Afvoerslang
Stop de afvoerslang in een afvoerbuis of staande buis.
Het uiteinde van de slang moet worden gestopt in een afvoerbuis van maximaal 1000
mm hoogte vanaf de onderkant van de vaatwasser. Het uiteinde van de slang mag
niet in water zijn ondergedompeld om terugstroom te voorkomen.
Rond het uiteinde van de afvoerslang moet een luchtopening zijn, zodat de diameter
van de standpijp minstens 40 mm moet bedragen.
Wanneer u een lek opmerkt dient u onmiddellijk de watertoevoer dicht te draaien en
alle leidingaansluitingen zorgvuldig te controleren. Draai waar nodig de aansluitingen
steviger vast.
Als u om welke reden dan ook niet in staat bent zelf het lek te dichten, kunt u advies
vragen aan een gekwalificeerde loodgieter.
STROOMVOEDING
BELANGRIJK:
Het stopcontact moet te allen tijde bereikbaar blijven.
Gebruik geen verlengsnoer bij dit apparaat om mogelijk gevaarlijke situaties te
voorkomen.
BEDIENING
Uw vaatwasser reinigt de vaat door een mengsel van water en vaatwasmiddel (onder
druk) tegen de bevuilde oppervlakken te sproeien. Het water wordt via een draaiende
sproeiarm in het apparaat gepompt, afgevoerd via een filter die etensresten en vuile
deeltjes verwijdert en opnieuw doorheen de sproeiarm gepompt.
Het vuile water wordt aan het eind van iedere cyclus weggepompt en vervangen door
schoon water (het aantal keren hangt af van de gebruikte cyclus).
Aanrecht
6