NL
Opgelet! Bij het gebruik van
elektrisch gereedschap die-
nen ter bescherming tegen
een elektrische schok en
tegen gevaar voor verwon-
dingen en brand volgende
essentiële veiligheidsmaat-
regelen getroffen te worden:
• De persoonlijke
schermingsuitrustin g en bescher-
men uw eigen gezondheid en
de gezondheid van andere per-
sonen en waar borgen de foutlo-
ze werking van het apparaat.
- Draag geschikte werkkledij,
zoals vast schoeisel met
slipvrije zool, een stevige,
lange broek, bescher-
mende handschoenen,
beschermen d e bril en een
gehoorbescherming. Ge-
bruik het apparaat niet wan-
neer u op blote voeten bent
of open sandalen draagt.
Draag een stofmas k er indien
u in een stoffige omgeving
werkt.
- Draag geen kleding of sier-
rade die aan de luchtingang
kunnen worden aangezo-
gen. Draag bij lang haar een
beschermende hoofdbekle-
ding.
• Controleer regelmatig de func-
tionaliteit en de ongeschonden
toestand van het apparaat om
gevaren voor de operators te
vermijden.
• Het apparaat mag niet door kin-
deren gebruikt worden. Wetten
en lokale bepalingen kunnen
een minimumleeftijd voor het
gebruik voorzien. Evenzeer is
40
het voor personen, die de ge-
bruiksaanwijzing niet volledig
kennen, verboden om werk-
zaamheden met dit apparaat
door te voeren.
• Dit toestel mag worden gebruikt
door personen met fysieke,
zintuiglijke of psychische be-
perkingen of met een gebrek
aan ervaring of kennis, mits zij
daarbij onder toezicht staan of
geïnstrueerd zijn in het veilige
gebruik van het apparaat en
de gevaren begrijpen die van
het apparaat uit kunnen gaan.
Kinderen mogen niet met het
toestel spelen.
• Laat andere personen het ap-
paraat of het verlengsnoer niet
aanraken. Houd het apparaat
op een veilige afstand van
mensen, meer bepaald van kin-
deren en huisdieren.
• Let op open vensters, kinderen,
huisdieren, enz. Onderbreek
het werk wanneer kinderen en
huisdieren in de nabijheid ver-
toeven. Het geblazen materiaal
kan in uw richting geslingerd
worden. Neem een veiligheids-
afstand van 5 m rond u in acht.
• Schakel het apparaat niet in in-
dien het omgekeerd vastgehou-
den wordt of indien het zich niet
in de werkstand bevindt.
• Vermijd een ongewilde inge-
bruikname. Vergewis u dat het
apparaat uitgeschakeld is voor-
dat u het op de stroomvoor-
ziening aansluit, het oppakt of
draagt.
Als u bij het dragen van het
apparaat uw vinger aan de
schakelaar hebt of het apparaat