Acculader gebruiken
Let bij het opstellen van de acculader op de stabiliteit, zodat hij
niet kan omvallen. Plaats de netleiding en de aansluitleidingen
naar de accu in geen geval onder trekspanning, geknikt of over
scherpe randen.
Bij lood-starteraccu's dient u de accu als volgt voor te bereiden:
➤ Schroef, indien mogelijk, de afsluitdoppen van elke batterijcel.
Waarschuwing!
Vermijd absoluut het contact met de accuvloeistof!
➤ Controleer het peil van de batterijvloeistof.
Als de vloeistof van een of meerdere cellen het minimumpeil onder-
schrijdt, vul dan gedestilleerd water bij tot de vulmarkering bereikt is.
Gebruik in geen geval normaal leidingwater.
➤ Laat de cellen tijdens de hele laadprocedure geopend, zodat gassen kun-
nen ontsnappen.
Acculader aanklemmen
➤ Controleer of het toestel niet met de 230-V-netaansluiting verbonden is.
➤ Zet de schakelaar B (afb. 8, pag. 3) op „Laden/Charge".
➤ Stel vast of u een 12-V- of een 24-V-accu wilt laden.
➤ Zet de schakelaar C (afb. 8, pag. 3)
– voor een 12-V-accu op „14 A/12 V"
– voor een 24-V-accu op „7 A/24 V"
➤ Verbind de rode plusklem van de acculader met de pluspool van de accu
(markering +) (zie afb. 6, pag. 2).
De pluspool is in aangesloten toestand niet meer met de
carrosserie verbonden.
➤ Verbind de zwarte minklem van de acculader met de minpool van de accu
(markering -) (zie afb. 7, pag. 3).
65
PerfectCharge W20