NEDERLANDS
De gebruiksinstructies van deze uitrusting bestaan uit een algemeen gedeelte en
een specifiek gedeelte, beide moeten aandachtig worden gelezen alvorens de
uitrusting te gebruiken. Let op! Hier worden alleen de specifieke instructies be-
schreven.
SPECIFIEKE INSTRUCTIES BE UP (GEREGISTREERD MODEL).
1) TOEPASSINGSGEBIED.
Be Up is een zekeringsapparaat / afdaalapparaat voor rots- en bergbeklimmen,
te gebruiken met één of twee touwen. Het is een handmatig remsysteem, in het
bijzonder geschikt voor klimmen op avontuurlijk terrein, klimroutes uitgerust met
verwijderbare beveiliging (friends, nuts, nagels, enz.) en lange sportroutes. Dit
apparaat voldoet aan de normen EN 15151-2: 2012 Type 4 en UIAA 129.
2) NOMENCLATUUR (Afb. 4.1). A) Remzijde standaard modus. B) Remsleuven.
C) Uitsparing voor touwlus. D) Remzijde verminderde modus. E) Uitsparing kara-
bijnhaak voor verbinding bij verankering. F) Gat voor karabijnhaak als ondersteu-
ning bij het uitgeven. G) Aansluitkabel in kunststof gecoat staal. Levensgevaar!
De verbindingskabel is niet bestand tegen de trekkracht, zeker u hier nooit aan
(Afb. 4.4-10.4).
3) MARKERING.
De A-zijde van het apparaat geeft aanwijzingen voor het zekeren van de voork-
limmer, het toprope zekeren en het zekeren bij abseilen; de B-zijde van het ap-
paraat geeft aanwijzingen voor het zekeren van één of twee naklimmers vanaf
boven.
3.1 - Zijde A (Afb. 4.4). 1) Productnaam. 2) Naam van de fabrikant of de
persoon die verantwoordelijk is voor het op de markt brengen. 3) Indicatie zijde
karabijnhaak. 4) Indicatie zijde hand. 5) Indicatie zijde klimmer. 6) Land van
productie.
3.2 - Zijde B (Afb. 4.5.). 7) Indicatie zijde klimmer. 8) Indicatie zijde hand. 9)
Batchnummer (BBYY) bestaande uit de productiepartij (BB) en het bouwjaar (JJ).
10) EN 15151-2: 2012 Type 4: norm waaraan het apparaat voldoet. 11)
UIAA-logo. 12) Diameters en types compatibele touwen. 13) Logo dat de ge-
bruiker waarschuwt om de bijgevoegde instructies voor gebruik zorgvuldig te
lezen. 14) Indicatie zijde karabijnhaak voor het zekeren van de naklimmers. 15)
Indicatie gat voor bevestiging karabijnhaak.
4) CONTROLE. Controleer vóór elk gebruik of alle onderdelen van het apparaat
in goede staat zijn en geen tekenen van slijtage, scheuren, oneffenheden, enz.
vertonen. Let vooral op de remsleuven B en verder op alle punten waar wrijving
met het touw kan optreden. Controleer ook of er geen scherpe randen aanwe-
zig zijn als gevolg van slijtage (Afb. 4.5). Let op! Vóór het eerste gebruik is het
raadzaam om een daadwerkelijke test uit te voeren in een veilige omgeving. Let
op! Vóór elke beklimming moet er een wederzijdse controle worden uitgevoerd
door klimmer en zekeraar. Controleer de compatibiliteit van dit apparaat met de
andere elementen van uw touwsysteem.
5.1 - Touwen. De Be Up wordt gebruikt met dynamisch touw EN 892: halftouw
of tweelingtouw met Ø 7.3 ÷ 9 mm en enkel touw met Ø 8,5 ÷ 10,5 mm. De
remkracht en het gemak van het uitgeven van het touw zijn afhankelijk van de
diameter, de slijtage van de mantel en de gladheid van het touw zelf. Let op!
Gebruik van vochtig of bevroren touw kan de juiste werking van dit apparaat
negatief beïnvloeden. Let op! Bij gebruik van twee touwen: alleen touw van
dezelfde diameter en dezelfde mate van slijtage gebruiken. Let op! We raden het
gebruik van handschoenen aan, met name bij gebruik van dun touw.
