3
Werking van de machine
3.1
Overzicht
1
Bodemplaat
2
Boorkolom
3
Voedingseenheid
4
Voedinghendel
5
Zeskantmoer
6
Ringschroeven
Aangezien het systeem bestaat uit op elkaar afgestemde componenten, mag u uitsluitend origi-
nele ROTHENBERGER onderdelen, toebehoren en diamantboorkronen gebruiken, om steeds
een optimaal functioneren van de machine te kunnen waarborgen.
3.2
Inbedrijfstelling
Positionering:
Let op de positie van de ringschroeven (6)! De ringschroeven mogen niet aan de onder-
kant van de bodemplaat uitsteken!
Boorgat afmeten en boorgatmidden aantekenen. Dubbele zetmaat: zie technische gege-
vens!
Bodemplaat (1) afstellen en bevestigen.
De optimale bevestigingsmogelijkheid is afhankelijk van de omstandigheden op de bouwplaats
(zie bevestigingsmogelijkheden punt 3.3).
De uiteindelijke fijne uitlijning of afstelling van de boorstander bereikt u door vastzetten van de
vier ringschroeven (6).
Vóór elke inbedrijfstelling controleren of de boorstander stevig vaststaat en niet
waggelt!
3.3
Bevestigingsmogelijkheden
Dookbevestiging in beton of metselwerk (afbeelding B-1):
Bevestigingsgat voor dookbevestiging afmeten en boren. Dubbele zetmaat: zie technische
gegevens!
Beton (art. Nr. FF35120)
Metselwerk (art. Nr. FF35121)
Boorgat zorgvuldig van boorgruis reinigen.
Betondook met spreidwig of metselwerkdook (tot 5 keer herbruikbaar) plaatsen.
Betonset: Draadstang in de dook indraaien, boorstander erop zetten met onderlegschijf en
moer vast aandraaien.
Metselwerkset: Draadstang met onderlegschijf en gemonteerde moer in het anker in-
schroeven. Moer met steeksleutel vastdraaien. Boorstander erop zetten met onderleg-
schijf en moer vast aandraaien.
Spannen met de snelspannkolom (art. nr. FF35015 afbeelding B-2):
De boorstander uitlijnen en de snelspankolom op de bodemplaat van de boorstander plaat-
sen.
De snelspankolom uitschuiven en de boorstander vastklemmen.
Minimumhoogte van het vertrek:
Maximumhoogte van het vertrek:
Om beschadiging van plafond en muren door de snelspankolom te voorkomen, plaatst u
een stuk hout of dergelijke tussen kolomeinde en plafond, zodat de aandrukkracht over
een groter oppervlak wordt verdeeld!
40
7
Voeding 1:3
8
Handwiel
9
Stutkop (optional)
10
Magnetische diepteaanslag
11
Arrêteerknop voeding
12
Spanhefboom
Diameter in mm
15 mm
20 mm
ca. 1,7 m
ca. 3,0 m
NEDERLANDS
Diepte in mm
65 mm
85 mm
(A)
(B)