Afronding; Bediening; Veiligheidsaanwijzingen Voor Het Gebruik - Novoferm NovoDock L320R Traducción Del Manual De Funcionamiento Original

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 63
4.6.3 Controle van de slangverbindingen
Controleer de slangverbindingen bij de drie hydrau-
liekcilinders en de hydrauliekeenheid op lekdichtheid.
4.6.4 Aansluiten van de besturing
Afb.
a
, pagina A6. De kabel van de hydrauliekmo-
tor bij de klemmen van de besturing losmaken (zie
montage- en gebruikshandleiding voor de besturing).
Monteer de besturing op de hiervoor bedoelde mon-
tagelocatie.
De kabel door de lege buis naar de besturing leiden
en weer aansluiten bij de besturing.
Fixeer de kabel onder het laadbrugplatform met de
meegeleverde kabelbeugels.
4.6.5 Montage van het kabelkanaal
Afb.
a
, pagina A6. Bescherm de kabel tussen de
uitvoer op de vloer en de besturing met een kabel-
goot (niet meegeleverd).
4.7

Afronding

4.7.1 Inbouwsituatie AZ
Afb.
a
, pagina A7. De lasstrips van de laadbrug
vastlassen aan het op de inbouwlocatie aanwezige
frame. Sluit de luchtspleet onder elke lasnaad met
een geschikte vulplaat (hoogte min. 60  mm). Verwij-
der de bevestigingsplaten aan de zijkanten.
Bij verzinkte laadbruggen de omgeving van de lasna-
den spuiten met zinkspray (niet meegeleverd) en laat
dit minimaal 30 minuten drogen.
Alle beschadigde plekken bij de lak bijwerken met de
meegeleverde reparatielak.
Demonteer de transportogen en sluit de boringen in
het laadplatform af met de kunststofpluggen.
4.7.2 Inbouwsituatie FZ
Afb.
a
, pagina A7. De lasstrips van de laadbrug
vastlassen aan het op de inbouwlocatie aanwezige
frame.
Bij verzinkte laadbruggen de omgeving van de lasna-
den spuiten met zinkspray (niet meegeleverd) en laat
dit minimaal 30 minuten drogen.
Alle beschadigde plekken bij de lak bijwerken met de
meegeleverde reparatielak.
Demonteer de transportogen en sluit de boringen in
het laadplatform af met de kunststofpluggen.
4.7.3 Inbouwsituatie GZ
Afb.
a
, pagina A8. De lasstrips van de laadbrug
aan het aanwezige stalen frame vastlassen.
Bij verzinkte laadbruggen de omgeving van de lasna-
den spuiten met zinkspray (niet meegeleverd) en laat
dit minimaal 30 minuten drogen.
Alle beschadigde plekken bij de lak bijwerken met de
meegeleverde reparatielak.
Demonteer de transportogen en sluit de boringen in
het laadplatform af met de kunststofpluggen.
94 - NL
5

Bediening

5.1
Veiligheidsaanwijzingen voor het
gebruik
De laadbrug is zo geconstrueerd, dat gevaren voor
de bediener, resp. in de buurt aanwezige personen
m.b.t. beknelling, snijden, scharen en grijpen zoveel
mogelijk zijn uitgesloten. Voor een veilig gebruik de
laadbrug moet desondanks rekening worden gehou-
den met de volgende punten:
Worden beschadigingen geconstateerd die de
veiligheid van de laadbrug in gevaar brengen,
moet de laadbrug door een deskundige persoon
worden gecontroleerd en mag hij tot het
beëindigen van reparatiewerkzaamheden niet
worden gebruikt.
Het gebruik van de laadbrug mag alleen
gebeuren door geïnstrueerde personen. Deze
moeten vertrouwd zijn met de van toepassing
zijnde veiligheidsvoorschriften.
De voor de gebruikslocatie geldende lokale
ongevalpreventievoorschriften en algemene
veiligheidsbepalingen opvolgen.
De exploitant van de laadbrug moet zorgen voor
voldoende verlichting op de werkplek.
Controleer de laadbrug regelmatig op opvallende
gebreken en laat gebreken onmiddellijk
verhelpen.
Het gebruik van de laadbrug is alleen toegestaan
binnen een omgevingstemperatuurbereik van
-20 °C tot +40 °C.
De laadbrug niet hoger belasten dan de
opgegeven nominale last.
De laadbrug alleen berijden als de toegestane
hellingshoek van 12,5% (7°) is aangehouden.
Oranje markeringen op het laadbrugplatform en
daarnaast op het frame bij laadbruggen met een
nominale lengte van 2000 mm tonen het verlaten
van het toegestane hellingbereik. Houd ook
rekening met de toegestane helling voor het
gebruik van het gebruikte intern transportmiddel.
Het laadbrugplatform mag alleen op het laadvlak
van de vrachtwagen worden geplaatst, niet op
een voertuiglaadplatform.
De toegestane spoorbreedte van de gebruikte
heftruck moet 700 mm kleiner zijn dan de
nominale breedte van de laadbrug (bijv. nominale
breedte 2000 mm → heftruckbreedte maximaal
1300 mm).
Het te beladen of lossen voertuig alleen
bewegen, als de laadbrug in de ruststand staat.
De klaplip moet 80 mm tot 130 mm diep en over
gehele breedte op de vrachtwagen aanliggen.
Deze montage-, bedienings- en onderhoudshandleiding moet tijdens de gehele gebruiksduur worden bewaard!

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido