Elke verandering aan de fabrieksmatige uitvoering van de chauffeursstoel (bijv. door
• • • •
het naderhand aanbrengen van niet-originele onderdelen van de firma GRAMMER AG)
kan de goedgekeurde staat van de chauffeursstoel tenietdoen. Er kunnen functies van
de chauffeursstoel worden beïnvloed die uw veiligheid in gevaar brengen. Daarom
moet elke constructieve verandering van de chauffeursstoel door GRAMMER AG
worden vrijgegeven.
Bij het demonteren of het inbouwen van de chauffeursstoel moeten de aanwijzingen van
• • • •
de voertuigfabrikant steeds in acht worden genomen.
Hef de chauffeursstoelen niet aan de afdekkingen omhoog. Wordt dit niet in acht genomen
• • • •
bestaat een verhoogd risico voor verwondingen daar de afdekkingen kunnen
losbreken.
Als de chauffeursstoel gedemonteerd wordt, moeten alle verbindingsdraden tussen de
• • • •
stoel en de boordspanning worden losgekoppeld. Bij het opnieuw aansluiten van de ver-
bindingsdraden dient op dichtheid (tegen stof, water) te worden gelet.
Veiligheidsgordels zijn aan de chauffeursstoel aanwezig of kunnen naderhand worden
• • • •
aangebracht. In verband met een verhoogde belasting van de stoelbevestigingen is het
naderhand monteren van de veiligheidsgordels alleen toegestaan na toestemming
van de voertuigfabrikant.
Het naderhand monteren dient aan de landspecifieke voorschriften en richtlijnen te vol-
doen en dient bovendien door GRAMMER AG te worden vrijgegeven.
Veiligheidsgordels moeten vóór de ingebruikname van het voertuig worden omgedaan.
• • • •
Na een ongeval moeten de veiligheidsgordels vervangen worden.
Als er aan de chauffeursstoel veiligheidsgordels gemonteerd zijn, moeten na een ongeval
daarenboven de chauffeursstoel en de stoelbevestigingen door deskundig personeel
worden gecontroleerd.
Schroefverbindingen moeten regelmatig op een goede bevestiging worden
• • • •
gecontroleerd. Een onstabiele stoel kan het gevolg zijn van losse schroefverbindingen of
andere gebreken.
Indien onregelmatigheden in de functionaliteit worden geconstateerd (bijv. bij het inveren
• • • •
van de stoel, een onjuiste bolling van de lendensteun, enz.) en bij beschadigingen (bijv.
een beschadigd harmonicarubber, enz.) van de stoel moet onmiddellijk een
gespecialiseerde werkplaats worden ingeschakeld om de gebreken te laten repareren.
Wordt dit niet in acht genomen bestaat gevaar voor uw gezondheid en een verhoogd
risico voor ongevallen.
Vóór de ingebruikname van het voertuig moeten eventuele aanwezige schakelaars in het
• • • •
zitkussen van de chauffeursstoel (voor het uitschakelen van aggregaten bij het verlaten
van de stoel of het voertuig) op hun goede werking worden
gecontroleerd.
Bij storingen mag het voertuig niet in bedrijf worden genomen.
– VERHOOGD RISICO VOOR ONGEVALLEN –
Chauffeursstoelen met ingebouwde schakelaars die herkennen dat de stoel belast wordt
• • • •
mogen, met uitzondering van normaal gebruik, niet door voorwerpen op de zitting
worden belast omdat het voertuig zich dan zonder chauffeur in beweging zou kunnen
zetten.
– VERHOOGD RISICO VOOR ONGEVALLEN –
Door het ontlasten van de zitting tijdens de rit zal het voertuig tot stilstand komen.
NL
Veiligheidsvoorschriften
77