Resterend Volume Sproeimiddel; Zeeffilter Voor Toebehorenkits; Controle Van De Gespoten Hoeveelheid Sproimiddel - Solo Port 423 Manual De Instrucciones

Ocultar thumbs Ver también para Port 423:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 50
Werkinstructies

12.3 Resterend volume sproeimiddel

Zodra er tijdens het sproeien en bij correcte stand
van het doseerelement geen vloeistof met de
sproeistraal wordt afgeleverd of als er zich
luchtbellen in de toevoerslang vormen, moet het
apparaat worden uitgeschakeld.
In het sproeivloeistofreservoir zit dan nog minder
dan 100 ml vloeistof.
Als u geen sproeimiddel wenst toe te voegen en
wenst te stoppen met sproeien, dient u deze
resterende vloeistof te verdunnen met 2 liter water
en op het te behandelen oppervlak te spuiten.

12.4 Zeeffilter voor toebehorenkits

Als een vloeistofpomp (toebehoren bestelnr.: 44
00 117) of het ULV-hulpstuk (toebehoren bestelnr.:
49 00 479) wordt gebruikt, is in de aansluiting op
het sproeivloeistofreservoir een zeeffilter
geïntegreerd.
De maasbreedte van de zeeffilter bedraagt
0,32 mm. Als een nieuwe zeeffilter moet worden
geplaatst, gebruikt u enkel de originele zeeffilter,
bestelnr. 25 00 198 met de voorgeschreven
maasbreedte.
NEDERLANDS 14
12.5 Controle van de gespoten hoeveelheid
sproimiddel
Minstens bij het begin van elk sproeiseizoen dient
u na te gaan of het debiet van het apparaat (l/min)
nog overeenkomt met de waarde vermeld in de
tabel "Richtwaardentabel".
Vul het apparaat daartoe tot aan het maximum-
merkteken met water, neem het apparaat in
gebruik en sproei gedurende precies één minuut
met maximale werkdruk. Meet daarna hoeveel
water u dient toe te voegen om weer bij te vullen
tot aan het maximum-merkteken.
Deze meetwaarde is het debiet van het apparaat in
l/min bij maximale werkdruk.
Ze mag niet meer dan 10% afwijken van de in de
tabel
Richtwaardentabel" vermelde waarde. Als de
"
gemeten waarde te klein is, kan dit te wijten zijn
aan afzettingen in het doseerelement. Reinig de
overeenkomstige onderdelen en herhaal de
controle.
Als de gemeten waarde te groot is, kan het
doseerelement versleten of beschadigd zijn.
Vervang het doseerelement door een nieuw
doseerelement (bestelnr.:40 74 165).
Als toebehorenkits (vloeistofpomp toebehoren
bestelnr.: 44 00 117) of het ULV-hulpstuk
(toebehoren bestelnr.: 49 00 479) worden gebruikt,
is in de aansluiting op het sproeivloeistofreservoir
een zeeffilter geïntegreerd.
Een verkeerd aflevervolume kan in dit geval ook te
wijten zijn aan een vervuilde of versleten zeeffilter.
Reinig de vervuilde zeeffilter of vervang de
versleten zeeffilter (bestelnr. 25 00 198).

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido