Opmerking: de digitale protocollen kunnen elkaar beïnvloe-
den. Voor een storingsvrij bedrijf is het aan te bevelen de niet
gebruikte protocollen met CV 50 te deactiveren. Deactiveer
eveneens, voor zover uw centrale dit ondersteunt, ook de daar
niet gebruikte digitale protocollen.
Worden twee of meer digitaal protocollen op de rails herkend,
dan neemt de decoder automatisch het protocol met de hoogste
prioriteit, bijv. mfx/DCC, dan wordt door de decoder het mfx-
digitaalprotocol gebruikt (zie bovenstaand overzicht).
Opmerking: let er op dat niet alle functies in alle digitaal-
protocollen mogelijk zijn. Onder mfx of DCC kunnen enkele
instellingen, welke in analoogbedrijf werkzaam moeten zijn,
ingesteld worden.
Aanwijzingen voor digitale besturing
• Het op de juiste wijze instellen van de diverse parameters
staat beschreven in de handleiding van uw digitale Centrale.
• Fabrieksmatig zijn de waarden voor mfx zo ingestelt dat
optimale rijeigenschappen gegarandeerd zijn.
Voor andere bedrijfssystemen moeten eventueel aanpassin-
gen uitgevoerd worden.
• De vanaf de fabriek ingestelde waarden zijn zo ingesteld dat
de rij-eigenschappen optimaal zijn.
• Het bedrijf met tegengepoolde gelijkspanning in de afrem-
sectie is met de fabrieksinstelling niet mogelijk. Indien deze
eigenschap wenselijk is, dan moet worden afgezien van het
conventioneel gelijkstroombedrijf (CV 29/Bit 2 = 0).
20
mfx-protocol
Adressering
• Een adres is niet nodig, elke decoder heeft een éénmalig en
éénduidig kenmerk (UID).
• De decoder meldt zich vanzelf aan bij het Central Station of
Mobile Station met zijn UID.
• Mfx-technologie voor het Mobile Station/Central Station.
Naam af de fabriek: 08 1001 DR/DDR
Programmering
• De eigenschappen kunnen m.b.v. het grafische scherm op
het Central Station resp. deels ook met het Mobile Station
geprogrammeerd worden.
• Alle configuratie variabelen (CV) kunnen vaker gelezen en
geprogrammeerd worden.
• De programmering kan zowel op het hoofdspoor als op het
programmeerspoor gebeuren.
• De default-instellingen (fabrieksinstelling) kunnen weer
hersteld worden.
• Functiemapping: functies kunnen met behulp van het Central
Station 60212 (met beperking) en met het Central Station
60213/60214/60215/60216/60226 aan elke gewenste functieto-
ets worden toegewezen (zie het helpbestand in het Central
Station).