5.2
Bediening van de besturing
Voor de bediening de montage- en gebruikshandlei-
ding van de laadbrugbesturing lezen.
5.3
Bedrijf van de laadbrug
Knelgevaar door vallende laadbrug!
WAARSCHUWING
Ledematen van personen kunnen door
de werlende laadbrug bekneld raken.
•
De laadbrug moet zichtbaar zijn
vanaf de bedieningslocatie.
•
Tijdens het omhoog en omlaag be-
wegen van de laadbrug mogen
geen personen binnen het bewe-
gingsbereik van de laadbrug aan-
wezig zijn.
Struikel- of valgevaar bij geheven
VOORZICHTIG
laadbrugplatform!
Bij geheven en bij het niet gebruiken
hiervan laadbrugplatform bestaat strui-
kel- of valgevaar.
•
De laadbrug na gebruik direct in de
ruststand brengen.
5.3.1 Vrachtwagen positioneren
•
Zorg dat tussen de laadbrug en de
achteruitrijdende vrachtwagen geen personen en
hindernissen aanwezig zijn.
•
De vrachtwagen met geopende deur en
neergelaten laadlift positioneren.
•
Beveilig de vrachtwagen met de rem en
wielblokken, resp. veiligheidswielblokken
(optioneel)
5.3.2 Laadbrug op het vrachtwagenlaadvlak
positioneren
Valgevaar bij het verladen!
VOORZICHTIG
Bij een te klein contactvlak van de klap-
lip op het vrachtwagenlaadvlak kan het
laadbrugplatform wegglijden.
•
De klaplip moet 80 mm tot 130 mm
diep en over gehele breedte stevig
op de vrachtwagen liggen.
Struikel- of valgevaar bij het
VOORZICHTIG
verladen!
Bij uitgeschakelde besturing, geacti-
veerde noodstop-schakelaar of geacti-
veerde heraanloopblokkering, is de
zweefstand van de laadbrug niet actief
en worden de hoogtebewegingen van
de vrachtwagen niet gecompenseerd.
•
De laadbrug mag tot het weer in ge-
bruik nemen niet worden bereden.
Deze montage-, bedienings- en onderhoudshandleiding moet tijdens de gehele gebruiksduur worden bewaard!
•
Plaats de klaplip van de laadbrug op het
vrachtwagenlaadvlak.
Hiervoor ook de montage- en gebruikshand-
leiding van de laadbrugbesturing opvolgen,
•
Daarna kan de laadbrug worden bereden.
LET OP
Vervormingen van de laadbrug door
sterke belasting
De hefcilinders zijn uitgerust met me-
chanische noodstop-kleppen. Deze ver-
hinderen een gevaarlijke daling van het
laadbrugplatform tijdens de zweefstand,
als hier nog een last van minimaal 25%
van de nominale last op staat en de
vrachtwagen voortijdig zou wegrijden.
De sterke belastingen die worden ver-
oorzaakt door het aanspreken van de
mechanische noodstop-kleppen kunnen
leiden tot een blijvende vervorming van
de belaste onderdelen. Bij deze vervor-
mingen vervalt de garantie.
•
Laat de laadbrug na het aanspre-
ken van de noodstop-kleppen door
een deskundige/een bevoegde per-
soon controleren.
•
Gebruik de laadbrug niet voor het
heffen en laten zakken van lasten.
•
De laadbrug na gebruik direct in de ruststand
brengen.
NL - 95