- 14, 15 -
- Tegen de aangebouwde treeplank (A) de onderste bekleding (B) van onderen aanleggen en
met de spreidklinknagels (M) volgens afbeelding (14, 15) borgen.
- De onderste bekleding (B) naar de buitenzijde van de treeplank (A) uitschuiven - d.w.z. in de
as Y vanuit het voertuig zodat de spleet tussen de rand van de treeplank (A) en de rand van
de onderste bekleding (B) minimaal is.
- Alle klinknagels zorgvuldig indrukken.
- 16 -
- Voordat de afdichting (N) op de treeplankrib wordt gestoken, moet de rand van deze rib over
de gehele lengte (is door de afdichting afgedekt) tegen corrosie worden behandeld. Gebruik
hiervoor het conserveringsmiddel voor holle ruimtes (bestelnr. D 329 215 M1).
Opmerking. Bij het opbrengen van het conserveringsmiddel voor
holle ruimtes op de rand van de treeplankrib uiterst voorzichtig te
werk gaan, opdat dit corrosiebeschermingsmiddel niet onder de
afdichting naar buiten komt.
Vrijgekomen middel meteen met de reiniger Terostat 8550 verwijde-
ren.
- Het opgebrachte conserveringsmiddel voor holle ruimtes enkele minuten laten drogen.
- De afdichting (N) op de treeplankrib (zie doorsnede A - A) steken en zorgvuldig aandrukken.
De treeplanken op correcte bevestiging controleren en de voor- en achterdeuren weer
monteren. Beschermfolies van de gepolijste treeplankdelen verwijderen.
Het voertuig aan de klant overhandigen (afb. 17). De klant bij het overhandigen
van het voertuig op het volgende wijzen.
Bij ongunstige weersomstandigheden uiterst voorzichtig in/uit het voertuig
stappen. Het risico van uitglijden en verwonding is aanwezig.
Bij het oplichten van het voertuig (bijv. bij bandenwissel) op de correcte positie
van de hefbrug letten. De arm van de hefbrug mag in geen geval op de tree-
plank steunen.
De maximaal toegestane belasting van de treeplank bedraagt:
lokaal (puntvormig) - 150 kg/zijde,
totaal - 300 kg/zijde.
Deze toegestane belasting van de treeplanken in acht nemen en in geen geval overschrij-
den.
Treeplanken uitbouwen
Indien het nodig is (bijv. bij een voertuig dat een ongeval had) om de dorpels en dus ook
de treeplanken te vervangen, moet als volgt te werk worden gegaan:
- de afdichting (N) van de treeplankrib (A) verwijderen,
- de onderste bekledingen (B) van de treeplanken (A) demonteren,
NL
49