NEDERLANDS
De gebruiksinstructies van deze uitrusting bestaan uit een algemeen gedeelte en
een specifiek gedeelte, beide moeten aandachtig worden gelezen alvorens de
uitrusting te gebruiken. Let op! Hier worden alleen de specifieke instructies be-
schreven.
SPECIFIEKE INSTRUCTIES EN 567 / EN 12841-B. Deze nota bevat de infor-
matie die nodig is voor het correcte gebruik van het (de) volgende product(en):
stijgklemmen.
1) TOEPASSINGSGEBIED. Dit product is een persoonlijk beschermingsmiddel
(PBM) tegen vallen van een hoogte en voldoet aan verordening (EU) 2016/425.
Let op! Voor dit product moeten de instructies van EN 365 (algemene instruc-
ties/paragraaf 2.5) in acht worden genomen. Let op! Voor dit product is een
grondige periodieke inspectie verplicht (algemene instructies/paragraaf 8). EN
12841:2006-B - Afstelinrichting voor de kabel: stijgsysteem. Te gebruiken met stati-
sche of semi-statische touwen (kern + mantel) EN 1891-A Ø 10÷13 mm. Attention
! Voor de certificering werden de volgende touwen gebruikt: Teufelberger Patron
PLUS Ø 10 mm en Tendon Static 13 mm. EN 567 - Uitrusting voor alpinisme: stijg-
klem. Te gebruiken met statische of semi-statische touwen (kern + mantel) (EN 1891)
of dynamische touwen (EN 892) Ø 8÷13 mm. Levensgevaar! Het klimsysteem
met katrol is geen PBM (Persoonlijk Beschermingsmiddel) en kan uitsluitend worden
gebruikt zoals aangeduid in paragraaf 7.
2) AANGEMELDE INSTANTIES. Zie de legenda in de algemene instructies (para-
graaf 9/tabel D): M1; N1.
3) NOMENCLATUUR (Fig. 4). A) Bovenste dubbele gat. B) Blokkeerkam. C) Ope-
nings-/veiligheids-/ontgrendelingshendel. D) Handgreep. E) Onderste verbindings-
gat. F) Verbindingsgat voetlus. G) Veiligheidsafdekking. H) Bovenste gat. I) Klimsys-
teem met katrol. L) Hendelsteun. M) Hendel. N) Behuizing. O) Katrol.
4) MARKERING. Nummers/letters zonder bijschrift: zie de legenda in de algeme-
ne instructies (hoofdstuk 5).
4.1 - Algemeen (Afb. 4). Indicaties: 3; 4; 6; 7; 8; 11; 12; 13; 15; 19; 30) Hand
van gebruik: R (voor rechterhand) of L (voor linkerhand). 31) Waarschuwing die
aanduidt dat het klimsysteem en de katrol geen PBM's zijn.
4.2 - Traceerbaarheid (Afb. 4). Indicaties: T1; T3; T8.
5) CONTROLES. Neem naast de volgende controles ook de algemene instructies
(paragraaf 3) in acht. Controleer vóór elk gebruik dat: de tanden van de kam
allemaal aanwezig zijn en geen slijtage vertonen; de karabiners die in het koppe-
lingsgat worden ingevoerd, kunnen draaien zonder externe belemmeringen; alleen
voor het Quick Roll-model, er geen speling is tussen het klimsysteem en de stijgklem
waarop deze is bevestigd. Tijdens elk gebruik: wees er zeker van dat het touw
gespannen blijft om het risico op vallen te beperken; voorkom dat er verslapping
van het touw plaatsvindt tussen de verankering en de gebruiker; let er met name
op dat het uitsteken van het touw tijdens het gebruik wordt vermeden wanneer het
transversaal wordt gebruikt op gespannen touwen.
6) INSTRUCTIES VOOR HET GEBRUIK.
De gebruiker dient zich te allen tijde onder het verankeringspunt te bevinden (Fig.
15). Let op! Niet te gebruiken op staalkabels of gevlochten touwen.
6.1 - Invoeren van het touw. Open de roterende kam met behulp van de hendel
(Fig. 6.1-9.1). Koppel de hendel vast aan de behuizing van de uitrusting. (Fig.
6.2-9.2). Voer het touw in het systeem in met in acht name van de richting om-
hoog/omlaag (Fig. 6.3-9.3), en sluit de kam vervolgens waardoor de hendel van
de behuizing wordt vrijgegeven (Fig. 6.4-9.4).
