Stofroosters aanbrengen en verwijderen
(optioneel accessoire)
WAARSCHUWING:
• Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de stekker uit het stopcontact is getrokken alvorens
de stofroosters aan te brengen of te verwijderen. Als u
dit niet doet, kan dit leiden tot beschadiging van het
gereedschap of persoonlijk letsel.
Er zijn drie soorten stofroosters die elk in een andere
positie worden gebruikt (zie afb. 13, 14 en 15).
Plaats de stofroosters zodanig dat de zijde van het
stofrooster met de markering (A, B of C) naar de voorkant
van het gereedschap is gericht. Klik de pennen van het
stofrooster in de ventilatieopening (zie afb. 16).
Het stofrooster kan met de hand worden verwijderd.
OPMERKING:
• Maak het stofrooster schoon wanneer het verstopt
raakt met stof en vreemde stoffen. Doorwerken met
een verstopt stofrooster kan het gereedschap
beschadigen.
BEDIENING
WAARSCHUWING:
• Het moet nooit nodig zijn om grote kracht uit te oefenen
op het gereedschap. Het gewicht van het gereedschap
zorgt al voor voldoende druk op het werkstuk. Grote
kracht en hoge druk uitoefenen kunnen ertoe leiden dat
de schijf breekt. Dit is zeer gevaarlijk.
• Vervang de schijf ALTIJD als het gereedschap tijdens
het slijpen is gevallen.
• Stoot of sla NOOIT met de slijpschijf tegen het
werkstuk.
• Voorkom dat de schijf over het werkstuk huppelt of
bekneld raakt tijdens het werken in hoeken, op scherpe
randen, enz. Hierdoor kunt u de controle over het
gereedschap verliezen of kan terugslag worden
veroorzaakt.
• Gebruik het gereedschap NOOIT met zaagbladen en
dergelijke. Als dergelijke zaagbladen op een
slijpmachine worden gebruikt, verspringen ze veelal
waardoor u de controle over het gereedschap verliest
en persoonlijk letsel kan ontstaan.
LET OP:
• Schakel het gereedschap nooit in terwijl deze het
werkstuk raakt omdat hierdoor de gebruiker kan
worden verwond.
• Draag tijdens het gebruik altijd een veiligheidsbril of
spatscherm.
• Schakel na gebruik altijd het gereedschap uit en wacht
totdat de schijf volledig tot stilstand is gekomen
alvorens het gereedschap neer te leggen.
• Houd het gereedschap altijd stevig vast met een hand
op de behuizing en de andere hand aan de
zijhandgreep.
Gebruik als slijpmachine of
schuurmachine (zie afb. 17)
Schakel het gereedschap in en breng daarna de schijf in
aanraking met het werkstuk.
In het algemeen geldt: houd de rand van de schijf onder
een hoek van ongeveer 15° op het oppervlak van het
werkstuk.
Tijdens de inloopperiode van een nieuwe schijf, mag u de
slijpmachine niet in de richting van pijl B gebruiken omdat
de schijf dan in het werkstuk zal snijden. Nadat de rand
van de schijf is afgerond door gebruik, kunt u de schijf in
de richting van zowel pijl A als B gebruiken.
Gebruik met doorslijpschijf of
diamantschijf (optioneel accessoire) (zie
afb. 18)
Volg voor het aanbrengen de instructies voor schijf met
verzonken middengat.
De montagerichting van de borgmoer en binnenflens
verschilt afhankelijk van de dikte van de schijf.
Raadpleeg het onderstaande overzicht (zie afb. 19).
WAARSCHUWING:
• Wanneer u een doorslijpschijf of diamantschijf gebruikt,
moet u altijd een beschermkap gebruiken die speciaal
ontworpen is voor gebruik met doorslijpschijven. (In
sommige Europese landen kan bij gebruik van een
diamantschijf de normale beschermkap worden
gebruikt. Houd u aan de regelgeving in uw land.)
• Gebruik NOOIT een doorslijpschijf om zijdelings mee
te slijpen.
• Laat de schijf niet vastlopen en oefen geen
buitensporige druk uit. Probeer niet een buitensporig
diepe snede te slijpen. Een te grote kracht op de schijf
verhoogt de belasting en de kans dat de schijf in de
snede verdraait of vastloopt, waardoor terugslag kan
optreden, de schijf kan breken of de motor oververhit
kan raken.
• Begin niet met doorslijpen terwijl de schijf al in het
werkstuk steekt. Laat de schijf eerst de volle snelheid
bereiken en breng daarna de schijf voorzichtig in de
snede door het gereedschap naar voren over het
werkstukoppervlak te bewegen. Wanneer het elektrisch
gereedschap wordt gestart terwijl de schijf al in het
werkstuk steekt, kan de schijf vastlopen, omhoog lopen
of terugslaan.
• Tijdens het doorslijpen mag u nooit de hoek van de
schijf veranderen. Door zijdelingse druk uit te oefenen
op de doorslijpschijf (zoals bij slijpen), zal de schijf
barsten en breken waardoor ernstig persoonlijk letsel
wordt veroorzaakt.
• Een diamantschijf moet haaks op het door te slijpen
werkstuk worden gebruikt.
Gebruik met een komvormige
draadborstel (optioneel accessoire)
LET OP:
• Controleer de werking van de draadborstel door het
gereedschap onbelast te laten draaien terwijl u erop let
dat niemand vóór of in één lijn met de draadborstel
staat.
• Gebruik de draadborstel niet wanneer deze
beschadigd is of onbalans heeft. Het gebruik van een
beschadigde draadborstel verhoogt de kans op
verwonding door aanraking van afgebroken
borsteldraadjes.
45