Minebea Intec Midrics MIS1 Serie Instalación E Indicaciones De Seguridad página 72

Ocultar thumbs Ver también para Midrics MIS1 Serie:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 44
Deze veiligheidsaanwijzing geldt voor installatie, bedrijf, onderhoud en reparatie
Deze veiligheidsinstructies gelden voor installatie, bedrijf, onderhoud en reparatie
1.
Het apparaat mag in explosiegevaarlijke omgevingen van zone 2 en 22 ingezet worden. Het gebruik in explo-
1.
Het apparaat mag worden gebruikt in explosiegevaarlijke omgevingen van zone 2 en 22. De
siegevaarlijke ruimten van Zone 22 is alleen toegestaan voor niet-geleidende stoffen. De veilige omgevingstem-
toegelaten omgevingstemperatuur bedraagt:
peratuur bedraagt –10 °C... +40 °C (weegplatvormen tot +50 °C). Het apparaat mag alleen binnen gebouwen
gebruikt worden.
-10 °C ... +40 °C voor MIS indicatoren
-10 °C ... +40 °C voor MW volledige weegschalen
2.
Het apparaat niet als draagbaar apparaat gebruiken.
-10 °C ... +45 °C voor MAP weegplateaus met de groottes GF, IG
3.
Installatie, bedrijf, onderhoud en reparatie moeten volgens de geldende wetten, voorschriften,
-10 °C ... +50 °C voor MAP weegplateaus met de groottes DC, ED, FE
verordeningen en normen door een daarvoor geschikte vakman gedaan worden. In het bijzonder zijn de nor-
men EN 60079-14 (voor gasgevaarlijke omgevingen) en EN 50281-1-2 (omgevingen met brandbaar stof) in
Het apparaat mag uitsluitend inpandig worden gebruikt.
acht te nemen. Installatie-, onderhouds-, reinigings- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen in spannings-
2.
Het apparaat niet gebruiken als draagbaar apparaat.
vrije toestand van het apparaat worden uitgevoerd.
3.
Installatie, bedrijf, onderhoud en reparatie dienen volgens de geldende wetgeving, voorschriften,
4.
Let speciaal op de aanwijzingen in de meegeleverde handleidingen voor installatie, bedrijf, onderhoud en repa-
verordeningen en normen worden uitgevoerd door een daarvoor aangestelde vakkracht. Met name
ratie.
de norm EN 60079-14 moet in acht worden genomen. Installatie-, onderhouds-, reinigings- en
reparatiewerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd in spanningsloze toestand van het
5.
De kabelconnectors moeten met een draaimoment van 5 Nm worden vastgedraaid. De kabelconnector van het
apparaat.
netsnoer met slechts 3 Nm. Externe aansluitkabels dienen indien mogelijk vast te worden aangelegd, ter voor-
4.
Aanwijzingen voor installatie, bedrijf, onderhoud en reparatie in de meegeleverde handleidingen
koming van beschadigingen en trekbelastingen. De kabelaansluitingen in het ex-gebied dienen geborgd te zijn
beslist opvolgen.
tegen losgaan.
5.
De kabelschroefverbindingen voor de datakabels moeten met een aanhaalmoment van 5 Nm
6.
Alle metalen onderdelen (behuizing, statief, etc.) moeten galvanisch met de potentiaalvereffening (PA) verbon-
worden aangedraaid. De kabelschroefverbinding voor de netstroomkabel moet met een
den zijn, om eventuele elektrostatische opladingen weg te leiden. De gebruiker dient hiertoe een geleider van
aanhaalmoment van 2,5 Nm cap en 1,5 Nm body worden aangedraaid. De buitenste
minimaal 4 mmÇ doorsnede op de PA-aansluiting aan de achterkant (gemarkeerd met het aardingssymbool)
aansluitkabels moeten zo vast mogelijk worden gemonteerd, om beschadigingen en trekbelasting
aan te sluiten. Deze verbinding op de PA-klem dient bij de installatie
te voorkomen. De kabelaansluitingen in de Ex-omgeving dienen gezekerd te zijn tegen loslaten.
te worden gecontroleerd op voldoende laagohmigheid. Bij het bevestigen van de kabel aan de schroefdraad-
6.
