Slijtagebewaking – Algemeen
Elk gereedschap staat ook bij bedoeld gebruik bloot
aan slijtage. Deze slijtage is binnen bepaalde gren-
zen tolereerbaar en wordt bij elke kalibratie gecom-
penseerd.
Voor het oproepen van de huidige staat van het ge-
reedschap en voor de numerieke uitvoer op het dis-
play van de tang moet de drukknop 'Modus' 10 s lang
(bereik: 8 s tot 15 s) worden bediend. Weergegeven
worden na elkaar de volgende waarden:
• serienummer
• de huidige slijtagewaarde
• de positiewaarde van de onderste aanslag van de
onversleten tang (vaste waarde,)
• het aantal tot dusver uitgevoerde kalibraties
Als referentiewaarde voor berekening van de huidige
slijtagewaarde dient de mechanische aanslag op het
onderste instelpunt. De waarde is vast opgeslagen in
het geheugen van het gereedschap en kan niet wor-
den aangepast. Bij elke batterijvervanging moet een
kalibratie met deze referentiewaarde worden uitge-
voerd. Hiervoor moet de volgende procedure worden
aangehouden:
Kalibratie van de referentiewaarde
(Ter voorbereiding moet de batterij worden verwijderd)
• Tang openen
• Instelwieltje tot aan de aanslag naar het onderste
instelpunt draaien (draairichting: min; zie afb.) en
daar laten staan
• Batterij inleggen; op het display wordt weergegeven
'CAL' als verzoek tot kalibratie
• Tang met de kalibratiedoorn op 2 mm kalibreren zo-
als hierboven beschreven, doordat de afstand van
de crimpdoorns door middel van de kalibratiedoorn
exact op 2 mm wordt ingesteld.
• Knop 'ON/OFF' ingedrukt houden en met de leer-
doorn de drukknop 'MODE' bedienen
• Knop 'MODE' minimaal 5 seconden lang ingedrukt
houden
• Na 5 seconden moet de drukknop 'MODE' worden
losgelaten en daarna de drukknop 'ON/OFF'
• Het digitale display springt automatisch op de leer-
doornwaarde 2,0 mm
• De tang is gekalibreerd en gereed voor instelling
van de crimpparameters
Fouten verhelpen
De vierdoorncrimptang bereikt zijn slijtagegrens na
ong. 50.000 crimpcyclussen. Overschrijding van de-
ze grens wordt op het display met de foutmelding 'E1'
weergegeven. Hierbij schakelt het display geduren-
de de bediening tussen de ingestelde crimpwaarde en
de melding 'E1' cyclisch om en geeft vervolgens con-
tinu 'E1' weer.
Onderhoud
De tang moet voor aanvang van de werkzaamheden
altijd worden gecontroleerd op correct en probleem-
loos functioneren. Crimpresten moet u uit de crimp-
klauwen en de locator verwijderen. De tangscharnie-
ren moet regelmatig met een dun laagje machineolie
worden ingesmeerd. Zorg ervoor dat alle bouten met
borgringetjes zijn gezekerd.
28