OBJ_BUCH-1831-001.book Page 40 Tuesday, November 27, 2012 9:37 AM
Temperatuurbewaking
Het meetgereedschap is voorzien van een tempe-
ratuurbewaking, aangezien een nauwkeurige me-
ting slechts mogelijk is zolang de temperatuur bin-
nen in het meetgereedschap constant blijft.
Licht de indicatie voor de temperatuurbewaking g
op, bevindt het meetgereedschap zich buiten de
bedrijfstemperatuur of heeft het blootgestaan aan
sterke temperatuurschommelingen. Schakel het
meetgereedschap uit en laat het eerst op de juis-
te temperatuur komen voordat u het weer in-
schakelt.
Waarschuwingsfunctie
Licht in het display 3 de indicatie b op en knippert
de indicatie 4 boven de toets 10, dient u de meting
opnieuw te starten. Neem het meetgereedschap
van de muur en zet het op een andere plaats op de
ondergrond.
Knippert in het display 3 de indicatie b, dient u het
meetgereedschap in het meegeleverde bescher-
metui naar een erkende klantenservicewerkplaats
te sturen.
Nakalibreren
Als in de functie „metaal" de meetindicatie i conti-
nu uitslaat, hoewel zich geen metalen voorwerp in
de buurt van het meetgereedschap bevindt, kan
het meetgereedschap handmatig worden nagekali-
breerd.
– Schakel het meetgereedschap uit.
– Verwijder alle voorwerpen die kunnen worden
aangegeven uit de buurt van het meetgereed-
schap, ook polshorloge of ringen van metaal, en
houd het meetgereedschap in de lucht.
Let erop dat de batterij-indicatie h nog minstens
een derde van de capaciteit aangeeft:
Houd het meetgereedschap zo dat het typeplaat-
je 13 naar de grond wijst. Voorkom fel licht van
lichtbronnen of rechtstreeks zonlicht op de ge-
deelten 12 en 13 zonder deze gedeelten af te
dekken.
– Druk tegelijkertijd op de toetsen 5 en 7 en houd
beide toetsen ingedrukt tot de ring 1 rood ver-
licht is. Laat vervolgens beide toetsen los.
– Als het kalibreren is geslaagd, start het meetge-
reedschap na enkele seconden automatisch en
is het weer gereed om te worden gebruikt.
Opmerking: Als het meetgereedschap niet auto-
matisch start, herhaalt u het nakalibreren. Start het
meetgereedschap dan nog niet, dient u het in het
meegeleverde beschermetui aan een erkende
klantenservice te sturen.
40 | Nederlands
Onderhoud en service
Onderhoud en reiniging
Controleer het meetgereedschap altijd voor
het gebruik. Bij zichtbare beschadigingen of los-
se delen binnenin het meetgereedschap is de
veilige werking niet meer gewaarborgd.
Houd het meetgereedschap altijd schoon en droog
om goed en veilig te werken.
Dompel het meetgereedschap niet in water of an-
dere vloeistoffen.
Verwijder vuil met een droge, zachte doek. Gebruik
geen reinigings- of oplosmiddelen.
Om de meetfunctie niet te beïnvloeden, mogen in
het sensorgedeelte 12 aan de voor- en achterkant
van het meetgereedschap geen stickers of plaat-
jes, in het bijzonder geen plaatjes van metaal, wor-
den aangebracht.
Verwijder niet de glijders 11 aan de achterkant van
het meetgereedschap.
Mocht het meetgereedschap ondanks zorgvuldige
fabricage- en testmethoden toch defect raken,
dient de reparatie te worden uitgevoerd door een
erkende klantenservice voor Berner elektrische ge-
reedschappen. Open het meetgereedschap niet.
Vermeld bij vragen en bestellingen van vervan-
gingsonderdelen altijd het uit zes cijfers bestaande
artikelnummer volgens het typeplaatje van het
meetgereedschap.
Bewaar en transporteer het meetgereedschap al-
leen in het meegeleverde beschermetui.
Verzend het meetgereedschap in het bescherme-
tui 17 in het geval van een reparatie.
Afvalverwijdering
Meetgereedschappen, toebehoren en verpakkin-
gen dienen op een voor het milieu verantwoorde
manier te worden hergebruikt.
Gooi meetgereedschappen, accu's en batterijen
niet bij het huisvuil.
Alleen voor landen van de EU:
Volgens de Europese richtlijn
2002/96/EG moeten niet meer
bruikbare meetgereedschappen en
volgens de Europese richtlijn
2006/66/EG moeten defecte of lege
accu's en batterijen apart worden in-
gezameld en op een voor het milieu
verantwoorde wijze worden herge-
bruikt.
Wijzigingen voorbehouden.
2 609 140 979 • 27.11.12