6. Hoe gebruikt u uw detector in de praktijk
Detectie
Test het type signaal dat u zult horen wanneer een metalen voorwerp wordt ontdekt. Plaats de detector op een tafel
en beweeg een metalen voorwerp heen en weer op een vaste afstand van de zoekkop. U zult merken dat de
signaalsterkte fors toeneemt wanneer het voorwerp voor de zoekkop passeert. Het luidste signaal krijgt u wanneer
het voorwerp voorbij het midden van de zoekkop passeert. Het volume neemt snel af zodra het voorwerp uit het
bereik van de zoekkop valt.
Detectiebereik
Het detectiebereik wordt beïnvloed door de omvang van het voorwerp, hoe lang het voorwerp al onder de grond zit
en de samenstelling van de ondergrond waarin het voorwerp ligt. U krijgt de beste resultaten in een droge en
compacte grond. Hier kunt u tot op grote diepte nog steeds munten vinden, in het bijzonder indien ze hebben
geageerd met de zouten in de ondergrond, die ervoor zorgen dat de doelvoorwerpen groter lijken voor de detector.
Het moeilijkst is een losse of net omgewoelde ondergrond of wanneer het object nog maar net in de ondergrond ligt.
Negentig procent van alle voorwerpen worden gevonden op een diepte van minder dan 15cm. Een slechte bodem
kan het detectiebereik met wel 50% verminderen.
Diepte en grootte van het doelvoorwerp bepalen
Een ervaren gebruiker heeft nog voor hij begint te vragen al een goed idee over de grootte, vorm en diepte van het
voorwerp. De aard van het geluidssignaal is hierbij een belangrijke leidraad. Je moet altijd luisteren naar de
specifieke kenmerken van een signaal. Probeer het gebied af te bakenen waarbinnen de detector een signaal
genereert en begin pas dan te graven. Luister naar de scherpte of dofheid van het signaal en bepaal de sterkte
ervan. Een muntje zorgt voor een scherp signaal, terwijl het signaal voor een nagel eerder vaag is.
7. Onderhoud
De levensduur van uw metaaldetector wordt beperkt door een gebrek aan onderhoud of onaangepast en
onvoorzichtig gebruik.
Veeg de behuizing schoon met een vochtige doek en droog hem daarna zorgvuldig af met een droge doek indien u
de behuizing heeft gebruikt in een vijandige omgeving (zout water, zand, enz.).
Beschadiging door zout
Zoute lucht kan de controlebox binnendringen indien u de detector vaak gebruikt in een zoute omgeving.
De elektrische componenten kunnen in dat geval corroderen. U kunt de controlebox beschermen met polytheen.
De garantie geldt niet voor schade die werd veroorzaakt door een zoute omgeving.
Solventen
Reinig de behuizing nooit met solventen of detergenten.
Opslag
Verwijder de batterijen indien u het toestel gedurende lange tijd niet zal gebruiken. De batterijen zouden kunnen
lekken indien u dit niet doet.
CS330
7
VELLEMAN