Typische toepassingsgebieden voor hydrofoorautomaten zijn onder meer: automatische
huishoudwatervoorziening met gebruikswater uit water- en regenputten; automatische irrigatie en besproeiing van
tuinen en plantsoenen; vullen en legen van waterreservoirs, bassins en vijvers.
Het apparaat is niet geschikt voor gebruik in het zwembad en voor inbouw in het openbare
drinkwatervoorzieningnetwerk.
Dit product is bestemd voor particulier gebruik in huishoudelijke omgeving en niet voor commerciële resp.
industriële doeleinden of voor continue circulatiebedrijf.
De pomp is niet geschikt voor het verpompen van zoutwater, uitwerpselen, ontvlambare,
bijtende, explosieve of andere gevaarlijke vloeistoffen. De temperatuur van de te verpompen
vloeistof mag niet boven resp. onder de in de technische gegevens aangegeven maximum-
resp. minimumtemperatuur liggen.
4. Leveringsomvang
Tot de leveringsomvang van dit product behoort het volgende:
Een pomp met aansluitkabel, een elektronische pompbesturing, een gebruiksaanwijzing.
Controleer de leveringsomvang op volledigheid. Afhankelijk van het gebruiksdoeleinde kunnen andere
accessoires noodzakelijk zijn (zie hoofdstuk „Installatie" en „Bestelling van reserveonderdelen").
Bewaar de verpakking indien mogelijk tot aan het verstrijken van de garantieperiode. Voer de
verpakkingsmaterialen op milieuvriendelijke wijze af.
5. Montage van de hydrofoorautomaat
Raadpleeg ook de afbeelding fig. 1 in het aanhangsel aan het einde van deze handleiding. De cijfers en andere
gegevens die hierna tussen haakjes worden vermeld, verwijzen naar deze afbeelding.
De hydrofoorautomaat bestaat uit een zelfaanzuigende elektrische pomp (17) en een elektronische
pompbesturing (18) die door een simpele schroefverbinding eenvoudig kunnen worden gemonteerd.
1. Plaats de pomp met het handvat naar boven op een stevige, slipvrije ondergrond.
2. Tijdens de montage moet de pijl die zich op de elektronische pompbesturing bevindt, verticaal omhoog wijzen.
Zet de wartelmoer (19) samen met de elektronische pompbesturing op de drukaansluiting (5) van de pomp.
Zorg ervoor dat de dichtring er goed in ligt. Draai de wartelmoer in de richting van de klok met de hand vast
aan.
3. De montage van de hydrofoorautomaat is daarmee afgesloten.
6. Installatie
6.1.
Algemene installatie-instructies
Tijdens de gehele installatieprocedure mag het toestel niet aan het elektriciteitsnet zijn
aangesloten.
Plaats de pomp op een droge plek. De omgevingstemperatuur mag niet boven 40 °C en niet
onder 5 °C liggen. De pomp en het gehele aangesloten systeem moeten tegen vorst en
weersinvloeden worden beschermd.
Let er bij de plaatsing van het toestel op dat er voldoende lucht bij de motor komt.
Alle aangesloten leidingen moeten absoluut water- en luchtdicht zijn, omdat lekkende leidingen de prestatie van
de pomp verminderen en aanzienlijke schade kunnen veroorzaken. Isoleer daarom altijd de schroefverbindingen
van de leidingen onderling en de verbinding naar de pomp met teflonband. Alleen het gebruik van
afdichtmateriaal zoals teflonband garandeert een luchtdichte montage.
Gebruik niet te veel kracht bij het aandraaien van schroefverbindingen, om beschadiging te voorkomen.
Let er bij het leggen van de aangesloten leidingen op dat er geen druk door gewicht, trillingen of spanningen op
de pomp wordt uitgeoefend. Bovendien mogen de aangesloten leidingen geen knikken of tegenhellingen
vertonen.
Raadpleeg ook de afbeeldingen in het aanhangsel aan het einde van deze handleiding. De cijfers en andere
gegevens die hierna tussen haakjes worden vermeld, verwijzen naar deze afbeeldingen.
6.2.
Installatie van de aanzuigleiding
De ingang van de aanzuigleiding moet van een terugslagventiel met aanzuigfilter zijn
voorzien.
3
44