– Controleer de accu en de kabelaansluitingen.
Rij alleen met de truck wanneer de panelen gesloten en juist vergrendeld zijn.
De truck inschakelen
– Zorg dat de schakelaar ingeduwd is.
– Steek de sleutel in de sleutelschakelaar en draai het zo ver mogelijk naar rechts (stand "ON" (aan)).
– Test de waarschuwingsknop.
– De truck is nu klaar voor gebruik.
– De accuvermogenindicator geeft de huidige laadstatus van de accu aan.
– Test de remwerking van de stuurarm.
Pallettrucks zonder platform (QX 20 EVO fig. 11)
Tegen een lage snelheid rijden
Stel de bedieningshendel in op de actieradius (s) en duw de rijschakelaar in de gewenste
richting (vooruit of achteruit).
Hoe meer de bedieningshendel wordt gedraaid, hoe hoger de snelheid.
Tegen een hoge snelheid rijden
Stel de bedieningshendel in op het rijbereik (k) en duw de rijschakelaar in de gewenste richting (vooruit of achteruit).
Hoe meer de bedieningshendel wordt gedraaid, hoe hoger de snelheid. Houd de rijschakelaar in een positie, de snelheid wijzigt naargelang het draaien van de
bedieningshendel van (k) naar (s) (vertragen) of van (s) naar (k) (versnellen).
Pallettrucks met platform (QX 20P EVO fig.12)
De truck heeft twee rijmodi:
– Voetgangersmodus:
– Duw de zijarmen naar binnen en klap het platform voor operator (1) dicht.
– De truck kan alleen worden bediend tegen een lage rijsnelheid.
– Bestuurdersmodus:
– Duw de zijarmen naar buiten en klap het platform voor operator (1) open. De truck kan worden
bediend tegen maximum rijsnelheid.
– Stel de stuurarm (5) in op de rijzone (F).
– Draai de schakelaar (4) naar de gewenste richting (vooruit of achteruit).
Als de zijarmen niet worden opengewouwen, kan de truck alleen tegen een lage snelheid worden
bediend.
Waarschuwing!
Als de bedieningshendel langzaam of
helemaal niet naar de bovenste remzone
beweegt, gebruik de truck niet langer totdat
dit defect is opgelost.
Indien nodig, vervang de gasdrukveer.
Besturing
In nauwe bochten kan de bestuurder over de configuratie van de truck uitsteken.
– Beweeg de stuurarm naar links of rechts.
Remmen
Het remgedag van de truck is grotendeels afhankelijk van de staat van de vloer. De bestuurder dient tijdens het rijden met de truck hier rekening mee te houden. De
truck kan op drie verschillende manieren worden gestopt:
- Met de gashendel.
- Met de rem op de stuurarm.
- Met de noodstopschakelaar.
Remmen met de gashendel
Tijdens het rijden, stel de gashendel (13 Fig. 3) in op de stand neutraal of achteruit. De truck remt automatisch af totdat nul wordt bereikt wanneer de gashendel in
de stand neutraal staat of rijdt in de andere richting wanneer de gashendel in de stand achteruit staat. De remkracht is afhankelijk van hoe snel de gashendel in de
stand neutraal of achteruit wordt gebracht.
Remmen met de stuurarm
Wanneer de bedieningshendel wordt losgelaten, wordt deze automatisch naar de bovenste positie gebracht en stopt de truck uit zichzelf. De stuurarm kan tevens
handmatig naar de bovenste of onderste stand worden gebracht om de truck tot een stilstand te brengen.
Remmen met de noodremschakelaar
In een noodgeval kan de truck worden gestopt door de accu van de accuconnector te ontkoppelen, voor de QX 20 EVO (9 fig. 1), of door op de noodremschakelaar
te drukken, voor de QX 20P EVO (5 fig. 2).
De hefvork van de truck omhoog/omlaag brengen
Trek aan de omhoog/omlaag-regeling (12 fig. 3) om de last naar de gewenste hoogte te heffen of duw om de last te laten zakken.
Onbeveiligde en verkeerd geplaatste lasten kunnen ongevallen veroorzaken
·Licht andere personen in om de gevarenzone van de truck te verlaten. Gebruik de truck niet langer als er zich personen in de gevarenzone bevinden.
·Vervoer alleen lasten die juist en stevig zijn aangebracht. Neem de gepaste voorzorgsmaatregelen om het kantelen of vallen van de last te vermijden.
·Transporteer geen beschadigde lasten.
·Sta nooit onder een naar omhoog gebracht voorzetstuk.
·Sta niet op het voorzetstuk.
·Breng geen personen met behulp van het voorzetstuk omhoog.
·Steek de vorken zo ver mogelijk onder de last in.
De truck op een juiste manier parkeren
• Laat de last volledig zakken.
• Draai de sleutelschakelaar (3) naar 'off" (uit) en verwijder de sleutel.
• Ontkoppel de accu door aan de accuconnector (9 fig.1) op de QX 20 EVO te trekken of door op de noodstopschakelaar (5 fig.2) op de QX 20P EVO te duwen.
• Vouw de zijarmen naar binnen en klap het platform dicht (alleen QX 20P EVO).
De truck is geparkeerd.
Waarschuwing!
Als de gashendel langzaam of helemaal
niet naar de stand neutraal beweegt,
gebruik de truck niet langer totdat dit
defect is opgelost. Indien nodig, vervang
de bedieningshendel.
Waarschuwing!
Voor het heffen van een last, controleer of
de last juist is aangebracht en de
maximum capaciteit niet wordt
overschreden. Hef geen lange lasten
tegen een hoek.
86
12
Waarschuwing!
Parkeer de truck op een juiste manier.
Parkeer de truck niet op een helling.
Laat de vorken altijd helemaal zakken.