Storingen verhelpen
Storing
Het water wordt niet helder (wordt groen)
Apparaat werkt niet
Lamp brandt niet
Bij de verbinding naar het filter worden
druppels gevormd
De kop van het apparaat kan niet ver-
wijderd worden
Weergave van verschillende temperatuur-
waarden bij gebruik van meerdere OASE-
apparaten met temperatuurweergave
Oorzaak
Het water is extreem vervuild of besmet
Te weinig doorstroming in de vijver
Capaciteit van de UVC-lampen niet voldo-
ende
Het kwartsglas is verontreinigd
Het kwartsglas is bekrast
Het apparaat is gedeactiveerd
Kwartsglas is vervuild omdat de reinigingsro-
tor niet draait
Controle: De kop van het apparaat demon-
teren, filterpomp inschakelen en met een
zaklamp in de behuizing schijnen
De netstekker is niet aangesloten
De aansluiting is defect
Veiligheidsuitschakeling geactiveerd
Afdichting niet voldoende
Borgschroef niet los
In het apparaat is een vacuüm ontstaan
Tolerantie van de temperatuurmeting
Remedie
Verwijder algen en bladeren uit de vijver
Grondige reiniging uitvoeren
Water verversen- algen en bladeren uit de vijver
verwijderen
Grondige reiniging uitvoeren
Water verversen
Zorg voor voldoende menging van het vijverwater
Pomp op een andere plaats zetten
Pomp met een hogere capaciteit gebruiken
UVC-lampen na 12000 bedrijfsuren vervangen
Kwartsglas reinigen ( Kwartsglas reinigen)
Kwartsglas vervangen ( Kwartsglas reinigen)
Bij versleten profiel reinigingsrotor vervangen
( kwartsglas reinigen)
Of-modus beëindigen en ecomodus selecteren
Reinigingsrotor en kwartsglas reinigen ( Kwarts-
glas reinigen)
Bij pompcapaciteit < 10000 l/h inloopmondstuk voor
aandrijving van de reinigingsrotor gebruiken
Bij versleten profiel reinigingsrotor vervangen
( kwartsglas reinigen)
Sluit de netstekker aan
Controleer de elektrische aansluiting
Uit veiligheidsoverwegingen worden de lampen ge-
deactiveerd als het apparaat geopend is.
Defecte lampen worden op het display door ErL1 of
ErL2 aangeduid.
Pakking controleren
Schroeven aandraaien
Borgschroef losmaken
Apparaat inschakelen en enkele minuten laten opwar-
men, vervolgens de stekker eruit trekken en de kop
van het apparaat eraf halen
De temperatuurvoelers hebben een nauwkeurigheid
van 1 °C. Als er gelijktijdig andere apparaten met
een temperatuurweergave worden gebruikt, dan kun-
nen de weergegeven waarden tot 2 °C van elkaar af-
wijken.
Advies: Het rekenkundig gemiddelde van alle ge-
toonde waarden geeft een goede benadering van
de werkelijke temperatuur.
Bij direct zonlicht zijn nog grotere afwijkingen moge-
lijk. Daarom moet het apparaat tegen direct zonlicht
worden beschermd.
- NL -
59