Alle metalen onderdelen (behuizing, statief, enz.) moeten galvanisch met de potentiaalvereffening
bout (indicator), moeten twee moeren en borgringen gebruikt worden, om het losgaan van de verbinding door
(PV) zijn verbonden om eventuele elektrostatische oplading te kunnen afleiden . De exploitant dient
trekken aan de aardingskabel te voorkomen. De afschermingen van de elektrische verbindingskabels mogen
hiertoe een geleider van minimaal 4 mm² doorsnede aan te sluiten op de aan de achterkant van de
alleen met aarde worden verbonden, als hierdoor geen ongeoorloofde
behuizing aangebrachte PA-aansluiting (aangegeven met het aardingssymbool). De laagohmigheid
spanningsverschillen kunnen ontstaan en de afscherming de desbetreffende vereffeningsstromen kan verwer-
van deze verbinding naar de PA-rail dient bij het installeren van de installatie ter plekke te worden
ken.
gecontroleerd. Bij bevestiging van kabels op schroefdraadbouten (indicator) moeten twee moeren
en getande ringen worden gebruikt om losraken van de verbinding door trekken aan de aardkabel
7.
Voordat u het apparaat opent, dient de voeding uitgeschakeld te worden, of controleer het gebied op explosie-
te voorkomen. Indicator en weegplateau moeten afzonderlijk op een PA worden aangesloten ,
veiligheid! Verbindingen van kabels in het ex-gebied mogen niet onder
als er geen metaalverbinding zoals een statief wordt gebruikt.
spanning aangebracht of losgemaakt worden!
7.
Voorafgaand aan het openen van de apparaten spanning uitschakelen of u ervan
8.
Het apparaat uitsluitend binnen de genoemde temperatuurbereiken gebruiken. Het apparaat niet
vergewissen dat de omgeving niet explosiegevaarlijk is! Kabels in de Ex-omgeving niet onder
blootstellen aan niet-toegestane warmte- of koudebronnen. Vermijd warmtestuwing. Voor een goede ventilatie
spanning aansluiten of losmaken!
van het apparaat zorgen.
8.
Apparaat alleen binnen het genoemde temperatuurbereik gebruiken. Apparaat niet blootstellen aan
9.
Invloed van zwerfstroom (b.v. door magnetische velden) dient door middel van een correcte installatie te wor-
ontoelaatbare warmte- of koudebronnen. Warmteontwikkeling voorkomen. Voor een goede
den voorkomen.
ventilatie van het apparaat zorgen.
9.
De invloed van zwerfstromen (bijv. door magnetische velden) dient door middel van een correcte
10.
De indicator (aanwijseenheid van het complete apparaat) zodanig installeren dat alleen een lage mate van
installatie te worden voorkomen.
mechanische bedreiging van de IP-bescherming bestaat.
10.
De indicator (weergave-eenheid van het volledige apparaat) zodanig installeren, dat er slechts een
11.
De installatie en het gebruik van het apparaat dienen zodanig te worden uitgevoerd dat er geen
gering mechanisch risico van de IP-bescherming is.
ontoelaatbare UV-straling kan optreden (blootstelling aan direct zonlicht voorkomen).
11.
De installatie en het gebruik van het apparaat moet zodanig worden uitgevoerd, dat er geen
12.
De netaansluiting moet aan de bepalingen van het land waar het gebruikt wordt, voldoen.
ontoelaatbare UV-bestraling plaatsvindt (rechtstreeks zonlicht vermijden).
Let op de correcte netaansluiting.
12.
De netaansluiting dient te voldoen aan de bepalingen voor het betreffende land. Daarbij op de
correcte netaansluitkabel letten.
13.
Tijdens de eerste inbedrijfname moet er op gelet worden dat de omgeving niet explosiegevaarlijk is.
14.
Vermijd elektrostatische oplading! Reinig uitsluitend met een vochtige doek. Het voorkomen van gevaar door
elektrostatische oplading valt onder de verplichtingen van de gebruiker van de installatie.
15.
Let bij achteraf aansluiten van kabels op dat de aansluitingen niet gecorrodeerd zijn.
Auteur
Written by
Gecontroleerd
Reviewed by
Vrijgave
Released by
72
Installation Instructions and Safety Information
Datum
Naam
Materiaal
Date
Name
Material
19.02.2021
T. Hiller
22.02.2021
R. Koch
Uitgave
Revision
22.02.2021
T. Hiller
03
---
Titel
Veiligheidsinstructies
Title
Wijziging
Alteration
Tekening-nr.
36418-740-16 (NL)
Drawing number
543604
Schaal
Scale
---
Blad
Sheet
3
van
of
4

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido