afb. L1–L3)
1. Plaats de hefhandgrepen
2
op het uiteinde van de hefas
2. Draai de handgreep (rechts) tot deze contact maakt met de asmoer.
3. Draai de hefhandgreep naar links totdat deze uitkomt bij het gat en de vlakke zijde van
de as.
4. Draai met een inbussleutel van 2,5 millimeter de deuvel van de hefhandgreep (Afb.
L2) vast.
-
Draai naar rechts als u de schaafdiepte wilt laten afnemen.
-
Draai naar links als u de schaafdiepte wilt laten toenemen.
5. Lees de voltooide dikte van uw werkstuk af op de diepteafstellingsschaal
4
66
68
,
69
) aan te draaien.
12
.
40
.
8
.
40
.
.
7
9
voor de gewenste breedte.
naar de gewenste hoogte.
48
(Afb. L1).
5
(Afb. L3).
BEDIENING
van de
Instructies voor gebruik
WAARSCHUWING: Houd u altijd aan de veiligheidsinstructies en van toepassing
zijnde voorschriften.
WAARSCHUWING: Om het gevaar op ernstig persoonlijk letsel te verminderen,
zet u het gereedschap uit en ontkoppelt u het van de stroomvoorziening, voordat
.
u enige aanpassing maakt of hulpstukken of accessoires verwijdert/installeert.
Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar in de OFF (UIT) positie staat. Het onbedoeld opstarten
kan letsel veroorzaken.
Het is belangrijk dat de machine wordt geplaatst overeenkomstig uw ergonomische condities
waar het betreft hoogte en stabiliteit van het werkblad. De plaats van de machine moet zo
worden gekozen dat de gebruiker een goed overzicht heeft en voldoende ruimte rond de
machine heeft voor het zonder enige beperkingen werken met het werkstuk.
Voor ingebruikneming
•
Verwijder vreemde voorwerpen. Schaaf geen hout met losse knoesten. Schaaf geen hout
dat veel knoesten heeft en erg krom is.
In- en uitschakelen (Afb. M)
De aan/uit-schakelaar biedt meerdere voordelen:
Geen-voltage vrijgavefunctie
Als de stroom om een bepaalde reden uitvalt, moet de schakelaar bewust opnieuw
worden bediend.
Motoroverbelastingsbescherming
Als de motor overbelast wordt, wordt de stroomvoorziening naar de motor afgesloten. Laat,
als dat gebeurt, de motor 2 minuten afkoelen en druk daarna op de groene startknop.
1. Schakel de machine in door op de groene startknop te drukken
2. Schakel de machine uit door op de rode stopknop te drukken
WAARSCHUWING: Schakel de machine altijd uit wanneer het werk is voltooid en
voordat u de stekker uit het stopcontact trekt.
Schaven (Afb. N1, N2)
1. Monteer de beschermkap/spaanderopvangbak zoals hierboven wordt beschreven.
9
raakt.
2. Pas de langsgeleiding aan als dat nodig is.
3. Pas de beschermkap aan voor een optimale afscherming.
4. Stel de schaafdiepte in.
5. Schakel de machine in.
-
Voer het werkstuk langzaam onder de beschermkap aan, terwijl u het stevig tegen de
langsgeleiding gedrukt houdt.
Voer het werkstuk aan in de richting van de nerf.
-
-
Denk eraan de aanduwstok te gebruiken wanneer u dicht bij de beitelkop komt.
Vandikteschaven (Afb. A2, O1, O2)
1. Monteer de beschermkap/spaanderopvangbak zoals hierboven wordt beschreven.
2. Breng de beschermkap omlaag
3. Stel de schaafdiepte in.
4. Schakel de machine in.
-
U bereikt de beste resultaten wanneer het werkstuk ten minste één vlak
oppervlak heeft.
U bereikt de beste resultaten wanneer u beide zijden van het werkstuk schaaft tot de
-
gewenste dikte is bereikt.
Volg de richtlijnen voor de spaanafname en breedte van het materiaal
zoals aangegeven in onderstaande tabel.
2,5
1,6
0,8
0
20 50
5. Voer het werkstuk langzaam aan in de machine.
6. Voer het werkstuk aan in de richting van de nerf.
Afbrokkeling
Afbrokkeling is een deuk die wordt gemaakt wanneer de uiteinden van het werkstuk in
contact komen met de beitels. U kunt afbrokkeling voorkomen door:
1. Het werkstuk vlak te houden gedurende de gehele schaafbewerking.
.
53
54
.
.
13
Zacht hout
Hard hout
100 150 200
250
300
Breedte van het materiaal (mm)
nEDERLanDs
41