STORINGEN
Uw wasmachine start niet.
Het water loopt niet in de
wasmachine.
Uw wasmachine loopt niet
leeg.
(*) Zie het hoofdstuk 'Onderhoud en reiniging van uw toestel'.
EVENTUELE OORZAAK
Ze is niet aangesloten.
D e z e ke r i n g e n zijn stuk.
Er is een stroompanne.
De Start/pauzeknop is niet
ingedrukt.
De programmakiezer staat
op '0'.
De deur van uw machine is
niet goed dicht.
De watertoevoerkraan is
afgesloten.
De watertoevoerslang is
geplooid.
De watertoevoerslang zit
verstopt.
De filters van de aansluiting
van de watertoevoer zitten
verstopt.
D e d e u r i s n i e t g o e d
gesloten.
De ledigingsslang is verstopt
of geplooid.
De pompfilter zit verstopt.
De was zit slecht verdeeld
aan de binnenkant van de
trommel.
Praktische informatie
PROBLEEMOPLOSSING
Sluit uw machine aan.
Vervang de zekeringen.
Controleer de netvoeding.
Druk op de knop start/pauze.
Plaats de programmakiezer
op het programma van uw
keuze.
S l u i t d e d e u r v a n u w
wasmachine.
Open uw kraan.
C o n t r o l e e r
watertoevoerslang.
Reinig de filters van de
watertoevoerslang. (*)
Reinig de filters van de
watertoevoeraansluiting. (*)
Sluit de deur correct. U moet
een klik horen.
C o n t r o l e e r
ledigingsslang.
Reinig de pompfilter. (*)
Ve rd e e l d e w a s co r re c t
aan de binnenkant van de
trommel.
D
d e
d e
NL
43