PerfectCharge MCP1204/1207
6
Technische beschrijving
De acculader laadt accu's die aan boord van voertuigen of boten als span-
ningsbron worden gebruikt of verzorgt deze met een druppelspanning om
ontlading te voorkomen.
De levensduur van de meeste loodaccu's wordt door de zogenaamde sulfa-
tering verkort: Het loodsulfaat ontwikkelt zich in de loop der tijd tot gladde,
grote kristallen. Daardoor verdwijnt de amorfe, poreuze structuur. Het laad-
vermogen en daarmee de laadcapaciteit nemen systematisch af, en de accu
veroudert.
De acculader werkt in delen van zijn laadkarakteristiek met specifieke fre-
quenties. Daardoor worden de kristallen gestimuleerd om in hun eigen fre-
quentie te trillen. Ze vallen weer uiteen in hun amorfe structuur. Hun
moleculen kunnen weer in het laadproces worden opgenomen. Daardoor
nemen de laadspanning, koudstartstroom en capaciteit van de accu weer
toe.
Alle loodaccu's hebben door regelmatig laden met de acculader een langere
levensduur.
De acculader kan in drie bedrijfsmodi worden gebruikt:
Modus 1: Laadmodus met 14,4 V
Deze modus wordt voor lood-, gel- en onderhoudsvrije accu's gebruikt.
Modus 2: Laadmodus met 14,7 V
Deze modus wordt voor AGM-accu's gebruikt.
Modus 3: Spanningsvoorziening met 13,7 V (accu is niet verbonden)
Deze modus is bedoeld als netdeelfunctie, bijvoorbeeld voor spannings-
voorziening van het voertuig bij accuwissel of bij onderhoudswerkzaam-
heden met servicetoestellen.
Voor het stationair bewaren kan het toestel met de wandhouder op een wand
worden gemonteerd (toebehoren).
Bovendien kan een externe accu-indicator (toebehoren) worden gebruikt.
Deze toont de capaciteit van de accu en kan via een aansluitkabel met kabel-
schoenen langdurig met de accu worden verbonden. Als wordt aangegeven
dat de accu leeg is, kan een acculader op de accu-indicator worden aange-
sloten en de accu direct worden opgeladen.
De accu-indicator kan met een wandhouder aan een wand of op de wand-
houder van de acculader worden bevestigd.
NL
Technische beschrijving
111