2.
Druk de SET-toets. Nu worden de data van de opgeslagen MIN/MAX binnen-en
buitentemperatuur teruggesteld op de aktuele temperatuur.
BUITENZENDER
De temperatuur en vochtigheid worden elke 4 seconden gemeten en verzonden.
Het bereik van de thermo-hygro buitenzender kan beïnvloedt worden door de temperatuur.
Koude temperaturen kunnen de zendafstand verkorten. Houd hiermee rekening bij het plaatsen
van de zender.
868 MHz-ONTVANGST:
Het temperatuurstation dient de temperatuurdata binnen 2 minuten na het opstarten te
ontvangen. Als het buitensignaal niet binnen 2 minuten na het opstarten kan worden ontvangen,
of als in normale stand de signaalontvangst voortdurend verstoord wordt, geeft het scherm "- - -
" weer . Controleer in dit geval de volgende punten:
1.
Aanbevolen afstand van mogelijke storingsbronnen zoals computermonitoren of TV-
toestellen is tenminste 1.5-2 meter.
112