6.2 - Werkingstest. Voer een vergrendelingstest uit om de correcte montagerich-
ting van de uitrusting te controleren (Fig. 6.5-6.6/9.5-9.6). Om het openen en
vrijgeven van het touw mogelijk te maken, dient de uitrusting te worden ontlast.
Om het openen van de kam te vergemakkelijken, dient de stijgklem naar boven
te worden geduwd en dient er tegelijkertijd op de hendel te worden gehandeld
om de kam te openen.
6.3 - Opklimmen (met behulp van een andere geschikte stijgklem). De uitrusting
kan vrij naar boven toe glijden (Fig. 7.1-10.1) en blokkeert in de gewenste positie
(Fig. 7.2-10.2). Wees voorzichtig bij het naderen van verankeringspunten en/of
fractiepunten (Fig. 8.1). De stijgklem mag in geen enkel geval worden gebruikt
in situaties waarbij de potentiële valfactor 1 bedraagt, d.w.z. de gebruiker dient
zich te allen tijde onder de uitrusting en/of het verankeringspunt te bevinden (Fig.
8.2). Let op! Een val met een factor hoger dan 1 kan het breken van het touw
veroorzaken.
Uitsluitend voor de modellen 2D639**/2D642**: Trek omlaag in de richting
die parallel is aan het touw, voor het opklimmen van het verticale touw (Fig. 7.2).
Vergrendel, voor het opklimmen van het niet-verticale touw, de richting van het touw
door een karabiner in het bovenste dubbele gat in te voeren (Fig. 7.5). Uitsluitend
voor de modellen 2D640**: Zeker de uitrusting op de gordel met behulp van een
halfronde snelschakel (Fig. 12.1) of een karabiner met bevestigingsring (automatisch
of handmatig) van de hendel; de snelschakel of de karabiner dienen in het onderste
gat te worden ingevoerd. Verbind het bovenste gat met de borstriem van de gordel,
zodat de uitrusting verticaal aansluit op de romp (Fig. 12.2). Let op! Houd bij het
opklimmen van het niet-verticale touw het horizontale deel van het touw in de hand
om het zo verticaal mogelijk te houden, om het openen van de blokkeerkam te voor-
Climbing Technology by Aludesign S.p.A. via Torchio 22
24034 Cisano B.sco BG ITALY
www.climbingtechnology.com
komen. Let op! Het model 2D642D5 beschikt over een veiligheidskap die, onder
speciale omstandigheden (bijv. verwezenlijking van de katrollen), voorkomt dat het
touw kan ontsnappen (Fig. 19).
6.4 - Let op. De uitrusting is niet ontworpen voor gebruik bij afdalingen, maar voor
korte stukjes kan er als volgt te werk worden gegaan: verlicht de belasting op de
uitrusting, open de hendel gedeeltelijk door deze naar binnen toe te drukken zon-
der de veiligheidsvergrendeling te verplaatsen, breng de stijgklem naar beneden
en pas de belasting opnieuw toe (Fig. 10.3-11).
6.5 - Ontgrendelen onder belasting (GEPATENTEERD). De uitrusting is voorzien
van een mechanisme dat het openen mogelijk maakt, ook wanneer de belasting
niet volledig kan worden verlicht. Door de handgreep van de ratel naar binnen
te drukken, draait de kam weg van het touw, waardoor het ontgrendelt en ver-
volgens opent (Fig. 11.1÷11.3). De kracht die uitgeoefend dient te worden voor
deze handeling is afhankelijk van de aanwezige belasting op de uitrusting, maar
dient te allen tijde zodanig te zijn dat ongewenst of accidenteel openen wordt
vermeden. Het systeem kan het openen van de uitrusting niet garanderen als de
belasting te hoog is (bijvoorbeeld het gewicht van een bediener). Ontgrendelen
onder te hoge belasting kan bovendien leiden tot lichte, oppervlakkige schade
aan het touw.
6.6 - Voortbeweging bij speleologie. Gebruik voor het opklimmen van het touw een
ventrale stijgklem, in combinatie met een rechts- of linkshandige handstijgklem, een
stijgklem voor de rechter- of linkervoet en een voetlus. De voortbeweging kan als volgt
plaatsvinden: simultaan, door op twee benen tegelijk te duwen (Fig. 17.1÷17.2);
afwisselend, door het ene been na het andere been te duwen (Fig. 18.1÷18.2).
