Functies en bediening van de stoel
2
1
* indien aanwezig
** afhankelijk van de uitvoering
80
Draaivoorziening
Trek aan de vergrendelingshendel om de
stoel te draaien. Hiermee kan de
chauffeursstoel vrij tot aan de aanslag naar
rechts of links worden gedraaid
Opgelet: gevaar voor ongevallen!
De vergrendelingshendel mag niet
worden bediend tijdens het rijden.
Na de instelling moet de hendel hoor-
baar in de gewenste stand vergrendelen. Na
het vergrendelen mag de chauffeursstoel niet
meer in een andere stand kunnen worden
gedraaid.
Horizontale vering
Onder bepaalde bedrijfsomstandigheden (b.v.
rijden met aanhangwagen) kan het zinvol zijn
om de horizontale vering in te schakelen.
Daardoor kunnen de stootbelastingen in de
rijrichting beter door de chauffeursstoel
worden opgevangen.
Positie 1 = horizontale vering UIT
Positie 2 = horizontale vering AAN
Na de instelling van positie 1 moet de
hendel in de gewenste stand vergrendelen.
Hiertoe moet de stoel naar achteren gedrukt
worden tot u de vergrendeling hoort.
Na het vergrendelen mag de
horizontale vering niet meer in een
andere stand kunnen worden gezet.
Lengte-instelling
Door de vergrendelingshendel omhoog te
trekken, is het mogelijk om de lengte in te
stellen.
Opgelet: gevaar voor ongevallen!
De vergrendelingshendel mag niet
worden bediend tijdens het rijden.
Na de instelling moet de hendel hoor-
baar in de gewenste stand vergrendelen. Na
het vergrendelen mag de chauffeursstoel niet
meer in een andere stand kunnen worden
gezet.
Trek de hendel niet met uw been of kuit
omhoog.
*** kan naderhand worden aangebracht