All manuals and user guides at all-guides.com
VOOR EERSTE INGEBRUIKNAME VAN UW KOFFIEZETAPPARAAT
Controleer of het koffiezetapparaat is uitgeschakeld.
1. Open de klep van het waterreservoir.
2. Vul het waterreservoir met vers water. GEBRUIK GEEN KOFFIE.
3. Sluit de reservoirklep stevig om een koffiezetcyclus te starten.
4. Stop de stekker van het apparaat in een stopcontact en schakel het apparaat in door
op de knop ON (aan) te drukken. Het rode indicatorlampje gaat branden. Het gedeelte
van de koffiedruppelaar begint te werken.
5. Druk op ON/OFF (aan/uit) voor het espressogedeelte, het gele indicatorlampje gaat
dan branden. Druk op de knop pompregeling om het water te laten stromen.
6. Schakel het apparaat uit wanneer alle water zich in de koffiekan bevindt.
7. Laat het apparaat ongeveer 5 minuten afkoelen. Herhaal deze werkwijze 2 of 3 keer
voor een perfecte koffiesmaak.
DRUPPELKOFFIE ZETTEN
1. Zet het apparaat op een droge, vlakke en hittebestendige ondergrond neer. Let erop
dat u het apparaat niet te dicht bij een rand neerzet.
2. Neem de koffiekan uit het apparaat en zet opzij. Open de reservoirklep en vul het
reservoir met vers, koud water.
• De markeringen op het niveauvenster geven de hoeveelheid water aan die nodig is
voor het gewenste aantal kopjes.
• Om overloop te voorkomen mag het reservoir niet voorbij de Max-lijn worden gevuld.
3. Open de bovenklep om de filterhouder in het vak voor de filterhouder te zetten. Zorg
ervoor dat dit correct geassembleerd is.
4. Zet de nylon filter in de filterhouder. Doe de gewenste hoeveelheid gemalen koffie in
de filter.
Wij raden één afgestreken maatlepel gemalen koffie per kopje koffie aan.
5. Sluit de bovenklep.
6. Zet de koffiekan in het apparaat en controleer of hij goed op de warmteplaat staat.
7. Stop de stekker van het apparaat in het stopcontact. "12:00" verschijnt dan op de
display.
8. Druk op ON/OFF (aan/uit) van het bedieningspaneel om het koffiezetten meteen te
starten.
• Het gele indicatorlampje brandt, aangevend dat het apparaat is INGESCHAKELD.
• U kunt de koffiekan uit het apparaat nemen nadat de koffie is gezet.
• Zet de koffiekan na het serveren weer op de warmteplaat om de koffie warm te houden.
9. Schakel het apparaat na gebruik uit door te drukken op ON/OFF (aan/uit). Het gele
indicatorlampje dooft.
10. Om opnieuw koffie te zetten laat u het apparaat eerst minstens 5 minuten afkoelen,
waarna u de bovenstaande werkwijze herhaalt.
31