6.7 - 2D639**/2D642** - Andere soorten gebruik. Er zijn een aantal werkingswij-
zen van de uitrusting aangeduid in de figuren van deze handleiding: A) Het in vei-
ligheid brengen van de gebruiker tijdens de voortbeweging op trappen, op hellen-
de vlakken en tijdens het klimmen. B) Het verwezenlijken van hijstoestellen voor het
terughalen en redden van de gebruiker die zich in moeilijkheden bevindt (Fig. 14).
C) Gebruik bij verticale voortbeweging voor automatische beveiliging (Fig. 12.4).
De stijgklem dient te zijn gezekerd op de gordel door gebruik te maken van de bei-
de bovenste gaten en door te controleren of het touw langs de karabijnhaak en de
tuber van de uitrusting loopt. Let op! Vermijd de montages die worden weergegeven
in de figuren 12.5-12.6. D) Gebruik als ventrale stijgklem. De stijgklem kan in de
ventrale positie worden gebruikt bij het opklimmen van het touw: om de stijgklem in
de correcte positie te houden (parallel ten opzichte van het lichaam), dient er gebruik
te worden gemaakt van een rechthoekige snelschakel om de stijgklem te zekeren op
het geschikte verbindingspunt van de gordel (Fig. 12.1-12.2).
7) SPECIFIEKE INSTRUCTIES QUICK ROLL.
Het model Quick Roll is voorzien van een klimsysteem dat kan worden gebruikt
voor positioneringswerkzaamheden met touw en voor speleologie. Let op! Het
klimsysteem met katrol is geen PBM (Persoonlijk Beschermingsmiddel) en dient
uitsluitend te worden gebruikt als hulpmiddel bij het klimmen met de aangeduide
methoden en niet voor het opheffen van personen en/of materialen (Fig. 20).
7.1 - Positioneringswerkzaamheden met touw (Fig. 21). Installeer de QuickRoll
stijgklem op de werklijn boven het zelfremmende afdaalapparaat (bijv. Sparrow).
Verbind eventueel een voetlus met het onderste gat van de handgreep. Laat de
werklijn zodanig passeren dat deze uit het afdaalapparaat in het klimsysteem
loopt en voer vervolgens de klim uit zoals aangeduid op de afbeelding.
7.2 - Speleologie (MAO-methode) (Fig. 22). Installeer de QuickRoll stijgklem op
het klimtouw boven de borststijgklem. Verbind een voetlus met het bovenste gat
van de borststijgklem. Laat het touw door het klimsysteem lopen en voer vervolgens
de klim uit zoals aangeduid op de afbeelding.
8) SPECIFIEKE INSTRUCTIES EN 12841:2006.
Deze uitrustingen zijn de afstelinrichingen voor type B kabels voor het opklimmen
van de werklijn. De afstelinrichtingen voor type B kabels zijn persoonlijke bescher-
mingsmiddelen (PBM) die zijn bedoeld om te worden geïntegreerd in toegangssys-
temen met kabel. De afstelinrichtingen voor de kabel zijn niet geschikt voor gebruik
in een valstopsysteem. Wanneer een verankeringslijn is belast met het volledige
gewicht van de gebruiker, dient de lijn te worden beschouwd als werklijn en is niet
geschikt voor het stoppen van een val. Er dient dan ook een afstelinrichting type A
(antival) te worden verbonden met een veiligheidslijn. Let er te allen tijde op dat de
antivalinrichting de veiligheidslijn niet belast (Fig. 16). Waarschuwingen: gebruik
uitsluitend verankeringspunten in overeenkomst met de norm EN795 (minimum weer-
stand 12kN of 18 kN voor niet-metalen verankeringen), zonder scherpe punten;
vermijd overbelasting of dynamische belasting op de afstelinrichting, omdat dit kan
leiden tot schade aan de verankeringslijn; de maximale lengte van de leeflijn voor
het verlengen van de verbinding van de inrichting op de gordel bedraagt 1 m
(leeflijn + karabiners + uitrusting); tijdens het gebruik moet het ankerpunt altijd boven
de bediener worden geplaatst; de karakteristieken van de verankeringslijn kunnen
variëren tijdens het gebruik, door slijtage, vuil, vochtigheid of herhaaldelijk gebruik
van hetzelfde deel van de lijn: wees erop bedacht dat deze omstandigheden van
invloed kunnen zijn op de geleiding van de lijn aan de binnenkant van de uitrusting;
maximale nominale belasting: 140 kg.
9) SYMBOLEN. Zie de legenda in de algemene instructies (paragraaf 16): F2;
F3; F4; F5; F9.
IST12-ROCLACT_rev.3 08-21
19/40