NEDERLANDS
aan te passen. Zodra deze zijn uitgevoerd, zouden deze aanpassingen
precies moeten blijven.
CONTROLEREN EN AFSTELLEN VAN DE VERSTEKSCHAAL (AFB. 10, 11)
1. Maak de hendel voor verstekvergrendeling (e) los en draai de
verstekarm totdat de grendel deze vindt op de verstekinstelling van
0°. Vergrendel de hendel voor verstekvergrendeling (e) niet.
2. Trek de zaagkop naar beneden totdat het blad net de zaagsnede
(s) binnenkomt.
3. Plaats een winkelhaak (tt) tegen de linkerzijde van de
parallelgeleiding (v) en het blad (oo) (afb. 10)
WAARSCHUWING: Raak de bovenzijde van de
zaagtanden niet aan met de winkelhaak.
Indien aanpassingen noodzakelijk zijn, gaat u als volgt te werk:
4. Draai de drie schroeven los (ss) en beweeg de schaal/verstekarm
naar links of rechts totdat het blad haaks staat ten opzichte van de
parallelgeleiding zoals wordt opgemeten met de winkelhaak.
5. Draai de drie schroeven (ss) opnieuw vast. U hoeft op dit
moment geen aandacht te besteden aan de aflezing van de
verstekaanwijzer.
AANPASSEN VAN DE VERSTEKAANWIJZER (AFB. 10–12)
1. Maak de hendel voor verstekvergrendeling (e) los en druk op de
verstekpal (t) om de verstekarm los te maken (a1).
2. Beweeg de verstekarm om de verstekaanwijzer (uu) af te stellen op
de nul-stand, zoals wordt getoond in afbeelding 12.
3. Laat, nu de verstekhendel los is, de verstekgrendel op zijn plaats
klikken terwijl u de verstekarm voorbij nul draait.
4. Kijk naar de aanwijzer (uu) en de verstekschaal (f). Als de aanwijzer
niet precies nul aangeeft, draait u de schroef (a2) los, beweegt u de
aanwijzer zodat deze op 0° staat en draait u de schroef vast.
AANPASSEN VAN DE VERSTEKVERGRENDELINGSSTANG (AFB. 22)
Als de onderzijde van de zaag kan worden bewogen terwijl de
hendel voor verstekvergrendeling (e) is vergrendeld, dient de
verstekvergrendelingsstang te worden aangepast.
1. Ontgrendel de hendel voor verstekvergrendeling (e).
2. Plaats de hendel voor verstekvergrendeling (e) omhoog.
3. Draai met behulp van een zeskantige moersleutel de
afstelschroef (v v) op de borgpin los.
LET OP: Sommige modellen hebben deze stelschroef niet: ga
verder naar stap 4.
4. Stel de verstekvergrendelingsstang rechtsom draaiend af in delen
van 45˚ om de sterkte van de vergrendeling toe te laten nemen.
5. Zorg ervoor dat de tafel niet beweegt wanneer de hendel (e) is
vergrendeld op
een willekeurige (niet vooraf ingestelde) hoek.
6. Draai de afstelschroef vast (v v).
CONTROLEREN EN AANPASSEN VAN HET BLAD TEN OPZICHTE VAN DE TAFEL
(AFB. 13–18)
1. Draai de klem voor afschuiningsinstelling (p) los.
2. Druk de verstekarm naar rechts om ervoor te zorgen dat deze
volledig verticaal is ten opzichte van de hoekstandaanslag (z), die
zich bevindt tegen de afstellingsaanslag voor verticale positie (bb),
en draai de klem voor afschuiningsinstelling vast.
3. Trek de zaagkop naar beneden totdat het blad net de zaagsnede
(s) binnenkomt.
4. Plaats een winkelhaak (tt) op de tafel en tegen het zaagblad (oo)
(afb. 15).
WAARSCHUWING: Raak de bovenzijde van de
zaagtanden niet aan met de winkelhaak.
Indien aanpassingen noodzakelijk zijn gaat u als volgt te werk:
5. Draai de vergrendelmoer (ww) enkele slagen los, en terwijl u er
tegelijkertijd voor zorgt dat de stopschroef (bb) stevig in contact
is met de hoekpositieaanslag (z) draait u de stopschroef voor het
instellen van verticale positie (bb) naar binnen of buiten totdat
het zaagblad zich in een hoek van 90º ten opzichte van de tafel
bevindt, zoals aangegeven door de winkelhaak.
66
All manuals and user guides at all-guides.com
AANPASSEN VAN DE PARALLELGELEIDING (AFB. 19)
Het bovendeel van de parallelgeleiding kan worden aangepast om een
opening te creëren, zodat de zaag zowel naar rechts als links tot aan
48° gekanteld kan worden.
