1.3 Afsluitende werkzaamheden en activering van de rijprofielselectie
Monteer alle auto-onderdelen in omgekeerde volgorde.
ELSA
Aanwijzing
Er moet gecontroleerd worden, of de rustspanning van de voertuigaccu tenminste 12,5 volt bedraagt. Sluit voor het
◆
behoud van de boordspanning tijdens het gehele verloop een acculaadapparaat -VAS 590X- aan.
De oproep voor de voertuigconfiguratie (SVM Code) wordt bij een foutloze werkwijze en testerbediening slechts
◆
een keer afgegeven. Meervoudig opvragen zonder verzoek kan foutmeldingen veroorzaken en heeft geen invloed
op de configuratie.
Sluit de voertuigdiagnosetester met ODIS-service bij uitgeschakeld contact op de diagnoseaansluiting van de auto
aan.
Ontsteking inschakelen.
Selecteer de bedrijfsmodus "Begeleide storingsopsporing" en identificeer de auto.
Wissel, na het opvragen, het regelapparaat naar "Speciale functies" en start het testprogramma
"Functievrijschakeling systeem".
Selecteer de schakelknop "Functie vrijschakelen".
Voer diagnoseadres "19" in (vrij te schakelen regelapparaat) en volg de aanwijzingen op het scherm van de
voertuigdiagnosetester op.
Voor de vrijschakeling wordt de online verbinding tot stand gebracht en worden de softwareaanpassingen
uitgevoerd.
Start na een geslaagde vrijschakeling opnieuw het infotainmentsysteem - hiervoor de in-/uitschakelaar van het
infotainmentsysteem langer dan 10 seconden ingedrukt houden en busstabiliteit afwachten.
Begeleide storingsoplossing beëindigen.
Scheid de verbinding van de autodiagnosetester.
Functiecontrole van de rijprofielselectie controleren.
Boordboek van het voertuig
24