3M Nano-Lok Manual Del Usuario página 203

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 69
4.1
VÓÓR ELK GEBRUIK: Vóór elk gebruik van deze valbeveiligingsuitrusting dient u deze zorgvuldig te inspecteren, om
er zeker van te zijn dat deze in goede staat verkeert. Let op versleten of beschadigde delen. Zorg ervoor dat alle bouten
aanwezig zijn en stevig vastzitten. Controleer het correct terugtrekken van de valstoplijn door de lijn uit te trekken en
langzaam weer terug te laten gaan. Als er enige aarzeling is bij het terugtrekken, moet de eenheid worden verwijderd
en vernietigd. Inspecteer de valstoplijn op insnijdingen, rafels, brandplekken, indeukingen en corrosie. Controleer de
blokkering door met kracht aan de lijn te trekken. Zie het inspectie- en onderhoudslogboek (tabel 3) voor inspectiedetails.
Gebruik niets wat bij inspectie onveilig blijkt.
4.2
NA EEN VAL: Alle uitrusting die is blootgesteld aan de krachten van een valstop of die beschadigingen vertonen die door de
kracht van een valstop zouden kunnen zijn veroorzaakt zoals beschreven in tabel 3, moet worden verwijderd en vernietigd.
4.3
LICHAAMSONDERSTEUNING: Bij gebruik van zelfintrekkende valstopapparaten moet een volledig harnas worden
gedragen. Voor algemene valbeveiliging maakt u verbinding met de D-ring op de rug.
4.4
VERBINDINGEN MAKEN: Afbeelding 5 illustreert de harnas- en verankeringsverbindingen voor SRD-valstopsystemen.
Wanneer u een haak gebruikt om een verbinding te maken, zorg er dan voor dat deze niet los kan raken (zie afbeelding
5). Gebruik geen haken of connectors die niet volledig over het bevestigingsobject sluiten. Gebruik geen musketonhaken
zonder vergrendeling. De verankering moet voldoen aan de sterktevereisten voor verankeringen zoals vermeld in Tabel 2.
Volg de instructies van de fabrikant voor elk onderdeel van het systeem.
4.5
BEDIENING: Inspecteer de SRD vóór gebruik, zoals beschreven in tabel 3. Afbeelding 14 toont de systeemverbindingen
voor standaardtoepassingen van de SRD. Verbind de SRD met een geschikte verankering of monteer de SRD op de
rugzijde van een volledig harnas volgens de instructies in Deel 3. Op SRD's die met een verankering verbonden zijn:
verbind de haak (D) of karabiner op de belastingsindicator met de D-ring op de rug (A) op het volledige harnas. Verbind
op aan een harnas gemonteerde SRD's de haak (D) of karabiner met een geschikte verankering. Zorg ervoor dat de
verbindingen qua grootte, vorm en sterkte bij elkaar passen. Zorg ervoor dat de haken volledig gesloten en vergrendeld
zijn. Eenmaal aangesloten kan de medewerker bij normale snelheden vrij bewegen binnen de aanbevolen werkruimte. Als
er een val plaatsvindt, zal de SRD blokkeren en de val stoppen. Gebruik de SRD na een redding niet nogmaals. Laat bij
gebruik van een SRD de reddingslijn altijd gecontroleerd terugrollen in het apparaat.
4.6
DUBBELE SRD-INTERFACE 100% ZEKERING: Wanneer twee SRD's naast elkaar zijn gemonteerd op de rugzijde
van een volledig harnas, kan het SRD-valstopsysteem worden gebruikt voor continue valbeveiliging (100% zekering)
bij stijgen, dalen of zijwaartse beweging (zie afbeelding 15). Met de lijnkant van één SRD bevestigd aan een
verankeringspunt, kan de medewerker naar een nieuwe plaats bewegen, de ongebruikte lijn van de andere SRD aan
een ander verankeringspunt bevestigen, en zich dan losmaken van het oorspronkelijke verankeringspunt. Deze reeks
handelingen wordt herhaald totdat de gebruiker de gewenste bestemming heeft bereikt. Overwegingen bij gebruik van
dubbele SRD-toepassingen met 100% zekering omvatten het volgende:
Verbind nooit beide SRD-lijnen aan hetzelfde ankerpunt (zie afbeelding 16A).
Het aansluiten van meer dan één verbinding aan één enkel verankeringspunt (ring of oog) kan de werking van de
verbinding in gevaar brengen door interactie tussen de connectoren, en wordt daarom afgeraden.
Het verbinden van elke SRD-lijn aan een apart ankerpunt is wel acceptabel (afbeelding 16B).
Elke plaats waar een verbinding wordt gemaakt, moet onafhankelijk 10 kN (2.248 lbs) kunnen dragen, of het moet
een technisch systeem zijn, bijvoorbeeld een horizontale valstoplijn.
Verbind nooit meer dan één persoon tegelijk aan een Twin SRD-systeem (afbeelding 16C).
Zorg ervoor dat de lijnen niet in elkaar gedraaid of verward raken, omdat ze daardoor mogelijk niet meer kunnen
terugrollen.
Laat lijnen tijdens het gebruik niet onder armen of tussen benen door lopen.
4.7
BEVESTIGING TWIN SRD DORSALE D-RING: Modellen met de drievoudige karabiner kunnen in dubbele configuratie aan
de dorsale D-ring worden bevestigd. Om twee SRD's op de dorsale D-ring van een harnas te bevestigen (afbeelding 13):
1.
De drievoudige karabiner openen: Met de drievoudige karabiner georiënteerd zoals afgebeeld, drukt u de
vergrendelingsmof (C) naar rechts. Vervolgens draait u met de klok mee om de poort (D) te ontgrendelen.
Beweeg de gate (D) naar beneden om hem te openen.
2.
Lus de eerste SRD aan de drievoudige karabiner: Steek de neus van de connector (E) door het draaibare
oog (F) op de SRD. Roteer dan de SRD naar het gate-uiteinde van de connector (G). De gate kan worden
gesloten om ruimte te maken voor het draaibare oog tussen de gate en het middenstuk van de connector.
3.
Voeg de tweede SRD aan de drievoudige karabiner toe: Schuif het draaibare oog (F) van de SRD over de
neus van de connector (E).
4.
Lus de drievoudige karabiner door de D-ring: Steek de neus van de connector (E) door de dorsale D-ring
(A). Draai de connector door de D-ring totdat de poort kan worden gesloten.
5.
De drievoudige karabiner sluiten: Laat de gate (D) sluiten en laat de vergrendelingsmanchet (C)
terugdraaien naar de vergrendelde positie.
4.8
HORIZONTALE SYSTEMEN: In toepassingen waar de SRD wordt gebruikt in verbinding met een horizontaal systeem
(d.w.z. horizontale valstoplijn, horizontale I-balktrolley), moeten de SRD en de componenten van het horizontale systeem
compatibel zijn. Horizontale systemen moeten worden ontworpen en geïnstalleerd onder toezicht van een gekwalificeerde
technicus. Raadpleeg de instructies van de fabrikant van de horizontale systemen voor meer details.
;
De waarden voor de valspeling in Afbeelding 4 zijn gebaseerd op verankering op een stijf, vast verankeringspunt en
zijn niet van toepassing op verankering aan een horizontale reddingslijn (HLL)-systeem. Raadpleeg de HLL-handleiding
en het HLL-installatieprogramma om de vereiste valspelingen te bepalen.
203

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido