AUTOPULS II besturingspaneel
I. Schakel de machine in
II. Selecteer materiaalsoort en draad-
diameter
III. Stel een van de volgende parameters in,
lasstroom, draadsnelheid of materiaal-
dikte
IV. Trim indien gewenst de booglengte
A
B
3
4
1
5
6
9
7
2
1
Selecteer materiaalsoort
Druk de knop net zolang in totdat de LED
oplicht bij het relevante materiaal.
2
Selecteer draaddiameter
Druk de knop net zolang in totdat de LED
oplicht bij de relevante draaddiameter.
Niet alle draaddiameters kunnen voor alle
materialen gebruikt worden.
Selectie AlMg/AlSi programma's:
1. Selecteer materiaal: type "Al"
2. Selecteer draadikte:0,9, 1,0 of 1,2 mm
3. Hou de knop materiaal ca. 5 sec.
ingedrukt totdat het "Al" LED
uitgeschakeld is, ten teken dat de
instelling gekozen kan worden.
Het display toont
319 (0,9 mm AlMg ER5356),
359 (0,9 mm AlSi5 ER4043) of
369 (0,9 mm AlMg3Mn ER5554)
wanneer 0,9 mm draad wordt gekozen,
of
312 (1,0 mm AlMg ER5356/ER5554),
352 (1,0 mm AlSi5 ER4043) of
372 (1,0 mm AlSi12 ER4047) wanneer
1,0 mm draad wordt gekozen, of
313 (1,2 mm AlMg ER5356/ER5554),
353 (1,2 mm AlSi5 ER4043) of
373 (1,2 mm AlSi12 ER4047) wanneer
1,2 mm wordt gekozen.
8
4. Draai de besturingsknop net zolang
totdat het juiste programma wordt
getoond.
5. Door nogmaals de materiaalknop in
te drukken wordt het programma
geselecteerd, en zal de machine
terugkeren naar de normale stand.
Reset functie
Houd de
-knop 5 seconden ingedrukt.
Een knipperende LED geeft aan dat
voor het betreffende programma de
fabrieksinstellingen zijn gereset.
QUICKGUIDE AUTOPULS II
3
Primaire parameters
Stel naar wens een van de volgende
parameters in, dit kan zijn: de lasstroom,
draadtransportsnelheid of de materiaaldikte;
deze parameters zijn aan elkaar verbonden.
4
Booglengte
De booglengte kan op wens ingesteld
worden. Druk de knop onder het symbool
in en draai de besturingsknop totdat de
gewenste booglengte is bereikt (-9,9 tot +9,9).
5
Besturingsknop
Afstellen van de lasstroom, draadtransport-
snelheid, dikte van het materiaal en de boog-
lengte. De invoersnelheid is instelbaar tijdens
het invoeren van draad. Als de toets voor
secundaire parameters actief is, is het mogelijk
de secundaire parameters te trimmen.
6
Pulslassen
Pulsmig lassen aan/uit.
Hotstart (t)
A
Ingestelde lasstroom (A)
4
t
5
Downslope (t)
t
3
Soft start
9
(m/min.)
Eindstroom (%)
m/min
2
6
t
Gasvoor-
Terug-
t1
S
stroomtijd (t)
brand
1
Smoorspoelwerking
8
DUO Plus
TM
efficiëntie
Afstandsbediening
7
Selecteren van de toortsfunctie
Wijzigen van 2-takt (LED uit) en 4-takt (LED
aan).
2-takt: Het lasproces begint wanneer de
toortsschakelaar is geactiveerd en eindigt
wanneer de toortsschakelaar losgelaten
wordt.
4-takt: Het lasproces start wanneer de
toortsschakelaar geactiveerd en losgelaten
wordt (hotstart is net zolang actief totdat de
toortsschakelaar losgelaten wordt) en stopt
wanneer de toortsschakelaar opnieuw wordt
geactiveerd.
8
Secundaire parameters
Druk de knop net zolang in totdat de
gewenste parameter in het display getoond
wordt. Draai de regelknop tot de gewenste
waarde wordt getoond in de display.
Druk knop
3
kort in om terug te keren uit
secundair menu.
9
DUO Plus
TM
(Dubbel puls)
Draadpulsering aan/uit.
A
Lasstroom
B
Waarschuwing - oververhitting
7
Gasnastroom-
t2
S
tijd (t)
t
NL