Koelmiddelleiding
• Monteer tijdens de installatiewerkzaamheden de koelmiddelleiding
nauwkeurig voordat de airconditioner wordt bediend. Als de
compressor wordt bediend met de klep open en zonder
koelmiddelbuis, zuigt de compressor lucht aan en ontstaat er
overdruk in het koelsysteem, hetgeen kan leiden tot verwondingen.
• Draai de flensmoer met een momentsleutel aan op de
voorgeschreven manier. Als de flensmoer al te krachtig wordt
aangedraaid, kan de moer een tijd later barsten, waardoor koelmiddel
kan gaan lekken.
• Controleer na het installeren dat er geen koelmiddel lekt. Wanneer
ontsnapt gasvormig koelmiddel in de buurt of in contact komt met
open vuur, zoals bij een gasfornuis, kunnen giftige gassen worden
gevormd.
• Na het installeren of verplaatsen van de airconditioner volgt u de
aanwijzingen in de installatiehandleiding voor het volledig ontluchten
van de leidingen, zodat er in het koelsysteem geen ander gas
overblijft dan alleen het koelmiddel. Bij onvolledig ontluchten kan de
airconditioner niet goed functioneren.
• Gebruik stikstofgas voor de test op luchtdichtheid.
• De oplaadslang moet zo worden aangesloten dat deze niet slap
hangt.
67-NL
Elektrische bedrading
• Alleen een bevoegd installateur(*1) of een bevoegd
onderhoudsmonteur(*1) mag elektrische werkzaamheden aan de
airconditioner verrichten. Onder geen voorwaarde mag dit werk
worden verricht door een onbevoegde, aangezien fouten of
vergissingen kunnen leiden tot elektrische schokken en/of kortsluiting
of lekstroom.
• Bij het aansluiten van de stroomdraden, het repareren van elektrische
onderdelen of het verrichten van andere elektrische werkzaamheden
dient u handschoenen ter bescherming tegen hitte en isolerend
schoeisel en beschermende kleding ter bescherming tegen
elektrische schokken te dragen. Als u dergelijke beschermende
kleding niet draagt, loopt u de kans op elektrische schokken.
• Gebruik bedrading die voldoet aan de specificaties in de
installatiehandleiding en de ter plaatse geldende voorschriften en
wetten. Het gebruik van bedrading die niet voldoet aan de
specificaties kan resulteren in elektrische schokken, kortsluiting en
lekstroom, rookontwikkeling en/of brandgevaar.
• Verbind een aardedraad. (aardaansluitingen)
Onvolledige aarding kan elektrische schokken veroorzaken.
• Sluit aardedraden niet aan op gasleidingen, waterleidingen,
bliksemafleiders of aardkabels voor telefoons.
• Na het voltooien van de verplaatsing of het reparatiewerk dient u te
controleren of de aardleidingen naar behoren zijn aangesloten.
• Installeer een stroomonderbreker die voldoet aan de specificaties in
de installatiehandleiding en de ter plaatse geldende voorschriften en
wetten.
• Installeer de stroomonderbreker op een plaats waar die goed
toegankelijk is voor de gebruiker.
• Als u de stroomonderbreker buitenshuis aanbrengt, let dan goed op
dat het een specifiek voor buitengebruik geschikt type is.
• Onder geen voorwaarde mag het netsnoer worden verlengd.
Aansluitproblemen op een plaats waar het netsnoer is verlengd
kunnen leiden tot rookontwikkeling en/of brandgevaar.
• Werkzaamheden met elektrische bedrading moeten altijd worden
uitgevoerd in overeenstemming met de plaatselijke regelgeving,
wetten en de installatiehandleiding.
Doet u dit niet, dan kan dat leiden tot elektrocutie of kortsluiting.
– 34 –
68-NL