Extra veiligheidsinstructies voor
cirkelzagen
• Draag altijd gewone werkhandschoenen tijdens
het gebruik van dit gereedschap.
• Houd handen weg van het zaagblad. Snijd nooit
werkstukken die handbediening vereisen dichter
dan 15 cm van het draaiende zaagblad.
• Snijd geen werkstukken van minder dan 1,2 mm
dikte met het zaagblad dat bij dit gereedschap
wordt geleverd.
• Gebruik dit gereedschap niet zonder
afdekkappen.
• Bedien de machine niet uit de vrije hand.
Gebruik de materiaalklem om het werkstuk
stevig vast te zetten.
• Reik nooit naar de achterkant van het zaagblad.
• Plaats het gereedschap altijd op een vlakke,
stabiele ondergrond die goed onderhouden is
en geen losse materialen bevat, bijv. snippers en
afgesneden stukjes.
• Inspecteer het zaagblad vóór gebruik op
barsten of gebreken. Verwijder het zaagblad als
er een barst of gebrek te zien is.
• Controleer of het zaagblad het werkstuk niet
raakt voordat het gereedschap aangezet wordt.
• Vermijd tijdens gebruik het stuiteren van het
zaagblad en geef het geen ruwe behandeling.
Als dit gebeurt, stop het gereedschap dan en
inspecteer het zaagblad.
• Gebruik het gereedschap niet terwijl u in het
verlengde van het zaagblad staat. Laat geen
andere mensen toe in het werkgebied.
• Let op zaagsnippers en het materiaal dat
gesneden wordt. Ze kunnen scherp en heet zijn.
Geef onderdelen de tijd om af te koelen voordat
u ze aanraakt.
• De vonkdeflector wordt heet tijdens gebruik.
Vermijd het aanraken of bijstellen van de
vonkdeflector direct na gebruik.
• Schakel het gereedschap uit en wacht totdat
het zaagblad is gestopt, voordat u het werkstuk
verplaatst of de instellingen wijzigt.
• Probeer nooit het zaagblad te stoppen nadat
het gereedschap is uitgeschakeld door te
drukken tegen de zijkant van het zaagblad.
• Gebruik geen snijvloeistoffen. Zulke vloeistoffen
kunnen vlam vatten of een elektrische schok
opleveren.
• Controleer of het werkstuk voldoende wordt
gesteund.
• Gebruik alleen de zaagbladen die aanbevolen
zijn door de fabrikant. Gebruik het gereedschap
niet voor doeleinden waarvoor het niet bestemd
is; gebruik bijvoorbeeld cirkelzagen niet om
boomtakken of houtblokken te zagen.
• De max. toegestane snelheid van het zaagblad
moet altijd gelijk zijn aan of groter dan de
onbelaste snelheid van het gereedschap zoals
dat aangegeven staat op de naamplaat.
• Gebruik geen zaagbladen die niet
overeenkomen met de dimensies die
beschreven staan in de technische gegevens.
• Lees de gebruiksaanwijzing die geleverd werd
door de schijffabrikant.
• Controleer of de slijpschijf goed aangebracht en
vastgezet is voor gebruik.
• Laat het gereedschap ten minste 30 seconden
onbelast draaien in een veilige positie. Als het
gereedschap hevig trilt of er zich een ander
gebrek voordoet, stop het gereedschap dan en
inspecteer het om de oorzaak te bepalen.
• Gebruik zaagbladen niet om aan de zijkant te
slijpen.
• Snijd geen cement, steen, tegels of keramische
materialen.
• Snijd geen hout, plastic of synthetische
materialen.
• Snijd geen gietijzeren materialen.
• Snijd nooit materialen van magnesium.
• Snijd geen materiaal dat onder stroom staat.
• Gebruik dit gereedschap in een goed
geventileerde ruimte. Gebruik het gereedschap
niet in de buurt van brandbare vloeistoffen,
gassen of stof. Vonken of hete snippers van
het snijden of van bogen van de motorborstels
kunnen ontvlambare materialen doen
ontbranden.
• Maak de ventilatiesleuven regelmatig schoon als
u in stoffige omstandigheden werkt. Denk eraan
om eerst de stekker van het gereedschap uit
het stopcontact te halen als het nodig is om de
sleuven schoon te maken.
• Bewaar zaagbladen altijd goed beschermd
en op een droge plek buiten het bereik van
kinderen.
• Gebreken in de machine, waaronder de
afschermkappen of zaagbladen, moeten
worden gemeld zodra ze zijn ontdekt.
• Gebruik alleen een cirkelzaagschijf
van een max. dikte van 3,1 mm
en een max. diameter van
355 mm.
NEDERLANDS
67