3 Draai de draaiknop om een sample te selecteren en
druk dan op de draaiknop.
De sample wordt in het muziekstuk geladen, en op het scherm geladen.
! Selecteer een map en druk op de draaiknop om de map te openen of
te sluiten.
! Draai de draaiknop terwijl u de knop [SHIFT] ingedrukt houdt om de
focus te verleggen van de ene map naar een andere (samplebestan-
den worden overgeslagen).
Een patroon maken
Een optreden opnemen (dynamische
opname)
1 Druk op de [REC]-toets.
De [REC]-toets licht rood op en het toestel gaat over naar de
opnemen-stand.
2 Druk op de [PLAY/PAUSE f] knop.
De [PLAY/PAUSEf]-toets licht groen op en de sequentie wordt afge-
speeld terwijl het toestel in de opnemen-stand staat.
3 Tik op de performance-pads om triggers in te stellen.
Een trigger wordt ingesteld wanneer op de pad wordt getikt. De staptoets
waarnaar de trigger is ingevoerd, licht op of knippert in de kleur van het
muziekstuk.
Triggers programmeren (stapopname)
1 Tik op het muziekstuk om de stap op te nemen op het
beginscherm.
De sequentie van het geselecteerde muziekstuk wordt weergegeven op
de 16 staptoetsen.
! U kunt een muziekstuk ook selecteren door de draaiknop te draaien.
! U kunt een muziekstuk ook selecteren door op een performance-pad
te tikken.
10
Nl
2 Druk op de 16-stappentoetsen om triggers in te
voeren.
De staptoetsen die overeenkomen met de geprogrammeerde sequentie
lichten op in de kleur van het muziekstuk.
Een project opslaan
Een project kan worden opgeslagen op een USB-apparaat. Sluit om een
project op te slaan een USB-apparaat aan op het toestel.
1 Druk op de [PROJECT]-toets.
Het PROJECT-scherm verschijnt. U kunt handelingen verrichten zoals
het laden en opslaan van projecten op het PROJECT-scherm.
2 Draai de draaiknop om [SAVE] te selecteren, en druk
dan op de draaiknop.
Als de projectnaam al is ingevoerd, verschijnt er een pop-upscherm
waarin het project kan worden opgeslagen. De voortgang wordt aange-
geven door een voortgangsbalk in het pop-upvenster.
Als de projectnaam niet is ingevoerd, verschijnen er een pop-upscherm
en een softwaretoetsenbord om de projectnaam in te stellen.
! Als het opslaan voltooid is, wordt het pop-upvenster gesloten en het
projectscherm weergegeven.
! Als u de naam van het project wilt veranderen, selecteer dan
[SAVE AS], voer de projectnaam in en sla het project op.
Aansluiten van een USB-apparaat
1 Druk op [u] om dit toestel in te schakelen.
2 Sluit een USB-apparaat aan op de USB-aansluitbus.
Losmaken van een USB-apparaat
1 Druk op de [USB STOP]-toets totdat de USB-
aanduiding dooft.
Ontkoppel het USB-apparaat niet en zet dit toestel niet uit terwijl de
USB-aanduiding knippert. Anders kunnen de beheersgegevens verloren
gaan en wordt het USB-apparaat onleesbaar.
USB STOP knop
2 Verwijder het USB-apparaat.
USB-aanduiding