•
De wijze waarop de verplaatsing zal plaatsvinden en de
omgeving.
•
De compatibiliteit met de andere tilapparatuur die
wordt gebruikt.
Raadpleeg voor meer informatie de keuzehandleiding
voor draagbanden van Invacare
4.2 De draagband aanbrengen
Draagband aanbrengen in zittende positie
1. Laat de patiënt voorover leunen en bied daarbij
voldoende ondersteuning zodat hij of zij niet valt.
2. Breng de korte band (S – Fig. 2) centraal langs de
rug van de patiënt omlaag. De bovenste rand van de
draagband moet daarbij onder de schouderbladen van
de patiënt komen te zitten. Fig. 3a
3. Voer beide uiteinden van de band naar voren en onder
de oksels van de patiënt door. Laat de patiënt naar
achteren tegen de band leunen.
4. Breng de lange band (L – Fig. 2) aan onder de dijbenen.
Fig. 3b
4.3 De draagband aan de lift bevestigen
De ophangbanden aan de draagband zijn voorzien van lussen
in verschillende kleuren die verschillende lengtes aangeven.
Hiervan kan gebruik worden gemaakt om de patiënt in
verschillende posities te plaatsen. De kortere ophangbanden
bij de schouders en de langere banden bij de benen zorgen
voor een meer verticale positie die de verplaatsing naar een
zittende positie vergemakkelijkt. Door de ophangbanden bij
de schouders langer te maken en de banden bij de benen
korter te maken, wordt een meer achterover hellende hoek
verkregen waarin de verplaatsing naar een liggende positie
beter mogelijk is. Bevestig de twee lussen met dezelfde kleur
aan weerszijden van de draagband zodat de patiënt bij het
omhoog tillen niet scheef hangt. Fig. 4
BELANGRIJK!
Zorg dat de patiënt bij een verplaatsing naar
een zittende positie in een zo verticaal mogelijke
houding in de draagband hangt.
1. Bevestig de lus van elk van de ophangbanden aan de
bijbehorende haak op de lift:
a. Bevestig de schouderband bij de 2 bevestigingspunten
voor de beenband aan elk van de haken. Fig. 5a
b. Bevestig de schouder- en beenband bij 4
bevestigingspunten aan een afzonderlijke haak. Fig.
5b
4.4 De draagband verwijderen
1. Maak, nadat de patiënt is verplaatst, de draagband los
van de lift.
2. Voer de procedure die wordt beschreven in 4.2 De
draagband aanbrengen, pagina 29, in omgekeerde
volgorde uit.
5 Onderhoud
5.1 Inspectie
Dagelijkse inspectie voor gebruik
Elke dag dient een inspectie plaats te vinden, voorafgaand
aan het gebruik en na elke wasbeurt:
•
Kijk of geen van de onderdelen van de draagband
beschadigingen, tekenen van slijtage of mogelijke
defecten vertoont.
60124416-A
Periodieke inspectie
BELANGRIJK!
De inspecties moeten worden uitgevoerd door
een gekwalificeerd persoon die goed bekend is
met het ontwerp, gebruik en onderhoud van
draagbanden.
Er moet minimaal eens per 6 maanden een
veiligheidsinspectie van de draagband worden uitgevoerd,
tenzij anders vermeld in de lokale vereisten.
Een document met de gedetailleerde controlelijst
voor de veiligheidsinspectie is apart te verkrijgen via
Invacare.
5.2 Reiniging en desinfectie
WAARSCHUWING!
Kans op lichamelijk letsel
Het gebruik van beschadigde draagbanden kan
ertoe leiden dat de patiënt valt of de zorgverleners
gewond raken.
– Inspecteer de draagband op slijtage, scheuren
en losse naden na elke reinigingsbeurt.
BELANGRIJK!
Voorkom verontreinigingen door de draagband
regelmatig te reinigen en desinfecteren.
Reinig en desinfecteer dit product
– regelmatig als het wordt gebruikt;
– als het in contact is gekomen met lichaamsvocht;
– voordat een nieuwe gebruiker er gebruik van
maakt.
BELANGRIJK!
Zorg altijd dat het product volledig droog is
voordat u het weer in gebruik neemt.
Reinigingsinstructies
Reinig en droog de draagband volgens de wasinstructies op
het label.
Door regelmatig wassen op hoge temperatuur of drogen in
de droger kan de levensduur van het product worden verkort.
Wij adviseren een normaal wasmiddel voor huishoudelijke
doeleinden te gebruiken. Gebruik geen wasverzachter.
Kies voor het desinfecteren een ontsmettingsmiddel dat
geschikt is voor het materiaal van de draagband en volg de
instructies van de producent van het ontsmettingsmiddel.
6 Na gebruik
6.1 Voorschriften voor opslag
Bewaar de draagband op een droge plek bij een maximale
relatieve luchtvochtigheid van 50% waar geen direct zonlicht
komt.
6.2 Geschikt maken voor hergebruik
Dit product is geschikt voor hergebruik. Om het product
voor een nieuwe gebruiker gebruiksklaar te maken, voert u
de volgende handelingen uit:
•
Inspectie
•
Schoonmaken en desinfecteren
Zie 5 Onderhoud, pagina 29 voor gedetailleerde informatie.
29