Om de linker parallelgeleiding (v) aan te passen:
Om de rechter parallelgeleiding aan te passen (c):
CONTROLEREN EN AANPASSEN VAN DE AFSCHUINHOEK (AFB. 19, 20)
Indien aanpassingen noodzakelijk zijn, gaat u als volgt te werk:
BEDIENING EN ZICHTBAARHEID VAN BESCHERMKAP
De beschermkap van het blad is zodanig ontworpen dat deze
automatisch omhoog komt wanneer de arm naar beneden wordt
gebracht en omlaag gaat over het zaagblad wanneer de arm omhoog
wordt gedaan.
De beschermkap kan handmatig omhoog worden gebracht wanneer
u zaagbladen installeert of verwijdert of wanneer u deze inspecteert.
BRENG DE BESCHERMKAP VAN HET BLAD NOOIT HANDMATIG
OMHOOG TENZIJ DE ZAAGMACHINE UITGESCHAKELD IS.
LET OP: Voor het uitvoeren van bepaalde bijzondere zaaghandelingen
is het noodzakelijk dat u de beschermkap handmatig omhoog doet. Zie
de paragraaf over het zagen van basislijstwerk tot aan 88,9 mm hoog.
In de voorzijde van de beschermkap bevindt zich een rooster voor
een beter overzicht tijdens het zagen. Hoewel een rooster leidt tot
aanzienlijk minder rondvliegende delen, zijn het wel openingen in
de beschermkap en moet er dus altijd een veiligheidsbril worden
gedragen wanneer er door het rooster wordt gekeken.
AUTOMATISCHE ELEKTRISCHE REM
Uw zaag is uitgerust met een automatische elektrische remfunctie voor
het zaagblad, die het zaagblad tot stilstand brengt binnen 5 seconden
nadat de schakelaar is losgelaten. Dit kan niet veranderd worden.
Er kunnen zich gevallen voordoen waarbij er na het loslaten van de
schakelaar van een vertraging sprake is tot aan het activeren van de
remfunctie. In zeldzame gevallen kan het zijn dat de remfunctie helemaal
niet wordt ingeschakeld en dat het blad langzaam uitdraait.
6. Draai de vergrendelmoer (ww) stevig vast terwijl u de stopschroef
(bb) stil houdt.
7. Indien de afschuiningsaanwijzer (xx) geen nul aangeeft op de schaal
voor afschuiningsinstelling (q), draai dan de schroef (yy) los die de
aanwijzer vastzet en beweeg de aanwijzer zoals nodig.
1. Draai de plastic knop (k) los en duw de parallelgeleiding naar links.
2. Draai het blad van de zaag zonder werkstuk terwijl de zaag
uitstaat en controleer of de zaag niet wordt geblokkeerd. Pas de
parallelgeleiding zodanig aan dat deze zo dichtbij het blad is als
mogelijk, voor een maximale ondersteuning van het werkstuk,
zonder dat dit de op- en neerwaartse beweging van de arm
belemmert.
3. Draai de knop stevig vast.
4. Draai de plastic knop (k) los en duw de parallelgeleiding naar
rechts.
5. Ga op identieke wijze te werk als bij het aanpassen van de linker
parallelgeleiding.
WAARSCHUWING: De geleidingsgroeven (zz) kunnen
vol raken met zaagsel. Gebruik een stokje of wat perslucht
(lage druk) om de geleidingsgroeven vrij te maken.
1. Draai de klemschroef van de linker parallelgeleiding (k) los en duw
de bovenzijde van de linker parallelgeleiding zo ver mogelijk naar
links.
2. Draai de afschuinklemhendel (p) los en beweeg de zaagarm naar
links totdat de hoekpositieaanslag (z) rust op de afstellingsaanslag
van de afschuinpositie (aa). Dit is de 45° afschuinpositie.
3. Draai de vergrendelmoer (ww) een aantal slagen los en draai
de stopschroef voor instellen van de afschuinpositie (aa) naar
binnen of buiten totdat de aanwijzer (xx) 45° aangeeft en de
hoekpositieaanslag (z) rust op de instellingsaanslag van de
afschuinpositie.
4. Draai de vergrendelmoer (ww) stevig vast terwijl u de stopschroef
(aa) stil houdt.
5. Om een rechterafschuining van 3° of een linkerafschuining van 48°
te krijgen dienen de twee instellingsschroeven te worden aangepast
zodat de zaagarm zoveel als nodig bewogen kan worden.