5.2 - Karabijnhaak voor het zekeren.
De Be Up dient te worden gebruikt met een HMS karabijnhaak met een grote
opening en een borgmechanisme: aanbevolen wordt de karabijnhaak CON-
CEPT SGL, die een slijtvast oppervlak heeft, en een mobiele hendel die het risico
op dwarsbelasting uitsluit. Let op! Het gebruik van een karabijnhaak voor het
zekeren met andere kenmerken kan de juiste werking van dit apparaat negatief
beïnvloeden.
5.3 - Terminologie. In deze toelichting wordt de term "touw" gebruikt om één of
twee touwen aan te geven. Bij gebruik van halftouw of tweelingtouw moet elk
touw in zijn eigen uitsparing B worden gehangen. Met de term "Prusik" wordt elke
zelfblokkerende knoop, gebruikt bij bergbeklimmen, bedoeld.
6) ZEKEREN VAN DE VOORKLIMMER.
6.1 - Installatie. Haak de hendel van de karabijnhaak voor het zekeren aan de
ring van de klimgordel (indien aanwezig, open de mobiele hendel en steek de
ring hierin). Verbind de Be Up met de hendel van de karabijnhaak met de verbin-
dingskabel (Afb. 5.1). Steek de touwlus in uitsparing C van de Be Up volgens de
symbolen 3-4-5 op het apparaat Afb. 5.2) en haal het touw door de karabijn-
haak, zoals aangegeven op Afb. 5.3. Sluit de hendel van de karabijnhaak: het
systeem is nu klaar voor gebruik (Afb. 5.4.).
6.2 - Waarschuwingen. Voordat de zekeraar begint met zekeren, is het belangrijk
dat hij: een zelfzekering maakt; controleert of de Be Up goed functioneert; de
knoop van de voorklimmer controleert; controleert of het touw goed is afgerold en
of er een knoop aan het uiteinde zit; zich in een comfortabele positie bevindt die
de uit te voeren werkzaamheden niet belemmert. Let op! Tijdens alle fases van het
Climbing Technology by Aludesign S.p.A. via Torchio 22
24034 Cisano B.sco BG ITALY
www.climbingtechnology.com
zekeren is het te allen tijde verplicht om het vrije uiteinde van het touw in de hand
te houden. Levensgevaar! Bij het beklimmen van een multi-pitch route moet u,
voordat u met een nieuwe touwlengte begint, een klimsetje plaatsen voor het touw
van de voorklimmer, direct op de standplaats. Indien dit niet wordt gedaan, is het
mogelijk dat de Be Up bij een val van de voorklimmer niet werkt (Afb. 7.8 - 7.9.)!
6.3 - Touw geven (Afb. 7.1). Trek met één hand het vrije uiteinde van het touw
omhoog in de Be Up en laat met de andere hand het touw van de klimmer door
het apparaat glijden. Houd te allen tijde het vrije uiteinde van het touw stevig
vast. Let op! In geval van gebruik met twee touwen is het met de Be Up mogelijk
om één touw te geven, terwijl de andere geblokkeerd is. Zorg er te allen tijde
voor dat de vrije uiteindes van beide touwen worden vastgehouden.
6.4 - Touw inhalen (Afb. 7.2). Trek met één hand het vrije uiteinde van het touw
omhoog en laat het door de Be Up glijden. Trek met de andere hand het touw
van de klimmer naar het apparaat. Houd te allen tijde het vrije uiteinde van het
touw stevig vast.
6.5 - Opvangen van een val (Afb. 7.3). Houd het vrije uiteinde van het touw
stevig vast met één of twee handen en trek het naar beneden. Let op! De Be Up
vergrendelt het touw niet automatisch: om de val te beheersen en af te remmen
moet de zekeraar doelbewust het vrije uiteinde van het touw strak naar beneden
trekken.
6.6 - Laten zakken van de klimmer (Afb. 7.4). Houd het touw met beide handen
stevig vast en beweeg ze één voor één omlaag, zodanig dat de klimmer kan
afdalen.
7) AANPASSING VAN DE REMKRACHT.
