• Controleer het type fout aan de hand van ALARMEN op pag. 215.
• Reinig de vuurpot en herstart de kachel met toets P4.
11.6
ALARM "FAILED IGNITION"
"ACTIVE ALARM" "AL 5 - FAILED IGNITION": de temperatuur is onvoldoende voor de ontsteking.
• Verricht een reset van de fout met toets P4. De kachel voert een fase "FINAL CLEANING" en "OFF" uit.
• Controleer het type fout aan de hand van ALARMEN op pag. 215.
• Reinig de vuurpot en herstart de kachel met toets P4.
11.7
ALARM "NO PELLET"
Als de rookgassensensor bij de afvoer een temperatuur detecteert die lager is dan de minimumdrempel,
dan wordt de tekst "ACTIVE ALARM" "AL 6 - NO PELLET" getoond.
• Verricht een reset van de fout met toets P4. De kachel voert een fase "FINAL CLEANING" en "OFF" uit.
• Vul de tank.
NL
• Reinig de vuurpot en herstart de kachel met toets P4.
11.8
ALARM "THERMAL SAFETY"
In de voorraadbak is een thermostaat met handmatige terugstelling geïnstalleerd die in werking treed
als de temperatuurgang van de voorraadbak de toegestane limieten overschrijdt zodat de mogelijkheid
uitgesloten wordt dat de pellets binnenin de voorraadbak door oververhitting in brand kunnen raken.
"ACTIVE ALARM" "AL 7 - THERMAL SAFETY": dee thermostaat onderbreken de elektrische voeding naar de
transportschroef.
• Verricht een reset van de fout met toets P4. De kachel voert een fase "FINAL CLEANING" en "OFF" uit.
• Controleer het type fout aan de hand van ALARMEN op pag. 215.
• Schroef de zwarte dop, druk op de knop en schroef de zwarte dop bescherming.
• Reinig de vuurpot en herstart de kachel met toets P4.
11.9
ALARM "FAILURE DEPRESS"
Er is een drukschakelaar op de ketel aangesloten die de onderdruk controleert. In enkele modellen kachels
is een microschakelaar in de vuurdeur geïnstalleerd die de opening ervan detecteert.
"ACTIVE ALARM" "AL 8 - FAILURE DEPRESS": dee thermostaat onderbreken de elektrische voeding naar de
transportschroef.
• Verricht een reset van de fout met toets P4. De kachel voert een fase "FINAL CLEANING" en "OFF" uit.
• Controleer het type fout aan de hand van ALARMEN op pag. 215.
• Reinig de vuurpot en herstart de kachel met toets P4.
12
ONDERHOUD
12.1
INLEIDING
Voor een lange levensduur van de kachel moet regelmatig een algehele reiniging uitgevoerd worden
zoals vermeld wordt in onderstaande paragrafen.
• De rookafvoerleidingen (rookleiding + rookkanaal + schoorsteenpot) moeten altijd door een
geautoriseerde specialist gereinigd, geveegd en gecontroleerd worden in overeenstemming
met de plaatselijke regelgeving, met aanduiding van de fabrikant en met de richtlijnen van uw
verzekeringsmaatschappij.
• Bij afwezigheid van plaatselijke voorschriften en richtlijnen van uw verzekeringsmaatschappij is het
nodig de reiniging van de rookleiding, het rookkanaal en de schoorsteenpot minstens één keer per jaar
te laten uitvoeren.
• Het is bovendien nodig om de verbrandingskamer minstens één keer per jaar te laten reinigen en
de pakkingen na te laten kijken, de motoren en de ventilatoren te laten reinigen en het elektrische
208
NICE - MIRIAM - CRISTAL - LEONORA - PRETTY - DIANA - KRISS - MARY