B
Gebruik van het toestel
Vulinstructies
11. Voor de modellen met twee toevoeropeningen
Voor de modellen uitgerust met één toevoer
• Sluit de toevoerslang aan op de koudwaterkraan en op het toevoerventiel aan de achterkant
van de machine, zoals geïllustreerd in Fig.1.
• Controleer of:
Alle aansluitingen goed vastgedraaid zijn. Laat kinderen de machine niet gebruiken, er
niet op klimmen, er niet naast blijven staan of niet in de trommel klimmen. Weet dat de
oppervlaktetemperatuur van de deur kan stijgen tijdens de wascycli. Wanneer het toestel in
werking is en er zijn toch kinderen in de buurt, houdt u ze permanent in de gaten.
Watertoevoerventiel
52
Toevoer van
koud water
Fig. 1
NL
B
Gebruik van het toestel
De afvoerslang aansluiten
12. Wanneer de afvoerslang reeds geïnstalleerd is zoals op het onderstaande schema.
Maak deze enkel los van de klem aan de rechterkant (zie pijl).
13. Sluit de afvoerslang aan op de sifon of maak deze vast aan de rand van een gootsteen met
behulp van de U-elleboog. Bevestig de U-elleboog (E), wanneer deze nog niet geïnstalleerd
is, aan het uiteinde van de afvoerslang.
OPMERKINGEN :
• Zorg ervoor dat de afvoerslang niet geplooid is.
• Zet de slang vast zodat deze niet kan vallen. Na de wasfase voert de machine het warm
water af.
• Kleine wastafels zijn hier niet geschikt voor.
• Om de slang te verlengen gebruikt u een slang van hetzelfde type en maakt u de
koppelingen vast met klemmen.
• Max. Totale lengte van de afvoerslang: 2,50 m.
53
NL