Functies en bediening van de stoel
1
2
* indien aanwezig
74
939
940
1
0
2
1
2
941
L engte- instelling
Door de vergrendelingshendel omhoog te
trekken, is het mogelijk om de lengte in te
stellen.
F
Na de instelling moet de hendel hoor-
baar in de gewenste stand vergrendelen. Na
het vergrendelen mag de chauffeursstoel niet
meer in een andere stand kunnen worden
gezet.
F
Trek de hendel niet met uw been of kuit
omhoog.
H or iz ontale ver ing *
Door de horizontale vering kan de chauffeurs-
stoel stootbelastingen in de rijrichting beter
opvangen (b.v. bij hoge snelheden, aanhang-
wagens of moeilijke terreinen).
De vering wordt met de vergrendelingsgreep
in- en uitgeschakeld.
1 = horizontale vering UIT
2 = horizontale vering AAN
L endensteun
Met de lendensteun kan het zitcomfort wor-
den verhoogd en blijven de prestaties van de
chauffeur constant.
Door het handwieltje naar boven te draaien,
wordt de bolling van het rugkussen in het bo-
venste gedeelte individueel aangepast. Als u
het handwieltje naar beneden draait, wordt de
bolling in het onderste gedeelte aangepast.
0 = geen bolling
1 = max. bolling bovenaan
2 = max. bolling onderaan
NL