Trix CC 40100 Serie Manual De Instrucciones página 3

Ocultar thumbs Ver también para CC 40100 Serie:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 16
Informations concernant la locomotive réele
Après différents essais menés sur les locomotives prototypes BB 30001
et 30002 (autrefois appelées 26001 et 26002) dérivées des BB 9400,
la SNCF décide de construire une motrice capable de circuler sous
quatre tensions différentes, la CC 40100. Avec un design innovant, ces
engins sont les premiers dotés d'une face frontale dite „Nez cassé".
Ces motrices sont indissociables des rames formées par les voitures
Trans Europ Express Inox Paris-Bruxelles-Amsterdam ou Mistral 69 avec
lesquelles elles ont circulé jusqu'à leur radiation. La Belgique décide
quelques années après la livraison des CC 40100 de mettre en service
des locomotives tritension identiques, appartenant à la fameuse série
18 et possédant une livrée inox, jaune et bleue.
Durant leur courte carrière à peine trentenaire, la totalité de la série
des CC 40100 a effectué un service de renom en tête des prestigieux
TEE entre Paris et Bruxelles. Les coûts d'entretien devenant sans
cesses plus onéreux ainsi que leur fiabilité mauvaise laissent entrevoir
un devenir alors plus qu'incertain. Ce n'est que lors du service d'été
du 31 mai 1996 que les dernières locomotives encore en service, les
CC 40109 et 40110 se voient rayées des effectifs de la SNCF, lors de
l'arrivée des TGV PBA Thalys. Les machines de la série 18 belge ont
circulé quant à elles sur d'autres liaisons jusqu'à leur radiation le 12
juillet 1999.
La disparition des CC 40100 a constitué la fin de l'époque prestigieuse
des TEE sillonnant l'Europe durant la seconde moité du 20ème siècle.
Les CC 40101, 40109 et 40110 ont été préservées.
Informatie van het voorbeeld
Na verschillende proeven met de van de BB 9400 afgeleide prototype
locomotieven BB 30001 en 30002 (vroeger als 26001 en 26002
ingeschreven), besloot de SNCF een locomotief te bouwen, die op vier
verschillende spanningssystemen kon rijden: de CC40100. Met dit
innovatieve design was het de eerste machine met een zgn. "Gebroken
neus" (nez cassé) aan het front van de loc. De verschijning van de CC
40100 deed sterk denken aan de roestvrijstalen rijtuigen van de TEE
Parijs-Brussel-Amsterdam of de Mistral 69 waardoor ze getrokken wer-
den tot de buitendienststelling. Enkele jaren na de levering van de CC
40100 besloot België identieke locomotieven, echter geschikt voor drie
spanningssystemen, in te zetten die tot de beroemde serie 18 behoren
en in de kleuren staal, geel en blauw zijn geschilderd.
Gedurende hun korte loopbaan van amper dertig jaar heeft de hele serie
CC 40100 een zeer opmerkelijk resultaat geboekt in de treindienst tussen
Brussel en Parijs. Voortdurend stijgende onderhoudskosten en nalatende
betrouwbaarheid lieten destijds zeker geen rooskleurige toekomst zien.
Pas in de zomerdienst vanaf 31 mei 1996 werden de laatste machines, de
40109 en 40110 uit het locomotievenbestand van de SNCF gehaald toen
de TGV Thalys PBA (Parijs-Brussel-Amsterdam) in dienst genomen werd.
Tot hun buitendienststelling op 12 juli 1999 reden de machines van de
Belgische serie 18 op andere trajecten.
Met het verdwijnen van de CC 40100 kwam er een eind aan de bloeitijd
van de TEE die in de tweede helft van de twintigste eeuw door heel
Europa reed. De CC 40101, 40109 en de 40110 zijn bewaard gebleven.
3

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

22576226576

Tabla de contenido