Parameters instellen
In het hoofdmenu kiest u "parameters instellen" door
met behulp van de toetsen "pijl naar boven" of "pijl
naar beneden" de selectiebalk op "parameters in-
stellen" te plaatsen en op de "Enter"-toets te druk-
ken
De letters A en B in de linker- en rechterhoek van de
bovenbalk geven aan dat er 2 inductie-elektroden
zijn aangesloten. Indien slechts 1 elektrode is aan-
gesloten, staat alleen de letter A of B vermeld.
In het middengedeelte van het scherm vindt u de
ingestelde parameters. U kunt de door u gewenste
parameters instellen met behulp van de centrale
regelaar. Met de 4 "pijltjes"-toetsen springt u naar
de verschillende parameters en uiteindelijk naar de
onderbalk.
Indien geen Circuplodes zijn aangesloten, blijven de
linker en rechter kolom van dit middengedeelte
blanko.
Wordt tijdens een behandeling een elektrode onvol-
doende belast dan wordt dit kenbaar gemaakt door-
dat de "cursorbalk" oplicht en er een zoemer klinkt.
Tijdelijk wordt geen vermogen geleverd totdat de
belasting juist is. Voor het meten van de belasting
wordt een minimaal "snuffelvermogen" gebruikt.
Rechtsonder staat het nummer van de geheugen-
plaats. Hoe u een programma opslaat, wordt hier-
onder behandeld.
De gepresenteerde parameters kunt u wijzigen door
eerst met de "pijl naar boven" toets naar het para-
meter gedeelte te gaan. Daar kunt u met behulp van
de pijltjes-toetsen naar de parameters "lopen" en
deze met de centrale regelaar wijzigen.
De frequentie 800 Hz is alleen in te stellen indien er
slechts 1 Circuplode-E is aangesloten.
Mocht er een 100 W Circuplode zijn aangesloten en
het piekvermogen ingesteld zijn op 200 W, dan re-
gelt de Curapuls 670 het piekvermogen automatisch
terug naar 100 W, zodra de behandeling wordt ge-
start.
De intensiteit is instelbaar per 5 Watt.
De tijd wordt ingesteld per 30 seconden, met een
maximum van 30 minuten.
Indien u naar het "<<" teken in de linker onderhoek
gaat en op de Enter-toets drukt, keert u terug naar
het hoofdmenu.
All manuals and user guides at all-guides.com
Programma opslaan
Indien u na het wijzigen van de parameters deze wilt
opslaan, gaat u met de "pijltjes"-toetsen naar het
"opslaan" symbool in de rechteronderhoek. Met de
centrale regelaar kunt u de gewenste geheugen-
plaats voor opslag kiezen. Een "*" achter een num-
mer geeft aan, dat er onder dat nummer al een pro-
gramma is opgeslagen. Indien u de Enter-toets drukt,
wordt het reeds opgeslagen programma zonder
nadere waarschuwing overschreven.
Een geheugenplaats kunt u leegmaken door alle in-
stellingen op hun minimale waarte te zetten (65 µs,
26 Hz, 0 W en 0 min.) en deze instelling op te slaan
op het door u gekozen geheugenplaatsnummer.
Met de "pijl naar beneden"-toets gaat u terug naar
het hoofdmenu, vanwaar u verder kunt naar het
behandelgeheugen of de behandelprotocollen. Druk
op de Enter-toets.
Behandelgeheugen
U kiest een programmanummer door de centrale
regelaar te draaien.
U krijgt alleen de nummers te zien van de geheugen-
plaatsen waar een programma is opgeslagen. Hier-
bij wordt onderscheid gemaakt tussen conventio-
nele mode en gemiddeld vermogen mode. Zou u
bijvoorbeeld 24 programma's geprogrammeerd heb-
ben voor conventionele mode en 1 voor gemiddeld
vermogen mode, dan krijgt u wanneer u een pro-
gramma voor gemiddeld vermogen mode wilt op-
roepen, slechts 1 programmanummer te zien.
Ook de parameters van reeds opgeslagen program-
ma's kunnen gewijzigd en weer opgeslagen worden.
Zodra u een parameter wijzigt, verandert de tekst in
de bovenbalk in "Behandelparameters" en verschijnt
naast het protocolnummer het "opslaan" symbool
met daarachter een nummer.
U kunt het huidige programma overschrijven (met
de "pijltjes "-toets naar het meest rechtse "opslaan"
symbool gaan en op de Enter-toets drukken), of een
nieuw geheugenplaatsnummer toewijzen (eerst met
de centrale regelaar een nummer kiezen en dan de
Enter-toetsdrukken).
11