De Be Up heeft twee soorten remkracht: standaard remkracht (Afb. 6.1) en vermin-
derde remkracht (Afb. 6.2). In de meeste gevallen raden we het gebruik van de
standaard remkracht aan (grotere remwerking). Het gebruik van de verminderde
remkracht (lagere remwerking) is gebonden aan bepaalde voorwaarden: het ge-
wicht van de klimmer, touwen met een grote diameter, opgezwollen of stijf touw
door slijtage, vochtig touw, bevroren touw, enz.
8) TOPROPE ZEKEREN Let op! Tijdens alle fases van het zekeren is het te allen
tijde verplicht om het vrije uiteinde van het touw stevig vast te houden.
8.1 - Installatie (Afb. 8.1). Installeer het apparaat zoals beschreven bij punt 6.1
en let op de aanwijzingen bij punt 6.2.
8.2 - Zekeren (Afb. 8.2). Trek met één hand het vrije uiteinde van het touw door
het apparaat, trek met de andere hand het touw van de klimmer in de richting van
het apparaat, om het touw in te halen tijdens het klimmen.
9) ABSEILEN.
Vóór de afdaling is het noodzakelijk om: veilig te zekeren aan de standplaats met
een lijn bevestigd aan de klimgordel; het touw op de standplaats te prepareren
voor de afdaling en te controleren of het goed is afgerold en of er een knoop aan
de uiteinden zit; een Prusikknoop in het touw te leggen en deze aan de klimgordel
te bevestigen door middel van een karabijnhaak met borgmechanisme.
9.1 - Installatie. Bevestig de karabijnhaak voor het zekeren aan de lijn. Verbind
de Be Up met de karabijnhaak door middel van de aansluitkabel. Steek de touw-
lus in de uitsparing C van de Be Up volgens de symbolen 3-4-5 op het apparaat
en maak het vast aan de karabijnhaak, zoals aangegeven op Afb. 9.1. Sluit de
hendel van de karabijnhaak. Let op! Het symbool 5 (aanduiding zijde klimmer)
geeft in dit geval de zijde van het touw aan in de richting van het ankerpunt.
9.2 - Lijn strak houden / laten vieren. Trek de Prusikknoop strak (Afb. 9.2) om aan
het touw te blijven hangen. Houd stevig met één hand het vrije uiteinde van het
touw vast en koppel de karabijnhaak los van de lijn op de standplaats (Afb. 9.3).
9.3 - Abseilen (Afb. 9.4). Houd met één hand de Prusikknoop vast, zodat deze
zich niet om het touw heen draait. Controleer met de andere hand de snelheid
van de afdaling en trek daarbij het vrije uiteinde van het touw in de richting van
het apparaat.
10) ZELFBLOKKEREND INHALEN VAN 1-2 NAKLIMMERS OP DE STAND-
PLAATS (Afb. 10). Let op! Tijdens alle fases van het zekeren is het te allen tijde
verplicht om de vrije uiteindes van beide touwen stevig vast te houden en strak
te trekken.
10.1 - Installatie. Sluit een HMS karabijnhaak met een grote opening aan op de
standplaats en plaats deze in gat E van de Be Up, volgens de symbolen 7-8-14
op het apparaat (Afb. 10.1). Verbind de karabijnhaak met zowel de touwlus
als de aansluitkabel, zoals aangegeven op Afb. 10.2. Sluit de hendel van de
karabijnhaak. Let op! Controleer of het touw van de klimmer zich boven het vrije
uiteinde van het touw bevindt, en dat alle strengen touw zich onder de karabijn-
haak die is bevestigd in uitsparing E.
10.2 - Functietest (Afb. 10.3). Trek het touw aan de kant van de klimmer naar
beneden, om er zeker van te zijn dat de zelfblokkering werkt.
10.3 - Het zekeren van één of twee naklimmers (Afb. 11.1-11.2). Gebruik beide
handen om het touw van de naklimmers (aan de kant van de klimmer) op de juiste
wijze in te halen door middel van het systeem. Let op! Indien de touwlengte een
schuine uitklim heeft, wordt aanbevolen om het klimsetje voor de touwen van de
naklimmers zo dicht mogelijk bij de standplaats te plaatsen. Op deze manier zal
te allen tijde de zelfblokkerende werking voor beide naklimmers worden gegaran-
deerd, zelfs als één van hen aan het touw hangt (Afb. 11.4).
10.4 - Ontgrendelen en geleidelijk laten zakken van een naklimmer. Met Be
IST12-2D657CT_rev.4 10-21
24/28