7.5.1 Handmatig uitrichten
Druk op de achterzijde van de PRA 36 de richtingstoetsen
(omhoog/omlaag) in, om het verticale vlak handmatig uit
te richten.
7.5.2 Automatisch uitrichten (Auto Alignment) 15
Houd de ontvangerzijde van de PRA 36 op de gewenste
uit te richten plaats en in de richting van de PRI 36 en druk
tweemaal kort na elkaar de toets 'Automatisch uitrichten'
in.
AANWIJZING
Erop lette dat de zijde van de laserontvanger niet ge-
blokkeerd is. De zijde kan worden gedeblokkeerd door
dubbel op het slotsymbool te klikken.
Nu start het uitrichtproces van het laservlak. Ondertussen
klinken korte akoestische signalen.
U kunt de richting van het zoekproces wijzigen door de
toets "Automatisch uitrichten" in te drukken.
Een dubbele klik volstaat om het uitrichtproces af te
breken.
Zodra de laserstraal op het ontvangstveld van de PRA 36
schijnt, wordt de straal naar de markeerkerf (referentie-
vlak) bewogen.
Nadat de positie bereikt is (markeerkerf gevonden) klinkt
een continu signaal, dat het einde van het proces aan-
geeft.
Als het automatische uitrichtingsproces niet succesvol
was (> 2 min.), klinken korte signalen en dooft het signaal
van het automatisch uitrichten. Dit is de aanwijzing, dat
het automatische uitrichtingsproces afgebroken is.
7.6 Werken met hellingen
AANWIJZING
Voor optimale resultaten is het nuttig de uitrichting van
de PRI 36 te controleren. Dit gebeurt het beste door
2 punten, ieder 5 m links en rechts van het apparaat,
maar parallel op de apparaatas, te kiezen. De hoogte van
het genivelleerde horizontale vlak markeren, dan na de
hellingshoek de hoogten markeren. Alleen wanneer deze
hoogten op beide punten identiek zijn, is de uitrichting
van het apparaat geoptimaliseerd.
7.6.1 Opstellen
AANWIJZING
De hellingshoek kan handmatig, automatisch of met be-
hulp van de hellingadapter PRA 76/78 worden ingesteld.
1.
Monteer afhankelijk van het gebruik de rotatielaser
op bijv. een statief.
2.
Positioneer de rotatielaser en het statief op de bo-
venste rand van het hellend vlak of op de onder-
ste rand van het hellend vlak. Als de rotatielaser
op de bovenste rand van het hellend vlak wordt
geplaatst, controleren dat het bedieningsgedeelte
van de PRI 36 zich aan de tegenovergestelde zijde
van de hoekrichting bevindt. Als de rotatielaser op
de onderste rand van het hellend vlak wordt ge-
plaatst, controleren dat het bedieningsgedeelte van
de PRI 36 zich aan de zijde van de hoekrichting
bevindt.
All manuals and user guides at all-guides.com
3.
4.
7.6.2 Hellingshoek handmatig instellen 4
Druk de richtingtoetsen (omhoog/omlaag) op de
afstandsbediening van de PRA 36 in, om de hellingshoek
sneller te wijzigen. Druk de pijltoetsen lang in om de
hellingshoek sneller te veranderen.
AANWIJZING
Een digitale aflezing van de hellingshoek is niet mogelijk.
7.6.3 Hellingshoek automatisch instellen 15
AANWIJZING
Voorwaarde voor de automatische hellingshoek is een
laserontvanger PRA 36 en een geactiveerde hellings-
hoekmodus.
Kantel de laser (zoals in hoofdstuk beschreven 7.5.2)
maar nu langs het hellend vlak.
AANWIJZING
Een digitale aflezing van de hellingshoek is niet mogelijk.
7.6.4 Hellingshoek met behulp van de
1.
2.
3.
7.7 Controle 16
De functie bewaking controleert regelmatig of een uitge-
richt vlak (verticaal of onder een hoek (horizontaal alleen
met het automatische statief PRA 90)) verschoven is (bijv.
door trillingen, temperatuurwijzigingen). Is dit het geval,
dan wordt het geprojecteerde vlak naar het 0-punt (d.w.z.
de markeerkerf van de PRA 36) terug uitgericht (zolang
het binnen het ontvangstveld blijft). Het werken met de
controlefunctie vereist een PRA 36. Wordt de laserstraal
gecontroleerd, dan kan nog een laserontvanger voor de
detectie van de laserstraal worden gebruikt.
1.
2.
De aan/uit‑toets voor minstens 8 seconden indruk-
ken, tot rechtsboven op het bedieningsgedeelte van
de rotatielaser de hellingshoekmodus gaat branden.
Zodra de automatische nivellering afgerond is, wordt
de laserstraal ingeschakeld en kan de PRA 36 wor-
den gekanteld.
hellingadapter PRA 76/79 instellen
Richt het apparaat met behulp van de doelkerf op
de kop van de PRI 36 parallel aan het hellende vlak
uit.
De aan/uit‑toets voor minstens 8 seconden indruk-
ken, tot rechtsboven op het bedieningsgedeelte van
de rotatielaser de hellingshoekmodus gaat branden.
Stel nu de gewenste hellingshoek met de hellings-
adapter in.
De voorbereiding van de activering van de con-
trolefunctie komt in grote lijnen overeen met de
voorbereidingen voor het automatisch uitrichten (zie
7.5.2).
Positioneer het apparaat op het gewenste uitgangs-
punt 1 en schakel het in.
nl
107